Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 713 van 1490

...  701 - 702 - 703 - 704 - 705 - 706 - 707 - 708 - 709 - 710 - 711 - 712 - 713 - 714 - 715 - 716 - 717 - 718 - 719 - 720 - 721 - 722 - 723 - 724 - 725 - 726  ...
[5] O Heer, waar ik vandaag ook mag lopen, laat Uw liefde op de weg waarop ik voortga iedere steen verbrijzelen, opdat mijn voeten daarover niet zullen uitglijden en mij ten val brengen of dat door een harde stoot tegen een steen mijn voet niet zal worden bezeerd en deze mij dan zou hinderen recht van leden Uw weg te vervolgen!
Hoofdstuk 49: Adams en Henochs ochtendgebed - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[10] Toen de lieve, vrome Henoch deze wens van Adam had gehoord, stond hij meteen op en dankte Mij en Adam innig en vurig voor de ontvangen zegen en begon tenslotte op verzoek van Adam het navolgende kleine gebed tot Mij te richten:
Hoofdstuk 49: Adams en Henochs ochtendgebed - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[2] En toen hij deze herhaalde overdenkingen van zijn lof, prijs en dank, die hij anders ook dagelijks verrichtte, had beëindigd, keerde hij zich nogmaals tot Henoch, die dat intussen ook in stilte in zijn hart had gedaan en zei:
Hoofdstuk 50: Henochs ochtendoverdenking - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[4] O Henoch, mijn lieve Henoch, kom hier aan mijn vaderborst en laat me je beminnen en je overvloedig zegenen, opdat jouw zegen toereikend is tot aan het eind van alle tijden! Want je hebt nu mijn reeds zeer hard geworden hart met balsem overgoten, zodat het nu weer zo week begint te worden als het eens was, toen de Heer voor de eerste maal mijn lieve helpster naar mij toe leidde; en in mijn gedachten ontvouwt zich een rozenstruik met veel takken en ik zie bovenaan een knop - 0 Henoch, een knop! -, en deze nog gesloten knop schittert sterker dan de zon op het middaguur! - Maar niet verder daarover; - kijk, dat alles heb jij nu bewerkstelligd!
Hoofdstuk 50: Henochs ochtendoverdenking - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[2] Maar toen hij bij de nabijgelegen woning van Seth kwam, bleek dat deze nog sliep en hij waagde het niet hem te wekken, omdat Seth na Adam een zeer gezegende vader voor hem was. En toen hij vervolgens zijn blik onderzoekend op de met sterren bezaaide hemel richtte om aan de sterkte van de ochtendschemering het tijdstip van de zonsopgang te meten, zie, toen kwam Jared naderbij, zegende Henoch en zei tegen zijn zoon:
Hoofdstuk 51: Jareds vreugde over zijn zoon Henoch - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[3] "Mijn zoon, kijk, ik kon heden van vreugde niet slapen, omdat jij in de ogen van God zoveel genade gevonden hebt! Want niemand, behalve Seth, zou uit heilige schroom ooit gewaagd hebben na zonsondergang de geheiligde woning van Adam te betreden, - en jij mag er nu zelfs in wonen! En dat nog temeer, omdat wij allen gisteren nog oog - en oorgetuigen waren van de onmetelijke genade, die deze woonstede vanuit de allerhoogste hoogte van God te beurt gevallen is!
Hoofdstuk 51: Jareds vreugde over zijn zoon Henoch - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[14] Na deze woorden liet Henoch zijn vaderen alleen en ging snel naar de woning van Adam. Hij wierp zich voor de hut op de grond en dankte Mij in het stof om tenslotte op te staan, omdat Adam hem geroepen had. Eerbiedig trad hij de woning binnen en deed nauwkeurig verslag van hetgeen hij precies had waargenomen.
Hoofdstuk 51: Jareds vreugde over zijn zoon Henoch - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[3] "Henoch, jij uitverkoren tong van Gods eeuwige liefde, zie, ik noemde je 'Abel'; maar ik heb aan jou een onrecht begaan en was ondankbaar tegenover God! Want kijk, Abel was weliswaar mijn eerste gezegende zoon die God mij had gegeven en hij was bijgevolg een lieveling van mijn hart en een getrouw werkruig in Gods hand, mij gegeven om mij te redden; maar jou heeft de Heer nu op mijn latere leeftijd als een versterkende zalf tot mij gezonden, opdat de wond in mijn hart door Kaïn geslagen, in mijn laatste jaren geheeld zou mogen worden. Want als je nu slechts Abels ziel en geest gehuld in Henochs lichaam zou zijn, dan zou jij zijn wat Abel was en zou je gelijk zijn aan mijn lieve Seth, die de Heer mij in de plaats van Abel heeft gegeven; maar jou heeft de Heer vanuit Zijn liefde opgewekt en Hij heeft deze liefde in Jareds zaad gelegd, opdat je een reine vrucht van liefde zou worden om daarna al je vaderen en broeders de zachte weg van de liefde te wijzen, en ook om aan te tonen dat de liefde meer is dan al onze wijsheid die ten val kan komen, terwijl de liefde bergen en rotsen uit het slijk van de zee weet te maken.
Hoofdstuk 50: Henochs ochtendoverdenking - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] En al spoedig verlieten beiden de woning en repten zich naar de kleine, ronde heuvel en bestegen deze meteen; want die was slechts tien manshoogten boven de plaats waar Adam's woonstede stond en was rondom vrij van bomen en de kruinen van de ceders reikten slechts tot aan de voet van deze boomloze heuvel, waarheen een weliswaar smalle, maar overigens goed begaanbare weg liep.
Hoofdstuk 52: Henochs morgenlied - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[7] En toen Henoch deze wens had gehoord, zie, daar begon hij dadelijk vanuit de liefde te spreken en zijn woorden luidden als volgt:
Hoofdstuk 52: Henochs morgenlied - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[10] O vader, wat stelt deze doffe, zwakke, vergankelijke morgen voor ten opzichte van de eeuwige morgen van de geest uit de oneindige liefde van de eeuwige, heilige Vader! Deze zon met haar matte schijnsel, wat is haar licht vergeleken met de oneindige glorie van de liefde in God? Niets anders dan een zwart punt in de stralen van de goddelijke liefde! Ja, zij is het laatste miniem kleine deeltje van een nietig laatste genadevonkje, dat uitgegaan is van de eeuwige liefde in God, - en toch verwonderen wij ons over haar vorstelijkheid! Wat zouden wij dan doen, indien wij de eeuwige oerbron van al het licht in de liefde van de Vader in al haar heerlijkheid zouden kunnen aanschouwen?!
Hoofdstuk 52: Henochs morgenlied - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[13] Het hart verheugt zich weliswaar door middel van het oog over de zachte straal van de morgenzon en heel het leger der dieren bejubeld luid de toegenegen moeder van de dag, en de kelken van de bloemen openen zich om de eerste milde stralengift van de heldere morgenzegen der mooie zon gretig op te zuigen, en de verre golfjes van de zee huppelen opgewekt als jonge kinderen en trekken net als deze het wijde lichtgewaad aan van hun stralenmoeder, - ja, dat is louter mooi bedachte beeldspraak. Maar als ik bedenk, dat om al dit moois te ondervinden, er toch steeds een mens bij hoort, wiens hart dan pas tot zulke beeldspraak in staat is als hij getrouw zijn gemoedsrust ontleend heeft aan Gods liefde, dan is er daarna de troostrijke gedachte dat er een ware ordening bestaat krachtens welke al deze ochtend - en andere scènes zo goed als niets zouden betekenen als ze niet gezien noch ondergaan, noch gevoeld en bijgevolg naar hun uiterlijk niet begrepen zouden worden door een mens met een levende ziel, waarin een eeuwige geest van liefde uit God woont.
Hoofdstuk 52: Henochs morgenlied - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[22] Wie zou alleen wel daarom een druppel water kunnen bewonderen, omdat hij uit water bestaat?! Wat moet men dan doen bij het zien van de zee of indien er een vruchtbare regen van boven in talloze druppels op de aarde neervalt en deze vruchtbaar maakt?!
Hoofdstuk 52: Henochs morgenlied - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[23] Maar wanneer de geest zijn eigen beeld in de druppel zal aanschouwen, O vader, dan pas zal deze voor het vat van het leven beginnen te verzamelen en dan zal hij zich pas echt verwonderen, omdat hij volgens de vroegere zonneleer zowel in zichzelf als in zijn broeders het grootste wonder zal ontdekken, namelijk de eeuwige, oneindige liefde van God vol van de grootste deemoed! - O vader, zie, zo ben ik dan aan het einde gekomen; neem het genadig op en wijs mij zeer genadig aan wat je verder wilt! Amen."
Hoofdstuk 52: Henochs morgenlied - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[7] Maar als ik er weer aan denk, dat jij, beste Henoch, het bent die ons gisteren op de onverwachte komst van de eeuwige Liefde heeft gewezen, dan word ik weer vrolijk als ik jou slechts aankijk en bedenk dat jij een lieveling van de grote, heilige Vader bent, waardoor je dat ook levenslang van mij bent geworden en dat zal ook zo blijven, zolang ik nog op deze aarde zal wandelen, en tot aan het einde van alle tijden zal jouw naam net als de mijne blijven voortbestaan.
Hoofdstuk 53: Adams verwondering over de wijsheid van Henoch - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  701 - 702 - 703 - 704 - 705 - 706 - 707 - 708 - 709 - 710 - 711 - 712 - 713 - 714 - 715 - 716 - 717 - 718 - 719 - 720 - 721 - 722 - 723 - 724 - 725 - 726  ...