Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1361 resultaten - Pagina 73 van 91

...  61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86  ...
[1] Nu hoort de monnik heel zachtjes de woorden: 'Jezus, de gekruisigde, is de enige God over alle hemelen en over alles wat de oneindige ruimte vult. Hij alleen is de Oerschepper van alle dingen, van alle engelen, mensen, dieren, planten en heel de materie. Hij is de Vader volgens Zijn oereeuwige liefde, de eeuwige Zoon volgens Zijn wijsheid en de alleen Heilige Geest volgens Zijn oneindige macht, kracht en werking.
Hoofdstuk 126: De monnik hoort de heilige leer van Christus. De eens geestelijk blinde herkent de Heer en diens genade - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] Na deze woorden van de graaf klinken opnieuw woorden: 'Hier zijn noch graven, noch vorsten! Slechts één is de Heer, alle anderen zijn echter broeders en zusters!'
Hoofdstuk 135: Geheimzinnige wenken aan de ongelukkigen. Waanideeën van de graaf gehekeld door de meedogenloze. Hongaarse politiek van die tijd - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[2] Je hebt mij zonder veel moeite begrijpelijk gemaakt, dat het om mij heen, evenals in mij, in zekere zin zo leeg is als in het hoofd van de viervoeter die zijn levensether uit hooi en stro betrekt. Daarom kan ik er werkelijk niet omheen je te vragen om in het vervolg, als ik dan al volstrekt een ezel ben, mij dit zonder omhaal ronduit te zeggen! Want als jij werkelijk niets in mij vindt wat deugt voor een verdere ontwikkeling van mijn inzichten, als in mij geen andere materie aanwezig is dan wat er mogelijkerwijs in de kop van een ezel zit, zeg het dan maar ronduit, dan zal ik me daardoor helemaal niet gekrenkt voelen. Want waar niets is, daar is nu eenmaal niets!
Hoofdstuk 36: Roberts wrevel bij de herinnering aan aardse zwakheden. Hij wenst andere gesprekken - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[17] Allen roepen: 'Ja, ja, wat jij ons leert, dat nemen we allemaal onvoorwaardelijk aan! Want we weten dat onze Robert zelfs in de donkerste nacht nog nooit een witte koe voor een zwarte heeft aangezien. Wat jij ons zegt, is ook beslist waar. Want je hebt ons ook op aarde in Wenen de waarheid gezegd, en raadde ons aan van het gevecht af te zien, omdat de vijand te sterk zou zijn en het saamhorigheidsgevoel van de verdedigers van Wenen te zwak. Maar wij geloofden je niet en zeiden: 'Is Blum dan nu ook een lafaard geworden?' Toen riep jij met krachtige stem: 'Blum is zelfs niet bang voor honderdduizend duivels, laat staan voor deze brutale huurlingen! Dus opnieuw te wapen wie de moed heeft om aan mijn zijde te sterven!' Toen grepen we naar de wapens en zagen helaas te laat in, dat jij de waarheid gesproken had!
Hoofdstuk 44: Roberts opdracht in zijn nieuwe woonoord. Eerste gezelschap: de in de strijd gevallen politieke vrienden. Robert onderricht de gasten - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[10] Houd daarom altijd goed voor ogen, dat je niet te gretig een onderwijzing van buiten af zonder meer aanneemt. Want deze dient tot niets als de geest haar niet in de allergrootste deemoed opneemt en onmiddellijk zijn hele leven er volkomen naar richt, wat voor iedere geest zeker een heel zware opgave is. Kijk, Salomo, Israëls meest wijze koning, viel ondanks zijn wijsheid. Want zijn innerlijke geest, die zich sterk genoeg voelde, waagde het eens zijn innerlijke woonstede te verlaten, zich naar buiten te begeven onder zijn natuurgeesten, om deze volgens zijn wijsheid te ordenen. Maar omdat hij dat deed vóór het bereiken van zijn volledige rijpheid, die altijd van binnen uit en nooit van buiten naar binnen moet plaatshebben, werd hij door zijn onzuivere natuurgeesten gevangen en niet meer toegelaten in zijn huis, dat maar al te vlug omgebouwd werd tot woning van allerlei ondeugden, ontucht en afgoderij! Zo verried ook Judas zijn Meester, Heer en God, omdat hij de leer van het heil slechts opnam in zijn uiterlijke geesten, die hun zetel hebben in het verstand en van daaruit in allerlei verlangens. Daardoor lokte hij zijn eigenlijke levensgeest uit zijn innerlijke woning en opende deze voor de satan, die er vrij kon binnentrekken. Het gevolg daarvan is al zo bekend, dat ik het jullie niet opnieuw behoef te vertellen.
Hoofdstuk 60: De danseressen verlangen opheldering over God. Robert onderricht ze: 'zoek het licht in jezelf'. Gevaar van het puur uiterlijke onderzoek - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[3] Het menselijk geslacht op aarde is niet uit zichzelf zoals het is, maar het komt voort uit de aarde en heeft in alles haar natuur en eigenschappen! Dientengevolge zou met de volledige verdelging van alle nu op aarde levende mensen de eenmaal ingewortelde wanorde niet in het minst verholpen zijn! Want dan zouden we toch weer andere mensen uit de materie der aarde moeten laten ontstaan, die na korte tijd toch weer zouden lijken op de tegenwoordige, evenals de vruchten van een boom van een voorbij jaar lijken op de vruchten, die diezelfde boom het volgende jaar of nog later zal dragen.
Hoofdstuk 83: Bechers radicale voorstellen. Lering van de Heer. De natuur van het menselijk geslacht is afhankelijk van die van de aarde in het geheel van de schepping - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[22] Deze leer van Christus, die, zich zoals door de vier evangelisten opgeschreven, tot in onze tijd heeft gehandhaafd, bevat wel heel wat tegenstrijdigheden, die een gezonde geest nu juist niet zo gemakkelijk kan verteren als ik nu dit brood en deze wijn. Toch bevat ze ook weer andere, zeer juiste dingen, waaruit men kan opmaken dat de stichter van zo'n leer volstrekt geen gewoon mens, maar kennelijk een God moet zijn. Ook geeft dit opnieuw-tot-Ieven-komen door brood en wijn mij een bijna onweerlegbaar bewijs, dat Christus eens werkelijk op aarde heeft geleefd en het er met Zijn Godszoonschap helemaal niet zo slecht uit kan zien als de hoge geestelijkheid heimelijk denkt.
Hoofdstuk 125: Geestelijk ontwaken van de monnik. Zelfgesprekken als zielespiegel. Christus, het levensanker van de schipbreukeling - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[7] Beiden brengen Mij nu brood en wijn en de franciscaan zegt hoogst deemoedig: 'Heer, U zei eens op aarde: 'Nu zal Ik van dit gewas niet eerder iets genieten dan wanneer Ik het opnieuw zal genieten met jullie in Mijn rijk.' Heer, hier is nu Uw waarachtige rijk. 0, geniet U dan nu tot onze troost van dit nieuwe gewas van Uw rijk!'
Hoofdstuk 150: De franciscaan laaft zich. Met warme dank gedenkt hij de Heer. Het ware hemelrijk met nieuwe wonderen. Het gezelschap der zaligen in de hoofdzaal. 'O Heer, wat bent U groot!' - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[22] Voorlopig weten jullie genoeg over de inrichting van dit kleine hemellichaam. Langs de weg van jullie toekomstige bezigheden zullen jullie alles door en door leren kennen. Daarom willen we ons ook niet langer bezighouden met het beschouwen van deze kleine wereld, maar ons direct naar de eerste deur van de avondlijke, westelijke wand begeven en van daar weer opnieuw de buitenwereld beschouwen.'
Hoofdstuk 145: De drie deuren in de noordelijke wand. Eindeloze uitgestrektheden van de scheppingsruimte. Blik in de middengordel van de zon en in de maan. Het bestuur door de engelen van de scheppingsgebieden. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[19] Ik zeg: 'Kijk, dat is de zon met haar eigenlijke bewoners. De iets donkere zijn nog in de materie; de lichtere daarentegen zijn geesten, die eveneens in de zon huizen. Later zul je alles volkomen leren kennen, nu zou het nog wat te vroeg zijn. We hebben nu gezien wat de tweede deur verborgen houdt. Laten we ons daarom naar de derde deur in deze noordelijke wand begeven!'
Hoofdstuk 145: De drie deuren in de noordelijke wand. Eindeloze uitgestrektheden van de scheppingsruimte. Blik in de middengordel van de zon en in de maan. Het bestuur door de engelen van de scheppingsgebieden. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[3] En daar we nu allemaal opnieuw gesterkt zijn, gaan we in goede orde op weg. Zoals jullie zien, hoeven we niet door de tussenliggende dalen en heuvels te trekken. Over de rechte weg, die Ik nu uit louter licht gevormd heb, zullen we ons voortbewegen en de schijnbaar ver verwijderde poort spoedig bereiken. Maar jij Uraniël, als hoofdeigenaar en leider van deze vereniging, ga voorop met jouw helper en jullie beider vrouwen. Ik zal jullie met de drie broeders volgen. Mij volgen dan eerst alle monarchen en bisschoppen en deze worden gevolgd door de grote volksmenigte van beiderlei geslacht.
Hoofdstuk 131: Vertrek naar het hemelrijk uit het gerijpte hart van Robert. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] Hier echter, waar wij van alle materie verlost zijn en ons denkvermogen beter in staat is ongestoord zijn werk te doen, moeten alle verschijnselen in deze wereld ons des te meer oprecht verbazen, naarmate wij beter in staat zijn het waarlijk wonderbaarlijke snel op te merken. Dat wij ons echter het hoofd moeten breken om de mogelijkheid van zulke dingen te begrijpen, zou pure dwaasheid zijn. Is het voor ons verdere heil nodig, dan zullen onze twee leraren het ons wel uitleggen. Is een dergelijke uitleg echter niet absoluut noodzakelijk, dan is het voldoende dat we weten, dat voor een almachtige God alle dingen mogelijk zijn. Want kijk, voor mij is alles een ondoorgrondelijk wonder!
Hoofdstuk 131: De grote maaltijd. De generaal en zijn vriend Kernbeiss. Thomas dankt hen voor de eerdere kuur. Blik op de aardse hel - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[10] Peter zegt: 'Je kunt het wel proberen, maar het zal je wel slecht bekomen. Deze wezens kunnen jou als geest uit de bovenste hemel wellicht helemaal niet zien omdat zij toch nog min of meer door de materie van hun wereld omvangen zijn. Ik heb het sterke vermoeden dat deze mensen helemaal geen dood, d.w.z. geen verandering kennen. Zij zullen wel, zoals jij nu ziet, al vanaf hun eerste ontstaan een hun welgevallig, eeuwig leven zijn begonnen. Hun werken tonen weliswaar dat er onder hen heel veel wijsheid aanwezig is, maar als regel zou ik dit nu ook niet durven aannemen. Er zijn op aarde immers ook allerlei dieren, die dingen tot stand brengen welke een nog zo wijze kunstenaar hen nooit zal nadoen. Zou het echter juist zijn als men aan zulke dieren een Salomonische wijsheid zou toeschrijven? Eveneens kan dat ook bij deze mensen het geval zijn. Zij kunnen best meer instinctmatig ingestelde dan wijze mensen zijn en in dat geval zouden we dan bij hen nu juist niet veel aantrekkelijks vinden. Wat zeg je daarvan?'
Hoofdstuk 147: Een blik door de tweede deur van de westelijke wand. Een middenzon van hogere orde. Pracht van steden en bouwwerken. Scheppingen van het instinct of van ware wijsheid? - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] Ik zeg: 'Dat jullie zoiets niet begrijpen, is alleen te danken aan jullie nog zeer aardse instelling. Toch zouden jullie wel zo snugger moeten zijn om te begrijpen dat er geen sprake kan zijn van een natuurlijk lopen op voeten, maar enkel van een zuiver geestelijke reis in het gemoed. Nicodemus was nog een aards materieel mens en het was daarom begrijpelijk dat hij met zijn bevattingsvermogen het moederlichaam als noodzakelijk beschouwde om daaruit voor de tweede keer wedergeboren te kunnen worden. Jullie echter zijn nu zelf al volkomen vrij van alle grove aardse materie - hoe kunnen jullie als geesten dan zo materieel denken?
Hoofdstuk 129: De eenvoudige maar krachtige rede van de Heer. Over de korte weg naar de hemel. Over het verstand van het hoofd en het inzicht van het hart. De gelijkenis van het fruitplukken. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] De liefde is een vuur dat verzamelt en niet verstrooit. Het licht dat van de heldere vlammen der liefde uitgaat, golft evenwel in rechte stralen eeuwig verder en keert niet terug behalve wanneer de liefde van God het grenzen heeft gesteld, waartegen het weerkaatst en de terugweg begint naar zijn oorsprong. Als jullie de Godheid echter beoordelen naar het verspreiden van Haar licht, en daardoor ware 'lichtruiters' zijn, die op de vleugels van de geest de wijde ruimte doorkruisen op zoek naar de aanwezigheid van de grote Godheid, dan blijft het ware erkennen van het eigenlijke goddelijke wezen eeuwig verre van jullie. Uiteindelijk moeten jullie voor de eindeloze grootheid van God bezwijken en zullen jullie niet meer in staat zijn je op te richten in jullie harten, waarmee jullie alleen in staat zijn het ware wezen van God, jullie Vader, te aanschouwen en bevatten. Staat er dan een wezen zoals Ik voor jullie dat zegt: 'Ik ben het, die jullie zolang tevergeefs in de oneindigheid hebben gezocht', dan schrikken jullie en krimpen onmachtig ineen. De oorzaak is dat jullie het wezen, dat zich aan jullie kenbaar maakt als de ware Godheid in Haar oerbestaan, nog steeds met op de oneindigheid gerichte ogen aanstaren, zodat jullie gemoed opnieuw door je ijdele verbeelding begint weg te drijven in de oneindigheid.
Hoofdstuk 127: Over het waarachtige wezen van God. De liefde werkt in enge maar duidelijke kringen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
...  61 - 62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86  ...