Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 716 van 1088

...  704 - 705 - 706 - 707 - 708 - 709 - 710 - 711 - 712 - 713 - 714 - 715 - 716 - 717 - 718 - 719 - 720 - 721 - 722 - 723 - 724 - 725 - 726 - 727 - 728 - 729  ...
[6] Maar Abedam rustte nog steeds tussen de genoemde lievelingen en het zag er nog niet naar uit dat hij weldra op wilde staan.
Hoofdstuk 91: De schijnzon in de morgen. Adams ergernis en vloek. Het goddelijke geduld en de goddelijke rust - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[20] Maar Adam wees meteen met zijn vinger naar de zon en zei tegen Seth: 'Kijk eens hoe hoog de zon al staat en luister eens hoe van alle kanten de morgenliederen en de zonnegroet reeds te horen zijn!
Hoofdstuk 91: De schijnzon in de morgen. Adams ergernis en vloek. Het goddelijke geduld en de goddelijke rust - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[23] Op dit moment keek Seth naar de reeds tamelijk hoog staande zon en merkte dadelijk dat zij ten eerste maar zeer mat straalde en ten tweede maar een vormeloze klomp in plaats van een mooie ronde schijf vormde.
Hoofdstuk 91: De schijnzon in de morgen. Adams ergernis en vloek. Het goddelijke geduld en de goddelijke rust - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[26] Maar wat deze spookzon betreft, kijk er eens iets nauwkeuriger naar, dan zal je al gauw zien wat er met deze zon aan de hand is en met het enigszins onaangenaam klinkende morgengezang!'
Hoofdstuk 91: De schijnzon in de morgen. Adams ergernis en vloek. Het goddelijke geduld en de goddelijke rust - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[28] En toen hij aandachtiger naar het nog voortgalmende morgengezang luisterde, hoorde hij de volgende korte strofe zingen:
Hoofdstuk 91: De schijnzon in de morgen. Adams ergernis en vloek. Het goddelijke geduld en de goddelijke rust - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[35] En bevend antwoordde Adam: 'O Abedam! Kijk eens naar deze valse dag; hoe die een werk van de satan is!'
Hoofdstuk 91: De schijnzon in de morgen. Adams ergernis en vloek. Het goddelijke geduld en de goddelijke rust - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[8] Zie, in zulke gedachten was Adam begraven en aangezien Ik Mij nog niet bewoog leek het hem nu ook zeer waarschijnlijk, dat Ik samen met hem en alle kinderen een gevangene van de satan geworden was, waarop hij ten slotte zijn ogen weer opendeed en ontzettend angstig naar Mij keek, of Ik er nog was en of de kinderen niets was overkomen.
Hoofdstuk 92: De ochtendstorm op de hoogte. De ochtendzegen van de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[22] Opdat je echter inziet hoe ontzettend onbeduidend en dwaas jullie vrees is, gebied ik deze vreselijke vijand te verdwijnen naar een of andere modderpoel in de diepte!
Hoofdstuk 92: De ochtendstorm op de hoogte. De ochtendzegen van de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[26] Alle vaderen staarden als versteend nu eens naar Hored en dan weer naar Abedam en zij wisten zich geen raad.
Hoofdstuk 92: De ochtendstorm op de hoogte. De ochtendzegen van de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[1] Seth riep nu de zijnen bijeen, daalde met hen af naar zijn woning en laadde vijf manden vol met vruchten van de beste soort en voegde daar de juiste hoeveelheid brood, honing en melk aan toe.
Hoofdstuk 93: Seths zorg voor de spijziging van alle aanwezigen. Abedams woorden over de daadwerkelijke naastenliefde. De belofte van de menswording van de Heer in de stam van Seth - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[3] Na deze vriendelijke order liet hij hen dadelijk de niet spijzen gevulde manden optillen en naar de hoogte dragen; ook hijzelf droeg een groot vat gevuld met de zuiverste honing.
Hoofdstuk 93: Seths zorg voor de spijziging van alle aanwezigen. Abedams woorden over de daadwerkelijke naastenliefde. De belofte van de menswording van de Heer in de stam van Seth - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[10] Wie datgene doet wat Ik hem opleg, is een trouwe knecht; wie met zijn hart steeds naar Mij toegekeerd is, is een waar kind van Mij, een ware zoon en een ware dochter; wie vanuit de geest handelt en een afschuw heeft van de wereld en steeds al zijn zinnen op Mij gericht heeft, die is een engel en is voor Mij een broeder in de geest van alle waarheid zoals Sehel.
Hoofdstuk 93: Seths zorg voor de spijziging van alle aanwezigen. Abedams woorden over de daadwerkelijke naastenliefde. De belofte van de menswording van de Heer in de stam van Seth - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[18] O hoe lang al heb Ik naar een broeder verlangd; maar niemand wilde Mij een broeder worden in Mijn liefde uit eigen vrije wil.
Hoofdstuk 93: Seths zorg voor de spijziging van alle aanwezigen. Abedams woorden over de daadwerkelijke naastenliefde. De belofte van de menswording van de Heer in de stam van Seth - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[19] Maar nu ben jij voor Mij geworden, waar Mijn hart zo vele eeuwigheden tevergeefs naar verlangd heeft.
Hoofdstuk 93: Seths zorg voor de spijziging van alle aanwezigen. Abedams woorden over de daadwerkelijke naastenliefde. De belofte van de menswording van de Heer in de stam van Seth - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[24] Nu, geliefde broeder, laat ons naar de hoogten gaan en daar met onze kinderen de ochtendmaaltijd houden en Ik wil aan allen luid verkondigen dat Ik een ware broeder heb gevonden; en hemel en aarde zullen in een luid gejubel uitbreken, omdat Ik een echte broeder heb gevonden! Amen.
Hoofdstuk 93: Seths zorg voor de spijziging van alle aanwezigen. Abedams woorden over de daadwerkelijke naastenliefde. De belofte van de menswording van de Heer in de stam van Seth - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
...  704 - 705 - 706 - 707 - 708 - 709 - 710 - 711 - 712 - 713 - 714 - 715 - 716 - 717 - 718 - 719 - 720 - 721 - 722 - 723 - 724 - 725 - 726 - 727 - 728 - 729  ...