Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 715 van 1490

...  703 - 704 - 705 - 706 - 707 - 708 - 709 - 710 - 711 - 712 - 713 - 714 - 715 - 716 - 717 - 718 - 719 - 720 - 721 - 722 - 723 - 724 - 725 - 726 - 727 - 728  ...
[12] Hoewel het licht, zij het minder sterk, ook op verschillende andere punten doordrong en deze tamelijk lange tunnel prachtig mooi verlichtte, was echter het reeds vermelde middelpunt met de sproeiende bron toch het wonderlijk bekoorlijke en heerlijkste deel van deze doorgang, hetgeen alles wat jullie tot nu toe bekend is hemelsbreed overtrof.
Hoofdstuk 56: In de Adamsgrot - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[13] Zie, daarom was deze doorgaande grot een lievelingspiek van Adam en het was, uitgezonderd de kinderen van de hoofdstam, zelden aan anderen toegestaan door deze grot te gaan, - evenwel niet uit een soort afgunst, maar slechts uit vrees, dat een licht ontvlambaar gemoed tot het aanbidden van zo'n wonderoord vervoerd zou worden.
Hoofdstuk 56: In de Adamsgrot - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[14] Toen nu deze hoofdgroep zich in het midden van de grot bevond, waar om het brede, ronde gouden waterbekken heen een aantal goedgevormde, veelkleurige blokken van edel kristal lagen, waarvan één 'de gouden vaderstoel' heette, ging Adam een poosje zitten en dus mochten ook al de overigen zijn voorbeeld volgen; alleen Henoch bleef naast Adam staan.
Hoofdstuk 56: In de Adamsgrot - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[18] Daar wij je reeds lang onze liefde en ons leven tot woonstee gaven, waarom zouden wij ons dan bekommeren om een koude steen waarop je gaat zitten? Wees daarover maar volledig gerustgesteld! Maar zie, ik en zeker ook alle anderen houden zich met wat anders bezig: kijk nu eens naar deze heerlijke plek! Lieve Henoch, laat hier je gezegende tong ongehinderd de vrije loop! Amen."
Hoofdstuk 56: In de Adamsgrot - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[19] Toen Adam en de overigen deze vrome wens van Seth gehoord hadden, zie, toen werd Henoch meteen van alle kanten bestormd om vanuit zijn hart iets liefdevols en verhevens over deze tunnel te zeggen.
Hoofdstuk 56: In de Adamsgrot - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[21] "O lieve vaderen, op deze rustplaats van Adam word ik uitgenodigd te spreken, zonder te weten wat ik eigenlijk zal zeggen en waarover ik zal spreken! O lieve vaderen, tot nu toe was het nog altijd de gewoonte dat, indien iemand iets van de ander te weten wilde komen, hij de drager van het geheim toch op zijn minst met een vraag lastig viel, waardoor hij de ander te kennen gaf dat hij van zijn kant iets nog niet wist.
Hoofdstuk 56: In de Adamsgrot - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[23] Het zij zo; want dan is mijn tong vrij en kan datgene uitspreken wat mijn oog in gloeiende tekens in mijn hart zeer duidelijk gegrift ziet staan! En deze tekens zijn levende pennenstreken van de eeuwige liefde en de zich over alles erbarmende genade van de eeuwige, heilige Vader in mij; en daarom wil ik nu eens van hieruit spreken en een onsterfelijk gesprek voeren vanuit mijn en jullie God, vanuit mijn heilige Vader, die vol is van liefde en vanuit jullie heilige Vader, die vol is van liefde, genade en algehele erbarming!
Hoofdstuk 56: In de Adamsgrot - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[24] O lieve vaderen, deze grot is een getrouw beeld van het menselijke hart, zoals het zich tot God verhoudt! Waarheen wij onze ogen ook richten, wij kunnen geen enkel punt ontdekken waardoor geen schijnsel komt, behalve de bodem die ons draagt.
Hoofdstuk 56: In de Adamsgrot - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[25] Kijk eens omhoog naar de door duizend kleurige lichtjes helder verlichte top van het bergkristal; dan zien wij hoe heerlijk juist dit mooie licht deze levendige, hoog opspringende bron wondermooi belicht en tot leven wekt!
Hoofdstuk 56: In de Adamsgrot - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[29] O lieve vaderen, dat wij zoiets doen is terecht en redelijk; maar indien wij slechts een weinig in ons hart willen inkeren en daaraan vragen of de grote Bouwmeester van deze verheven dingen uit Zijn oneindige liefde en wijsheid, juist deze verheven wonderlijke dingen alleen tot vermaak van onze zinnen gemaakt heeft, of dat Hij hierin misschien andere dingen voor ons verborgen heeft, die wij vervolgens moeten zoeken en vinden ter ware verheerlijking van Zijn heilige naam, - O vaderen, dat is een andere vraag!
Hoofdstuk 56: In de Adamsgrot - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[30] Zie, slechts één zon laat haar witte stralen vallen over de kam van de berg, die uit edel bergkristal bestaat; maar wat voor een uitwerking heeft dat ene licht van de zon in deze grot!
Hoofdstuk 56: In de Adamsgrot - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[33] Wij, in ons aardse bestaan, zijn deze grot, met een ingang vanuit de avond en een uitgang in de richting van de eeuwige morgen. In het midden zijn wij zoals wij zijn in de volheid van het aardse leven en gaan vanuit de avond als kinderen de genade en erbarming binnen en zien niets anders dan alleen maar het middelpunt van het leven voor ons, zonder te bedenken dat deze levensgrot niet gesloten is, maar dat er wel degelijk voor ons allen een tegenoverliggende uitgang in de richting van de morgen wordt opengehouden.
Hoofdstuk 56: In de Adamsgrot - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[34] O lieve vaderen, het lieflijke vlammetje van de eeuwige liefde is ook een eenvoudig licht! Het gezichtsvermogen van onze ziel is deze verheven top. Deze bron komt overeen met onze geest, die voortdurend omhoog streeft naar het licht, maar die aanhoudend teruggewezen wordt met de lering:
Hoofdstuk 56: In de Adamsgrot - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[36] O lieve vaderen! Daar wij reeds eerder in de woning over de tekenen nadachten, kan ook deze uitleg daartoe gerekend worden! Amen."
Hoofdstuk 56: In de Adamsgrot - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] En toen Henoch deze diepgelovige woorden had beëindigd, stond Seth nogmaals op en zei: "Ja waarlijk, het is zo, zoals jij, Henoch, nu zo bijzonder heerlijk en getrouw uit een verheven bron tot ons hebt gesproken!
Hoofdstuk 57: Adams vrijwillige bekentenis - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  703 - 704 - 705 - 706 - 707 - 708 - 709 - 710 - 711 - 712 - 713 - 714 - 715 - 716 - 717 - 718 - 719 - 720 - 721 - 722 - 723 - 724 - 725 - 726 - 727 - 728  ...