15542 resultaten - Pagina 718 van 1037
... 706 - 707 - 708 - 709 - 710 - 711 - 712 - 713 - 714 - 715 - 716 - 717 - 718 - 719 - 720 - 721 - 722 - 723 - 724 - 725 - 726 - 727 - 728 - 729 - 730 - 731 ...
[14] Maar wanneer iemand dat lang genoeg heeft aanschouwd en daarmee zijn voordien hongerige ziel voldoende heeft verzadigd, dan zullen ook die heerlijke spijzen de ziel weldra weer beginnen te vervelen, en hij zal spoedig naar huis gaan verlangen om zijn lichaam dat door de bevrediging van de ziel hongerig is geworden, weer een nieuwe versterking te verschaffen door middel van een goede spijs, of in het gunstigste geval begint zijn geest zich te roeren en zal via de ziel tegen het lichaam zeggen: `Ik heb een geweldige honger!'Hoofdstuk 44: Voedsel voor lichaam, ziel en geest. Verveling als honger van de ziel, en weetgierigheid als honger van de geest. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] Vandaar dat wij, omdat ons ook aan jouw eer veel gelegen is, hoewel wij ook niet weten uit welk deel van de stad je naar ons toe bent gekomen, zeer graag zouden zien dat je zo mogelijk de fout weer herstelt, temeer daar ginds aan de andere tafel zelfs de hoge gasten op ons gepraat schijnen te letten, zelfs de twee machtigen van de hoogte!'
Hoofdstuk 45: De vraag van de hardleerse critici over de kracht van het woord en de woorden van de wijze Spreker over het innerlijke, levende woord in het hart. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] De Spreker stond op en zei tegen de goed menende critici: 'Richt de ware wijsheid zich naar de eeuwige waarheid, of naar de zwakte van de wereld? - Welk antwoord wil je Mij dan op deze vraag geven? Laat degene van jullie die de wijsheid bezit, spreken! -
Hoofdstuk 45: De vraag van de hardleerse critici over de kracht van het woord en de woorden van de wijze Spreker over het innerlijke, levende woord in het hart. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[10] Jullie zwijgen en zoeken naar een antwoord; maar Ik beweer dat jullie er deze keer geen zullen vinden dat voor Mij toereikend zou zijn! Heb Ik dan van een materiƫle of mechanische ontbinding van de materie gesproken?
Hoofdstuk 45: De vraag van de hardleerse critici over de kracht van het woord en de woorden van de wijze Spreker over het innerlijke, levende woord in het hart. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] Denk je dat de hoge gasten dat niet weten? O, ga maar naar hen toe en zij zullen je datgene zeggen wat Ik je nu heb gezegd!'
Hoofdstuk 46: De wijze woorden van de voornaamste Spreker over de innerlijke taal van de geest en de uiterlijk taal van de mond. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[12] Had Ik dan niet gesproken van een innerlijk levend woord der liefde vanuit het hart, dat zich allereerst in heldere gedachten of zielsvormen uitspreekt en dan overgaat tot de spraak van het gezicht en pas dan, indien het nodig is vanwege de zwakte van de mensen met slechts grove zintuigen, in de spraak van de mond, opdat de grove zintuigen van zulke zwakke mensen door de herhaaldelijke voeding van hun geest in hen, verfijnder worden, en ze dan met meer verfijnde levendiger zintuigen de dingen in hun waarheid zien en daardoor steeds meer hun geest voeden, opdat hij als het eigenlijke leven in de mens opstaat en een volkomen heer is in zijn huis, - terwijl als hij zo gevormd is als, naar het nu blijkt, in jullie, hij niet meer is dan een nietszeggende knecht van de materie, van het gericht en dus ook van de dood?!
Hoofdstuk 45: De vraag van de hardleerse critici over de kracht van het woord en de woorden van de wijze Spreker over het innerlijke, levende woord in het hart. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[12] Zie, dat is nu juist de totaal verkeerde weg! Juist doordat de mens een dienaar van de zintuigen en de wereld is geworden en zich naar buiten heeft gekeerd, is hij ook in de uiterlijke taal van de mond terechtgekomen en kan nu zijn broeder niet anders begrijpen dan door het woord van de mond, dat op zichzelf niets anders is dan alleen het aller buitenste van de schors van een boom.
Hoofdstuk 46: De wijze woorden van de voornaamste Spreker over de innerlijke taal van de geest en de uiterlijk taal van de mond. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[13] Hij heeft daarmee onmetelijk veel verloren door dit schijnbare voordeel, want als de mens bij zijn innerlijke geestestaal zou zijn gebleven, dan zou hij de taal van de hele schepping verstaan en hij zou de dingen tot in hun grond kunnen begrijpen. Maar zo is hij een stomme toeschouwer geworden en heeft door zijn naar buiten gekeerd zijn al zijn zintuigen in zichzelf bedorven, zodat hij daardoor doof, blind en gevoelloos werd als de bast van de boom en niets van het wezen van de dingen begrijpt; ja hij kent niet eens zichzelf en ook niet het klagende hart van zijn broeder!
Hoofdstuk 46: De wijze woorden van de voornaamste Spreker over de innerlijke taal van de geest en de uiterlijk taal van de mond. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[14] Zou jij nu bovendien ook nog het erkennen en het aanbidden van God, die Zelf toch het allerinwendigste leven in de mens is, geheel naar buiten willen richten, zodat je daardoor ook God zou kunnen verliezen en zodoende een heiden worden of zelfs een volslagen godloochenaar?!'
Hoofdstuk 46: De wijze woorden van de voornaamste Spreker over de innerlijke taal van de geest en de uiterlijk taal van de mond. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[11] Geloof en bid je met je buitenkant, je zintuiglijk materiƫle deel, dan lok je je geest eveneens naar je buitenkant en je stoffelijke deel, en dat is jouw gerichte deel en derhalve dood.
Hoofdstuk 47: Het opgelegde, onvrije geloof en het vrije, door de liefde tot God levend geworden geloof. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] De criticus sprak: 'Ja, het is naar mijn mening enkel van belang, dat wij ofwel bij die handeling ook aanwezig moeten zijn, of, omdat ik opmerk dat Lamech, Henoch en zijn begeleiders uit de hoogte ook aandachtig naar je woorden schijnen te luisteren, wij met ons gepraat Lamech ophouden!
Hoofdstuk 48: De deemoediging van de niet oprechte kijklustige criticus. Met het woord uit de mond is het mogelijk om te liegen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] Omdat je mij erom vraagt, noem ik deze omstandigheden, daar ze mij de voortzetting van ons gesprek hier enigszins overbodig lijken te maken. Overigens wil ik daarmee in het geheel geen vaste bewering plaatsen met het oog op jouw grote wijsheid; want jij zult de zaak beslist dieper doorgronden dan ik, omdat jij immers onmetelijk veel wijzer bent dan ik. Bepaal jij daarom dan ook wat hier het beste is, dan wil ik me naar jouw wijsheid voegen!'
Hoofdstuk 48: De deemoediging van de niet oprechte kijklustige criticus. Met het woord uit de mond is het mogelijk om te liegen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[13] Je hebt Mij omstandigheden genoemd die ons zouden hinderen bij ons gesprek maar die wat jou betreft, volledig verzonnen zijn; want het gaat jou noch om de inwijding van de tempel noch om Lamechs daartoe bepaalde tijd, en evenmin om het feit dat hij zo aandachtig naar Mijn woorden luistert, - maar het gaat je alleen om je kijklust!
Hoofdstuk 48: De deemoediging van de niet oprechte kijklustige criticus. Met het woord uit de mond is het mogelijk om te liegen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] Hij is vast en zeker ook van boven afkomstig, misschien door de Heer naar mij of naar mijn volk ontboden als een leraar in de hogere en diepere levenswijsheid!
Hoofdstuk 49: Koning Lamech en Henoch in gesprek over de wijze Spreker en de inwijding van de tempel op de berg. De geestelijke betekenis van de tempel. Koning Lamech nodigt de wijze Man uit voor de inwijding van de tempel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] Daar hij zelf al van een eventuele uitnodiging voor de inwijding van de tempel op de berg heeft gesproken, lijkt het me toch wel zeer passend dat ik nu naar hem toe ga om hem zelf beleefd uit te nodigen! Denk je niet dat dat zo hoort?'
Hoofdstuk 49: Koning Lamech en Henoch in gesprek over de wijze Spreker en de inwijding van de tempel op de berg. De geestelijke betekenis van de tempel. Koning Lamech nodigt de wijze Man uit voor de inwijding van de tempel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)