Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 720 van 1088

...  708 - 709 - 710 - 711 - 712 - 713 - 714 - 715 - 716 - 717 - 718 - 719 - 720 - 721 - 722 - 723 - 724 - 725 - 726 - 727 - 728 - 729 - 730 - 731 - 732 - 733  ...
[2] Jij hebt het vonkje van Farak zo trouw in je hart bewaard en hebt aan Hem geloofd die je nooit gezien hebt, alsook aan de heimelijke roep in je; en je twijfelde er niet aan dat Ik met deze heimelijk stille roep Mijn wil aan jou te kennen gaf. En toen je die roep in je vernam en herkende, heb je er ook meteen strikt naar gehandeld. Jou zeg ik kort en goed: omdat jij Mij in het kleine waarachtig trouw gebleven bent, zul je Mij ook zeker van nu af aan des te trouwer blijven, daar je nu Degene Zelf ziet en hoort over wie Farak aan het volk in Hanoch gepredikt en geprofeteerd heeft, - en daarom lul je ook bij je volk meer vertegenwoordigen dan de plaats van Farak in Hanoch!
Hoofdstuk 109: Horadal wordt tot ware leider van zijn volk aangesteld. De drie tekenen van genade voor Horadal - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[3] En dadelijk gingen de tien aanvoerders naar het volk en deden hetgeen Horadal hen opgedragen had volgens de wil van de Heer.
Hoofdstuk 111: De reddingsdaad van de ijlbode Lamel. Het relaas van het geredde meisje over de gruwelijkheden in Hanoch - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[4] In één minuut tijd waren allen reisvaardig; maar toen Abedam Kisehel en Sethlahem opdroeg om nu het volk naar het eerder genoemde land te leiden, zie, toen kwam tezelfdertijd Lamel als een ijlings vliegende vogel nabij gesneld, een meisje op zijn sterke armen dragend!
Hoofdstuk 111: De reddingsdaad van de ijlbode Lamel. Het relaas van het geredde meisje over de gruwelijkheden in Hanoch - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[11] `Grote man, ter wille van de grote God die de hoge verslagen broers van die uiterst wrede Lamech nog aan mijn ouders verkondigden, vraag ik je om naar mij, het allerarmste kind van de aarde, te luisteren!
Hoofdstuk 111: De reddingsdaad van de ijlbode Lamel. Het relaas van het geredde meisje over de gruwelijkheden in Hanoch - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[26] O Vader, neem dat genadig aan!' Abedam boog Zich onmiddellijk voorover naar Lamel, hief hem van de grond op en zei tegen hem:
Hoofdstuk 111: De reddingsdaad van de ijlbode Lamel. Het relaas van het geredde meisje over de gruwelijkheden in Hanoch - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[28] Maar laten wij eerst het gehele volk laten vertrekken naar het voor hen bestemde land, pas dan zal Ik Mij tot dit arme kind wenden! Het moet eerst enigszins tot zichzelf komen; en dan zal Ik het het beste doen voor haar en voor jou! Amen.'
Hoofdstuk 111: De reddingsdaad van de ijlbode Lamel. Het relaas van het geredde meisje over de gruwelijkheden in Hanoch - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[2] 'Luister! Net zoals jullie Horadals volk hierheen geleid hebben, ga je het nu leiden naar het land dat Ik reeds sinds alle tijden der aarde voor dit volk bestemd heb; want Ik wist immers reeds lang, ja sinds eeuwigheden wist Ik en karet Ik altijd wat Ik doen wil en wat Ik doen zal en niemand buiten Mij weet wat Ik sinds eeuwigheden van plan ben.
Hoofdstuk 112: De opdracht van de Heer aan Kisehel en Sethlahem om Horadals volk naar hun land te leiden. De gevolgen van vloek en zegen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[3] Ga daarom heen en voer dit volk naar de plaats die Ik bepaald heb!
Hoofdstuk 112: De opdracht van de Heer aan Kisehel en Sethlahem om Horadals volk naar hun land te leiden. De gevolgen van vloek en zegen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[21] Ik heb in Farak een door Mij gezegende engel als leider naar de diepte gezonden; had jij in plaats van te vloeken niet hetzelfde in Mijn naam kunnen doen?!
Hoofdstuk 112: De opdracht van de Heer aan Kisehel en Sethlahem om Horadals volk naar hun land te leiden. De gevolgen van vloek en zegen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[23] O Adam, Adam! Kijk eens goed naar dit meisje dat nu aan Mijn voeten ligt en wier hart zuiverder is dan de zon op het midden van de dag!
Hoofdstuk 112: De opdracht van de Heer aan Kisehel en Sethlahem om Horadals volk naar hun land te leiden. De gevolgen van vloek en zegen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[4] 'Adam! Wat ben je toch voor een mens! Wil je dan een steen worden?! Is liet leven dan werkelijk zo iets verachtelijks dat je het in jezelf wilt vervloeken en je jezelf naar geest en lichaam helemaal wilt doden, evenals het leven in alle kinderen die Ik uit jou heb laten voortkomen?!
Hoofdstuk 113: De Heer spreekt vermanende woorden tot Adam, die wanhopig is wegens zijn dwaasheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[14] Ieder zandkorreltje waaruit het een of andere hemellichaam bestaat, is van jou uit gezien op zichzelf reeds een intense beproeving voor Mijn geduld van meer dan duizend jaar gemeten naar de vlucht der tijden.
Hoofdstuk 113: De Heer spreekt vermanende woorden tot Adam, die wanhopig is wegens zijn dwaasheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[11] Abedam boog zich voorover naar Adam, raakte hem aan en zei hem op te .taan; en toen Adam zich eindelijk had opgericht, nam Abedam hem weer bij de hand en zei:
Hoofdstuk 114: Adams visioen: de vrouw op de zon vertrapt de kop van de slang - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[15] Maar toen de slang moeite deed de sterke vrouw te overweldigen en in haar hiel te bijten, zie, toen wierp de vrouw een appel naar de kop van de slang; de slang echter hapte naar de appel en beet zich daarin vast.'
Hoofdstuk 114: Adams visioen: de vrouw op de zon vertrapt de kop van de slang - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[7] God, de eeuwige, de oneindige, de heilige, de almachtige God! - O hart, mijn hart, breek nu niet de stem van mijn tong; laat nu toe dat ik het uit alle macht uitschreeuw! Hij, Hij, voor wie duizendmaal duizend jaar zijn als het allervluchtigste ogenblik, - Hij, voor wiens ademtocht alle eindeloze ruimten beven en de eeuwigheden uit de allergrootste eerbied in het niets terugzinken, - Hij, die met één blik duizendmaal duizend zonnen kan laten ontstaan en weer laten vergaan, - Hij, Hijzelf in eigen persoon heeft ons, de alleen alleronwaardigste schepselen, Zijn eindeloze heiligheid vergetend, vanuit Zijn allerheiligste diepte aangezien, heeft, omdat wij door onze allergrootste vrijwillige boosheid zo onmetelijk diep van Hem en voor Hem gevallen zijn, om ons Zijn grote erbarming ten deel te laten vallen, de gehele oneindigheid gevuld met talloze treden, zodat wij weer naar Hem toe kunnen klimmen!
Hoofdstuk 115: Adams luide lofprijzing over Gods erbarming en Zijn menswording in Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
...  708 - 709 - 710 - 711 - 712 - 713 - 714 - 715 - 716 - 717 - 718 - 719 - 720 - 721 - 722 - 723 - 724 - 725 - 726 - 727 - 728 - 729 - 730 - 731 - 732 - 733  ...