Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 720 van 1112

...  708 - 709 - 710 - 711 - 712 - 713 - 714 - 715 - 716 - 717 - 718 - 719 - 720 - 721 - 722 - 723 - 724 - 725 - 726 - 727 - 728 - 729 - 730 - 731 - 732 - 733  ...
[3] 'Broeder Lamech, zie, de spijzen zijn nu hier en zijn gezegend; kom hierheen aan mijn rechterzijde, en wij zullen met zijn achten aan één mand voldoende hebben! Alle andere laten wij over aan de vrouwen en meisjes; want zij hebben al sinds enkele dagen niets meer tot zich genomen en werden tot nu toe wonderbaarlijk behouden door de goddelijke genade en erbarming, waarmee uitgerust wij deze diepte ook alleen maar veilig betreden konden!
Hoofdstuk 189: Het maal op het tempelplein. Kisehels woorden over de bestemming van de vrouw. Sethlahems troostende woorden tot de vrouwen en de meisjes - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[11] En Kisehel ontbood Sethlahem bij zich en zei: 'Broeder, ga aan je werk, en verleen de juiste troost aan die arme wezens, wier hart nu van vreugde en deemoed is vervuld!' En Sethlahem stond op, ging naar de vrouwen en meisjes toe, strekte zijn handen over hen uit en zei tegen hen:
Hoofdstuk 189: Het maal op het tempelplein. Kisehels woorden over de bestemming van de vrouw. Sethlahems troostende woorden tot de vrouwen en de meisjes - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[5] Toen deze vrouwen en meisjes zich naar de stad hadden begeven, kwamen daar ook reeds de andere drie terug met achter zich de ruige Thubalkaïn met een groep flinke mijnwerkers, die al waren voorzien van allerlei werktuigen, die ze voor de mijnbouw nodig hadden.
Hoofdstuk 190: Sethlahems opdracht aan de vrouwen en meisjes. Thubalkaïns aankomst. Het gesprek tussen Kisehel en de ruwe Thubalkaïn - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[6] Toen zij bij Lamech waren aangekomen, nam Sethlahem allereerst de vrouwen onder zijn hoede, bracht hen naar de mand en zei dat ze zich met spijs en drank moesten laven en sterken. Toen de vrouwen dat hoorden, straalde hun gezicht van een bijna bovenaardse vreugde.
Hoofdstuk 190: Sethlahems opdracht aan de vrouwen en meisjes. Thubalkaïns aankomst. Het gesprek tussen Kisehel en de ruwe Thubalkaïn - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[18] Hierop wendde Thubalkaïn zich dot Kisehel en vroeg hem: 'Waarom meld je je niet, als jij me hebt laten roepen?! Ben je soms zo bang voor mij, of versta je mijn taal niet? - Spreek op, als je tenminste kunt spreken!
Hoofdstuk 190: Sethlahems opdracht aan de vrouwen en meisjes. Thubalkaïns aankomst. Het gesprek tussen Kisehel en de ruwe Thubalkaïn - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[20] En Kisehel richtte zich op en zei op vragende wijze tegen Thubalkaïn: Zeg mij eerst waarom je met je hamer hard op de grond hebt geslagen en waarom je ons `berglummels' hebt genoemd, - dan pas zal ik je zeggen wat ik wil! - Spreek dus! Amen.'
Hoofdstuk 190: Sethlahems opdracht aan de vrouwen en meisjes. Thubalkaïns aankomst. Het gesprek tussen Kisehel en de ruwe Thubalkaïn - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[25] Hierop wendde hij zich tot zijn ploeg en zei tegen hen: 'Ga weer terug met mij; want voor zulke lummels is ons vakmanschap niet geschapen!
Hoofdstuk 190: Sethlahems opdracht aan de vrouwen en meisjes. Thubalkaïns aankomst. Het gesprek tussen Kisehel en de ruwe Thubalkaïn - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[1] Toen Thubalkaïn deze resolute woorden van Kisehel hoorde werd hij aanvankelijk een beetje bang, want op het eerste gezicht had hij niet zoveel moed van de vreemdeling verwacht. Daarom ging hij ook niet dadelijk terug; maar hij vermande zich weer en zei toen met iets van een hoonlach:
Hoofdstuk 191: De brutale Thubalkaïn, verlamd door de macht van Kisehels wil, wordt tot vriendelijkheid en waarachtigheid opgevoed - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[3] Zie, daar moet ik alleen maar om lachen, armzalige dwaas uit de bergen! Als ik het de moeite waard zou vinden, dan zou ik je ogenblikkelijk laten voelen hoe sterk onze hamers zijn; maar daar de machtige leeuw zich niet inlaat met het vangen van muggen - wat ik dagelijks zie bij mijn twee gevangen dieren -, wil ook ik mij niet inlaten met dergelijk ongedierte! - Begrijp dat, lummel, en doe nu maar wat je wilt; maar ik ga!'
Hoofdstuk 191: De brutale Thubalkaïn, verlamd door de macht van Kisehels wil, wordt tot vriendelijkheid en waarachtigheid opgevoed - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[5] Toen Thubalkaïn dat merkte riep hij zijn vader bij zich en zei heimelijk en erg verlegen tegen hem: 'Luister, wat overkomt me dat ik geen voet kan verzetten? Geef me raad en help me, anders sla ik een erbarmelijk belachelijk figuur, en dat nog wel voor die onbehouwen domkoppen uit de bergen!'
Hoofdstuk 191: De brutale Thubalkaïn, verlamd door de macht van Kisehels wil, wordt tot vriendelijkheid en waarachtigheid opgevoed - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[9] Dat verbaasde Thubalkaïn buitengewoon en hij vroeg zich af wat hij moest doen.
Hoofdstuk 191: De brutale Thubalkaïn, verlamd door de macht van Kisehels wil, wordt tot vriendelijkheid en waarachtigheid opgevoed - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[15] Hierop wendde hij zich tot Kisehel met de volgende woorden: 'Man van de bergen! Kunnen we dan niet verstandig met elkaar praten, zodat we tot een vergelijk kunnen komen tussen mijn en jouw wil?'
Hoofdstuk 191: De brutale Thubalkaïn, verlamd door de macht van Kisehels wil, wordt tot vriendelijkheid en waarachtigheid opgevoed - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[3] Aan veinzen of politiek valt hier niet te denken; want waar men als een druppel water haarfijn wordt doorzien, zou ik wel eens degene willen kennen, die in zulke omstandigheden iets bereikt niet die ellendige tactiek!
Hoofdstuk 192: Thubalkaïns tactische sluwheid wordt door Kisehel openbaar gemaakt - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[13] Hierover verbaasde Thubalkaïn zich geweldig en wist niet wat hij op deze vraag moest antwoorden, en hij zweeg dus hoogst verlegen.
Hoofdstuk 192: Thubalkaïns tactische sluwheid wordt door Kisehel openbaar gemaakt - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[1] Deze woorden van Kisehel verbaasden Thubalkaïn geweldig. Want dat Kisehel een blik kon werpen in zijn innerlijk, wist hij reeds; maar dat Kisehel ook iedere afzonderlijke gedachte die in zijn ziel opsteeg heel precies kon weten, dat was voor onze Thubalkaïn toch iets te veel, en hij wist zich nu geen raad meer.
Hoofdstuk 193: Thubalkaïns inzicht, berouw en de bevrijding van zijn voeten. Thubalkaïns wens en Kisehels belofte - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
...  708 - 709 - 710 - 711 - 712 - 713 - 714 - 715 - 716 - 717 - 718 - 719 - 720 - 721 - 722 - 723 - 724 - 725 - 726 - 727 - 728 - 729 - 730 - 731 - 732 - 733  ...