Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

10915 resultaten - Pagina 717 van 728

...  703 - 704 - 705 - 706 - 707 - 708 - 709 - 710 - 711 - 712 - 713 - 714 - 715 - 716 - 717 - 718 - 719 - 720 - 721 - 722 - 723 - 724 - 725 - 726 - 727 - 728
[36] Is het licht in een of ander schepsel of op een of andere plaats uitge­doofd, dan komt de strenge geboorte, die in de binnenste kern van het licht verborgen ligt, naar voren. Dat is nu het ene deel. Het andere deel of aanzicht is het licht, dat uit alle krachten steeds weder geboren wordt, en wederkerig alle krachten van den Vader doorstraalt, en de oorsprong van alle krachten is. Men onderscheidt het echter als een afzonderlik aanzicht van den Vader, omdat het de geboorte van den Vader niet begrijpen kan en toch des Vaders Zoon is, die steeds weer uit den Vader geboren wordt. Hier hebt gij een voorbeeld voor alle aangestoken lichten in deze wereld, denk daar over na!
Hoofdstuk 23: Van de diepte boven de aarde. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[49] Zo ziet gij nu, wat God is en hoe zijn liefde en toorn van eeuwigheid ge­weest zijn, ook hoe zijn wezen is en gij moogt niet zeggen, dat gij niet in God leeft en zijt, of dat God iets vreemds is, dat gij niet bereiken kunt; overal, waar gij zijt, is de poort van God. Zijt gij nu heilig, dan zijt gij met uw ziel dicht bij God in de Hemel; zijt gij echter goddeloos, dan zijt gij met uw ziel dicht bij het helse vuur.
Hoofdstuk 23: Van de diepte boven de aarde. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[53] En toen dat geschiedde, loeide hij met zijn aangestoken vuurgeest in de Godsnatuur en daar werd het gehele lichaam der Godsnatuur, zover als zijn heerschappij reikt, aangestoken. Daar echter zijn licht uitdoofde, kon hij geen macht krijgen over twee geboorten van God, de Zoon van God en de Heilige Geest, en daar bleef hij staan in de scherpe geboorte van God.
Hoofdstuk 23: Van de diepte boven de aarde. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[4] De schors echter is alsof zij dood is, en kan het leven van de boom niet begrijpen, maar hangt om hem heen en is een bedekking van de boom, waarin de wormen nestelen en waardoor de boom eindelik ten gronde gaat.
Hoofdstuk 24: Van het samenstellen der sterren. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[18] Zie, de sterren zijn uit God samengesteld; gij moet echter het verschil goed begrijpen, want zij zijn niet het hart en de zachte, reine Godheid, die men als God eren en aanbidden moet, doch zij zijn de binnenste en scherpe geboorte, waaruit het hart van God zich steeds openbaart en van waaruit de Heilige Geest uit de aanvang des levens steeds opgaat.
Hoofdstuk 24: Van het samenstellen der sterren. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[20] Zegt ge nu: hoe kan men het vuur, dat werd ontstoken, blussen, hoort dan toe. Ge hebt het zoete bronwater in u, giet het uit in het vuur, zo zal het uitdoven. Laat ge het branden, zo doet het in uw wezen opdrogen de bron van alle zeven Oergeesten, zodat ge verdroogt. Wanneer dit ge­schiedt, zo zijt ge een hellebrand en voor u is geen hulp meer. Wanneer ge echter aanziet, wat ge liefhebt, en ge maakt de geest in uw hart levend, zo ontsteekt ge het vuur; dat brandt allereerst in het zoete water als een gloeiende kool. Terwijl het nu smeult, zo doet het u wel­dadig aan en verteert u niet; wanneer uw hart zich echter verheft en de zoete bron ontstoken wordt, zodat het een laaiend vuur wordt, zo worden alle Oergeesten aangestoken, dan brandt uw gehele lichaam, en mond en handen komen in werking.
Hoofdstuk 10: Over de zesde oergeest in de goddelijke kracht. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[22] Wanneer ge dat doet, zo zal de wereld met u spotten en zij houdt u voor een dwaas. Draag dit kruis met geduld, en laat den gevangen Geest niet meer uit de gevangenis en vertrouw op God, Hij zal u de kroon der goddelijke vreugde geven. Scheurt zich echter de geest weer uit de ge­vangenis los, zo werpt hem er weer in; beschouwt hem als uw weder­partij, zo lang u leeft. Wanneer ge maar zoveel overhoudt, dat hij niet de bronwel van uw hart geheel in vlammen doet opgaan, waardoor uw ziel wordt gelijk een dor stuk hout; en wanneer iedere bron nog zijn sap bezit, wanneer gij heen gaat, zo zal het vuur dat ontstoken werd u ten jongste dage niet schaden en in uw Oergeesten niet verankerd blijven, maar ge zult, na dit droevige bestel in de opstanding een triomferende Engel Gods zijn.
Hoofdstuk 10: Over de zesde oergeest in de goddelijke kracht. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[24] Mij echter wordt de poort van het gemoed geopend, opdat ik het zien en kennen kan, anders zou het mij ook verborgen blijven tot aan deze dag. Dit is ook van voor de grondlegging der wereld aan alle mensen ver­borgen geweest, maar ik laat aan God het bestuur over. In God triom­feren alle geesten als één geest; en de ene geest verzacht en bemint steeds de anderen, en is niets dan louter vreugde en gelukzaligheid. Hunne geboorte evenwel, welke in het verborgene plaats heeft, moet alzo zijn, want het leven en het verstand en de alwetendheid worden alzo geboren, en het is een eeuwige geboorte, die nooit verandert. Ge moet niet denken, dat in de Hemel ook maar één lichaam, of één onderdeel is, dat men voor alle anderen met de naam van God zou kunnen benoemen, neen, de ganse goddelijke kracht, die zelf de Hemel en aller Hemelen Hemel is, wordt alzo geboren en dit is God de Vader, uit Wie alle heilige Engelen zijn geboren en zij allen leven uit deze goddelijke kracht; ook wordt de geest aller Engelen immer en eeuwig uit deze kracht geboren, alsook de geest aller mensen. Want deze wereld behoort tot het lichaam van God den Vader, als de Hemel daartoe behoort; maar de geesten zijn in de onbegrensdheid van deze wereld door koning Lucifer ontstoken geworden, zodat alles in deze wereld is alsof het half versmacht is en dood; daarom zijn wij arme mensen zo verblind en leven te midden van het grootste gevaar.
Hoofdstuk 10: Over de zesde oergeest in de goddelijke kracht. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[23] Toen God zich in het lijf dezer wereld bewogen had, heeft de angstvallig­heid zich in de geboorte dezer wereld ingedrongen, waardoor de vuur­straal is ontstaan, en het licht der sterren is aangestoken door het water des levens. Tot aan de derde dag, tot de tijd der ontsteking van de toorn Gods in deze wereld, is de natuur in haar angstvalligheid een duister dal geweest, dat midden in de dood stond. Op de derde dag echter is het leven door de dood heengebroken en de nieuwe geboorte heeft zich toen ingezet. Want zolang en geen uur langer heeft ook de nieuw geboren
Hoofdstuk 24: Van het samenstellen der sterren. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[28] De sterren zijn slechts de aansteking van het grote huis, want het gehele huis ligt in de dood verstard, evenals de aarde; de buitenste geboorte is dood en verstijfd als de bast om de boom; de siderische geboorte echter is het lichaam, van waaruit het leven opspringt.
Hoofdstuk 24: Van het samenstellen der sterren. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[30] Deze liefde en toorn vormen nu wel een lichaam, maar het water des levens is de Hemel van de scheiding tussen hen, zodat de liefde niet de toorn kan omvatten of begrijpen, en ook de toorn niet de liefde; de liefde echter gaat in het water des levens op en neemt uit de eerste en strenge geboorte de kracht, die in het licht is, hetwelk uit de toorn werd geboren; en zo ontstaat het nieuwe lichaam uit het oude. Het oude lichaam, dat staat in de strenge geboorte, behoort de duivel tot huis, het nieuwe is het rijk van Christus.
Hoofdstuk 24: Van het samenstellen der sterren. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[32] Nu moet gij echter van dezen enigen Vader, die tegelijk toornig en liefde­rijk is, niet twee personen maken, want het is één Vader, die steeds uit zijn hart zijn geliefde Zoon doet geboren worden, en van beiden gaat de Heilige Geest uit.
Hoofdstuk 24: Van het samenstellen der sterren. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[25] Ge moet daarom nog niet denken dat het Hemelse licht in deze wereld in de oerbronnen Gods geheel gedoofd is. Neen, er is slechts een duister­nis, welke wij met onze verdorven ogen niet doorschouwen kunnen; zo God echter deze duisternis doet wijken, die zweeft boven het licht, en uwe ogen worden geopend, zo ziet ge op de plaats, waar ge zijt, en waar ge zit of ligt, Gods schone aangezicht en de gehele Hemelse poort. Ge durft uw ogen niet naar de Hemel opheffen, want er staat ge­schreven: het “Woord” is nabij u; namelijk op uw lip en in uw hart. 5 Mozes 30 :, Romeinen 10 : 8. Zo nabij is God u, dat de geboorte der heilige Drievuldigheid ook in uw hart plaats heeft; God de Vader, de Zoon en de Heilige Geest worden allen in uw hart geboren. Wanneer ik hier nu schrijf over het centrum of het midden, en dat de oerbron der Goddelijke geboorte in het midden plaats vindt, zo betekent dat niet, dat er in de Hemel een bijzondere plaats is of een bijzonder lichaam waaruit het vuur van het goddelijk leven ontspringt en van waaruit de zeven geesten Gods uitgaan in de volheid van den Vader, maar ik spreek op menselijke wijze over deze dingen ter wille van het onverstand van de lezer, over de wijze, waarop de Engelen zijn gevormd en zoals in God alles bestaat. Ge kunt geen plaats, noch in de Hemel, noch op de aarde noemen, waar de goddelijke geboorte niet alzo geschiedt, noch in enige Engel of heilige mens, noch daarbuiten. Waar een oerbron of oergeest in de goddelijke kracht aangeroerd wordt, waar ook, behalve in de duivelen en in alle goddeloze verdoemde mensen, zo is de goddelijke ge­boortebron aanwezig en daar zijn tegelijkertijd alle zeven Oergeesten Gods aanwezig en het is, alsof ge een ruimtelijke cirkel zou sluiten en als het ware de gehele goddelijkheid binnen dien cirkel. Zo ook wordt de goddelijkheid in een schepsel geboren; de volheid des Vaders is tot aan alle einden der wereld en in alle dingen. Op deze wijze kan men God noemen: een almachtige, alwetende, alziende, alhorende, alriekende, al­proevende, alvoelende God, die alom tegenwoordig is en hart en nieren proeft van Zijn schepselen.
Hoofdstuk 10: Over de zesde oergeest in de goddelijke kracht. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[2] Nu doet de vraag zich voor: hoe is deze gestalte of vorm? Zijt ge een wijze Mercuriusgeest, die alle zeven goddelijke geesten doordringt en hen beproeft en doorzoekt, wie zij zijn, zo zult ge bij de verklaring van deze zevende geest de werking en het wezen van de ganse goddelijkheid verstaan en zijn bedoeling begrijpen. Verstaat ge echter deze geest niet, zo laat dit boek met rust; en bemoei er u niet mee, want dan zijt ge in Saturnus te zeer gevangen en geen filosoof in deze wereld. Laat nu uw oordeel achterwege, of ge zult er voor gestraft worden; ik heb u daarvoor getrouwelijk gewaarschuwd;;; wacht totdat ge in het volgende leven zijt, zo zal de Hemelpoort voor u opengedaan worden en dan zult ge het ook verstaan.
Hoofdstuk 11: Over de zevende oerbron in de Goddelijke kracht. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[4] Wanneer de bliksem zich in 't centrum verheft, zo is de goddelijke ge­boorte in volle werking; in God is het immer en eeuwig alzo, maar bij ons arme kinderen des vleeses niet. In dit leven duurt de zegevierende goddelijke geboorte in ons mensen slechts zó lang, als deze bliksemstraal aanhoudt; daarom is onze kennis stukwerk; in God echter blijft deze blik­semstraal onveranderlijk en eeuwig voortduren. Ziet, alle zeven geesten zouden zonder deze bliksemstraal zijn als een donker dal. Nu bewegen zich de vier geesten (bitter enz.) in de bliksem, want ze worden alle vier daarin levend gemaakt, deze viervoudige kracht stijgt op, alsof het leven zelf openging; en deze kracht, die is opgestegen, is de liefde; dit is de vijfde geest; deze is, alsof een dode geest wederom levend is geworden en plotseling in grote klaarheid zich openbaarde. De ene kracht maakt de andere beweeglijk; de zure, wrange klopt, de hitte veroorzaakt in liet kloppen een duidelijke klank of geluid; de bittere verdeelt deze klank en het water maakt hem zacht; dit is de zesde geest. Nu stijgt de toon op in alle vijf geesten, als een lieflijke muziek en blijft bestaan, want de wrange kwaliteit doet hem verdrogen. Nu is in deze toon of klank de kracht van de zes Oergeesten en hij is als 't ware het zaad van de zes andere geesten die tezamen gevoegd zijn tot een lichaam en waaruit een geest is gemaakt; deze heeft de eigenschap van alle geesten en dit is de zevende geest van God in de goddelijke kracht. Deze geest heeft de kleur van het blauw van de Hemel, want hij is uit de zes andere geesten geboren. Wanneer nu de bliksem, die zijn plaats heeft te midden van de hitte, in de andere geesten zijn licht afstraalt, zodat zij opstijgen en de zevende geest doen geboren worden, zo stijgt ook de bliksem op in de zevende geest, bij de geboorte der zes anderen. Dewijl echter de zevende geen aparte eigenschap heeft, waardoor hij zich van de anderen kan onderscheiden, zo kan de bliksem in deze zevende geest niet lichtender worden, want hij verbindt, door middel van de zevende geest, de zes andere geesten tot één lichaam en de bliksem woonte midden dezer zeven geesten en vindt zijn oorsprong in hen allen.
Hoofdstuk 11: Over de zevende oerbron in de Goddelijke kracht. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
...  703 - 704 - 705 - 706 - 707 - 708 - 709 - 710 - 711 - 712 - 713 - 714 - 715 - 716 - 717 - 718 - 719 - 720 - 721 - 722 - 723 - 724 - 725 - 726 - 727 - 728