Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 718 van 1490

...  706 - 707 - 708 - 709 - 710 - 711 - 712 - 713 - 714 - 715 - 716 - 717 - 718 - 719 - 720 - 721 - 722 - 723 - 724 - 725 - 726 - 727 - 728 - 729 - 730 - 731  ...
[1] En toen Henoch deze woorden had beëindigd, stond Seth meteen weer op en zei: "0, wat zijn wij en wat kunnen wij? Niets!
Hoofdstuk 61: Het goddelijke woord in het mensenhart - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[11] Zie, precies zo is het ook met ieder woord van de Heer! Zoals het is gegeven zal het geen vrucht voortbrengen, - maar als het in het aardrijk van onze harten wordt gelegd, dan wordt het veilig omhuld door zijn harde schil daarin gelegd. Wanneer deze harde schil dan door onze liefde oplost en in ons hart verteerd wordt, zie, dan zal de levende kiem of het levende begrijpen van hoe te handelen door het licht van de zon van de geest voor de dag komen en onder menige stormachtige beproevingen, liefdesregen van boven en genadelicht van de heilige, liefdevolle Vader goed gedij end rijpen tot de onschatbare vrucht van alle leven en van alle liefde in de wijsheid van God, onze Vader!
Hoofdstuk 61: Het goddelijke woord in het mensenhart - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[4] En Adam vroeg verder aan Enos of hij het begreep. Deze antwoordde: "0 vader, eens zag ik een hoop vormeloze, plompe stenen liggen; ze hadden allemaal dezelfde kleur. Spoedig daarop viel er een vruchtbare regen uit de hemel en deze regen viel ook op die hoop stenen; deze zogen begerig iedere druppel in zich op omdat de zon de stenen van tevoren door en door verwarmd had. Zij dampten, verrukt lijkend door een dergelijke afkoeling, zelfs zo sterk dat ik vanwege de geweldige dampvorming niet in staat was ze te zien. Gedurende de regen stak nu ook een kleine storm op; deze verdreef de dampen boven de stenen en ik kon ze weer zien. Maar wat waren ze veranderd!
Hoofdstuk 62: De patriarchen brengen begrip op voor Henochs woorden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[11] En daarom heb ik ook nu het vaste geloof, dat na deze voor mijn hart stormachtige nacht, een tegelijk rustige en boven alles heldere morgen in en door de liefde tot God, ons aller liefdevolle, heilige Vader, op zal gaan. Amen."
Hoofdstuk 62: De patriarchen brengen begrip op voor Henochs woorden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[12] O vaderen der vaderen der aarde, wanneer ik nu door Henoch de zeer machtige heerschappij van het Woord ondervind en door het Woord alles in mij wordt omgevormd, o, dan vraag ik niet meer naar leven! Voorwaar, dat heb ik toch immers reeds in het Woord gevonden; en voor wie deze getuigenis van het leven niet voldoende is, o vaderen, die zal waarschijnlijk nooit een andere vinden! Amen."
Hoofdstuk 63: Asmahaël spreekt over het goddelijke woord - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[4] Zie, men moet het zo opvatten: wanneer we een blik omhoog werpen en weer terug naar de aarde en dat weliswaar geheel ongedwongen, dan zullen wij in de hoogte alles vol van licht zien en op de aarde alles vervuld van allerlei bedrijvigheid. Er liggen talloze levensvatbare zaadkorrels in de voren van de aarde verborgen, evenals talloze eicellen van de dierenwereld in hun warme nesten, alsook in de organen van de dieren en deze kijken daar met verlangen uit naar de warmte en de verrijzenis in het licht.
Hoofdstuk 64: Henoch spreekt over het wezen van het woord - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[5] Maar waarlijk, zolang niet al die voren van de aarde en al de organen van de dieren volledig worden doorwarmd, zal uit de kiem van al deze gevangenissen geen leven verschijnen om zich vrij te verheffen naar de vrije ruimten, die vol van licht zijn!
Hoofdstuk 64: Henoch spreekt over het wezen van het woord - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[8] Zie, de warmte is zelf het verborgen, slapende leven in de diepte en kan zichzelf niet vrijmaken; maar wanneer het licht lang genoeg over de vlakten van de aarde geschenen heeft, zie, dan wekt het de warmte uit haar slaap. Deze doorbreekt dan de ijzige greep en treedt vrij en werkzaam te voorschijn, verbindt zich met het licht en vormt dan een wezen, dat zijn wortelen nog in de oerschoot van het leven uitbreidt en daarin zijn voedsel zoekt, maar zijn aan het licht verwante deel vrijstaand boven de aarde verheft om zijn eenmaal opgewekte leven voortdurend wakker te houden; en wat bij de planten het opwekkende is, is dat ook bij de dieren, zowel bij het ene als bij het andere geslacht en alles wordt door het licht aangetrokken en door de warmte in beweging gebracht.
Hoofdstuk 64: Henoch spreekt over het wezen van het woord - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] Nadat Henoch dit grote licht gebracht had, stonden allen op en dankten Mij in stilte in hun hart voor deze gave door Henoch. En Adam verlangde naar een kleine versterking voor zijn lichaam, die hem dan ook meteen overhandigd werd; en toen hij zich had versterkt met wat honing, melk en brood, dankte hij Mij voor deze gave en sprak daarna tot zijn kinderen:
Hoofdstuk 65: Adams terugblik op zijn leven - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] En nu liepen de vaderen rustig voort over een schaduwrijke weg onder cederbomen en palmen in de richting van de middag en waren tijdens deze reis, die ongeveer een uur gaans duurde, goed gehumeurd en loofden en prezen Mij in hun harten; want zij hadden volop te zien, omdat de natuur geheel doorzichtig voor hun door Mijn woord gesterkte ogen was geworden.
Hoofdstuk 66: Asmahaël en de tijger - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[6] O vaderen der vaderen der aarde, wijk terug, opdat ook jullie niet met mij te gronde gaan en laat mij als reddend offer door deze machtige tijger grijpen, opdat jullie heilige leven in God zo gespaard mag worden! O red, red jezelf, waardige, machtige vaderen!"
Hoofdstuk 66: Asmahaël en de tijger - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[8] Adam zei echter tegen Henoch: "Luister Henoch! Ga daar naartoe en breng de grimmige wachter hierheen, zodat de angstige Asmahaël vertrouwd kan raken met Gods kracht in de mens, waardoor deze tot heer over de natuur gesteld werd en alle schepselen hem moeten gehoorzamen! Amen."
Hoofdstuk 66: Asmahaël en de tijger - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[9] En meteen ging Henoch naar de tijger; deze wierp zich ogenblikkelijk voor Henoch neer, terwijl hij over zijn hele lichaam sidderde.
Hoofdstuk 66: Asmahaël en de tijger - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[12] (N.B. Deze soort reusachtige tijgers bevinden zich heden ten dage nog slechts in enige oerwouden, in het midden van het Afrikaanse hooggebergte, alsmede hoogst zeldzaam, in dat van Azië.)
Hoofdstuk 66: Asmahaël en de tijger - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] En zo kwamen zij behouden bij de kinderen van de middag aan, die, toen zij de komenden gewaar werden, meteen alles in de steek lieten en heen snelden om de aartsvaderen te ontvangen en deze met waardigheid te begroeten.
Hoofdstuk 67: Het bezoek van de vaderen aan de kinderen van de middag - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  706 - 707 - 708 - 709 - 710 - 711 - 712 - 713 - 714 - 715 - 716 - 717 - 718 - 719 - 720 - 721 - 722 - 723 - 724 - 725 - 726 - 727 - 728 - 729 - 730 - 731  ...