10915 resultaten - Pagina 721 van 728
... 703 - 704 - 705 - 706 - 707 - 708 - 709 - 710 - 711 - 712 - 713 - 714 - 715 - 716 - 717 - 718 - 719 - 720 - 721 - 722 - 723 - 724 - 725 - 726 - 727 - 728
[10] Geen oergeest kan afgescheiden van de anderen het licht begrijpen, maar iedere oergeest begrijpt slechts datgene, wat met zijn eigen hoedanigheid in het licht overeenstemt. Alle Oergeesten tezamen echter verstaan het licht in zijn ganse rijkdom, want zij allen tezamen zijn de Vader van het licht. Zo ook begrijpen de Oergeesten der mensen de innerlijkste geboorte der Godheid, welke in het licht staat, niet ten volle; maar iedere oergeest werkt en beweegt zich in het hart Gods. En dit is de verborgen geboorte in de natuur, dewelke geen mensenkind met zijn verstand of bekwaamheid begrijpen kan, maar de ziel des mensen alleen kan het begrijpen, de ziel, die staat in het licht Gods.Hoofdstuk 18: Over de schepping der Hemelen en der aarde en de eerste dag. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[3] In dit heldere licht werden nu tegelijkertijd de zeven Oergeesten ontstoken, het is ermee, als een vuur, dat men ontsteekt. Zij triomfeerden, vol trots en vreugde en verhieven zich belangrijk. Zo zij echter op de plaats, die hen was gegeven, gebleven waren, en hadden gearbeid, zoals zij hadden moeten doen, van eeuwigheid af, zo zou het licht hen niet geschaad hebben, want zij waren geen nieuwe geesten, uit iets anders geschapen, maar het waren de oude geesten die geen begin gehad hadden; die eeuwig in God geweest waren. Ook toen God het lichaam schiep, zo doodde hij niet van te voren de Oergeesten, maar hij formeerde het lichaam van koning Lucifer uit het beste, wat in hem was, uit de kern. Anders, wanneer de eigenschappen gedood zouden zijn geworden, zo zouden zij behoefte gehad hebben aan een nieuw leven en zouden er aan twijfelen, of de Engel eeuwig zou kunnen bestaan. God schiep daarom Engelen uit zich zelf, opdat zij vaster en krachtiger zouden zijn belichaamd dan de ideeën, figuren, die door de werkingen der goddelijke geesten in de natuur ontstonden, en die daardoor ook weer te niet gingen. Opdat der Engelen licht helderder zou schijnen en de klank het geluid, dat van hen uitging, schoner en helderder zou klinken, opdat het goddelijke vreugdenrijk groter en heerlijker zou worden. Dit is de reden, waarom God Engelen heeft geschapen. Dat er echter gezegd wordt, dat de Engel een nieuw licht zou hebben voortgebracht, of een nieuwe geest, is zó te verstaan: Toen de Oergeesten vaster en krachtiger belichaamd waren, scheen het licht helderder in en uit het lichaam, dan voor die tijd in den Salniter. Want in het lichaam werd een helderder licht ontstoken dan voorheen, toen de Salniter dun was. Daarom werden ook de Oergeesten trots en meenden, dat zij een veel schoner licht bezaten (of zoon), dan de Zoon Gods was. Daarom ook verhieven zij zich en wilden niet meer zijn in God, hunne Vader, zij verachtten de geboorte van den Zoon van God en meenden, dat zij zich wel konden tonen als de schoonste bruid des Hemels. Zij wisten wel, dat zij slechts een deel van God waren en niet God zelf. Ook wisten ze, hoever hun macht zich uitstrekte, maar zij wilden zich daarmee niet vergenoegen; zij wilden méér zijn dan God en heersen over de Godheid en alle koninkrijken. Hij, Lucifer, wilde de Heer zijn, en geen ander zou nevens hem mogen regeren.
Hoofdstuk 14: Hoe Lucifer, de schoonste Engel in de Hemel, de vreselijkste duivel geworden is. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[4] Dit is nu de oorsprong van de hovaardij, der nijd, der begeerte en des toorns. Want in de boze werkingen brandde de toorn vurig en was daarbij bitter als gal. Van buiten uit werden zij in die richting voortgestuwd; de zeven Oergeesten verenigden zich ten einde samen te trachten zich boven God te plaatsen. Toen zij dit echter, op de hun gestelde plaatsen, niet konden bewerken, zo veinsden zij, tegenover elkander: De wrange eigenschap was de eerste moordenaar en veinzer, want, toen hij zag, dat zij zulk een schoon licht voortbracht, zo voegde zij zich nog meer tezamen, dan God haar gedaan had, en meende, dat zij veel verschrikkelijker zou zijn en regeren als een strenge heer. Zij heeft dan ook datgene veroorzaakt, waardoor de aarde en de stenen ontstaan zijn, hetgeen ik bij de behandeling van de schepping der wereld wil beschrijven. De bittere eigenschap was de tweede moordenaar; toen zij zich liet gelden, zo stortte zij zich vol geweld in de zure, wrange eigenschap alsof zij het lichaam uiteen wilde doen springen. De zure eigenschap echter liet dit toe, al had zij de bittere geest wel gevangen kunnen nemen en in het zoete water kunnen dompelen, tot zijn hoogmoed vergaan was. Maar zij wilde wel zulk een broeder hebben, want dat was haar tot nut, aangezien de geest der bitterheid door haar tot aanzijn is gekomen. De hitte is de derde moordgeest. Deze heeft haar moeder, het zoete water, vermoord, maar de geest der zuurheid, der wrangheid is daarvan de oorzaak, want hij heeft met zijn samentrekking en verharding, niet de bittere eigenschap, het vuur ontstoken. Het vuur is het zwaard van de zure en van de bittere hoedanigheid. Dewijl echter het vuur in het zoete water opgaat, zo zou het de wrange eigenschap in 't water kunnen tegenhouden, maar het werd ook een huichelaar en veinzer en hielp het zoete water vermoorden.
Hoofdstuk 14: Hoe Lucifer, de schoonste Engel in de Hemel, de vreselijkste duivel geworden is. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[16] Toch heet God ook een verterend vuur. Maar dit is magisch te verstaan. De wetenschap van het boze vindt haar oorsprong in. de duivel; daaruit is ook de val ontstaan. Maar de wetenschap van het vreugdenrijk vindt haar oorsprong in de liefde van God, want een bepaalde kennis veroorzaakt een soortgelijke kennis. Wanneer ik dus zeg: De liefde Gods heeft het boze gewild, zo weerspreek ik de Schrift. Want Gods liefde wil slechts datgene, dat door haar wordt aangetrokken en niets meer. Zo is in de schepping het boze en het goede ontstaan en ik vermaan de lezer, de diepe zin van dit alles recht te verstaan en niet te dwalen, maar onze oudere geschriften ook te lezen, alwaar dit voldoende wordt toegelicht.
Hoofdstuk 14: Hoe Lucifer, de schoonste Engel in de Hemel, de vreselijkste duivel geworden is. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[18] Wat de verborgen zonde is, is van voor de grondlegging der wereld verborgen gebleven en in geen mensenhart geheel geopenbaard. Ik zelf verwonder mij er zéér over, nog meer dan de lezer zich er over verwonderen zal, dat het mij geopenbaard is. Ik schrijf dit niet tot eigen roem, want mijn roem is mijn hoop op het toekomende; ik ben even zo goed een arme zondaar als alle andere mensen, maar ik verwonder mij er over, dat God zich in zulk een eenvoudig man als ik ben, zo geheel en al wil openbaren en hem er daarna nog toe dringt, dit alles neer te schrijven, wijl er toch veel betere schrijvers zijn dan ik, die slechts door de wereld bespot wordt. Maar ik kan en wil God niet weerstaan. Ik ben nu zo hoog gestegen en mag niet meer omzien, anders zou het mij duizelen. Het is de lust mijns harten de ladder, die ik bestegen heb, tot het einde toe te gaan. Bij het opstijgen, wordt het mij niet bang te moede, slechts bij het terugblikken duizelt het mij en wanneer ik zou willen omkeren vrees ik voor vallen. Daarom verlaat ik mij op den sterken God en ik wil het met Hem wagen. Ik wil zien, wat hieruit worden zal. Ik heb slechts één lichaam, hetwelk bovendien sterfelijk is en licht te verstoren. Ik wil dat lichaam echter gaarne ervoor geven, dat ik in het licht en de kennis blijve. Dit is mij voor nu en later genoeg. Ook zal ik niet vertoornd zijn jegens God, dewijl ik wellicht terwille van Zijne Naam smaad zal moeten lijden. Hieraan heb ik mij gewend. Ik wil met de profeet David zingen: Bezwijkt mijn vlees en mijn bloed, zo is God de rotssteen mijns harten en mijn deel in eeuwigheid (Psalm 73 : 26). De zonde heeft zeven aanzichten; daaronder zijn vier oerbronnen en het achtste aanzicht is het huis des doods. De zeven vormen of gestalten zijn de zeven Oergeesten van het lichaam; wanneer zij aangestoken zijn, zo spreidt een ieder van hen een buitengewone vijandschap jegens God ten toon. Uit deze zeven komen nu vier anderen naar voren en deze vormen den nieuwen God, die gekeerd is tegen den ouden God, evenals twee verklaarde vijandelijke legers, die elkander eeuwige vijandschap gezworen hebben.
Hoofdstuk 14: Hoe Lucifer, de schoonste Engel in de Hemel, de vreselijkste duivel geworden is. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[24] Toen God haar had voortgebracht, merkte zij, dat zij machtig en geweldig, en zij zag, dat zij schoner was, wanneer de gestalten buiten haar waren. Daarom werd zij hoogmoedig en verhief zich en wilde strenger zijn dan de Salniter buiten haar lichaam. Dewijl zij dit echter niet alleen kon doen, zo huichelde zij met de andere geesten, zodat zij haar volgden en allen deden als zij, een ieder in zijn eigen kwaliteit. Toen zij zich nu op deze wijze verenigden, brachten zij ook een dergelijke geest voort, die de mond, de ogen, de oren en de neus verliet en die in aanraking kwam met de Salniter buiten het lichaam. Want dit was de bedoeling van de wrange kwaliteit, dat zij, wijl zij zo heerlik als de kern uit het ganse koninkrijk belichaamd was geworden, ook door haar geest, buiten haar lichaam in de Salniter Gods met haar scherpte machtig zou kunnen regeren en alles moest in haar macht staan. Zij wilde alles door haar geest, die zij voortbracht, vormen en verbeelden evenals de Godheid; zij wilde de eerste zijn in het wezen God; dat was haar plan.
Hoofdstuk 14: Hoe Lucifer, de schoonste Engel in de Hemel, de vreselijkste duivel geworden is. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[25] Wijl zij dit echter op de plaats, die haar toekwam, niet kon bereiken, zo verhief zij zich en ontstak zichzelf; daarmee ontstak zij ook hare geest, die als een boze geest de mond, de oren, de ogen en de neus uitging en strijd voerde tegen de Salniter en deze aanstak en alles met geweld deed samentrekken. De wrange bron ontstak de wrange kwaliteit en heerste met geweld in de Salniter. Dit nu wilde de zure eigenschap van de Salniter niet toestaan; deze voerde strijd met het zoete water tegen deze geest; het baatte echter niet; de strijd werd hoe langer hoe heviger, totdat de wrange eigenschap van de Salniter werd ontstoken. Toen dit nu geschiedde, werd de storm zo machtig, dat de wrange kwaliteit de Salniter tezamen trok, zodat daaruit harde stenen ontstonden; daardoor ontstonden stenen in deze wereld. Ook het water in de Salniter werd samengetrokken, zodat het zeer dik werd, hetgeen op het ogenblik het geval is. Toen de wrange of zure eigenschap echter ontstoken was, zoals Lucifer, werd zij ook koud, dewijl de koude haar wezen is; daarom ontsteekt zij thans met haar koude vuur in de Salniter alles. Daardoor is het water zo koud, dik en donker geworden in deze wereld, en daardoor is alles zo hard en onbegrijpelijk geworden, hetgeen niet zo was vóór de tijd der Engelen.
Hoofdstuk 14: Hoe Lucifer, de schoonste Engel in de Hemel, de vreselijkste duivel geworden is. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[28] Gij filosofen en juristen van vorst Lucifer: oordeelt, of de wrange geest in Lucifer goed gehandeld heeft of niet. Bewijs het in de natuur; ik wil niet afgaan op uw langdradige en uitvoerige geschriften, maar het bewijs moet geleverd worden door levende getuigen. Ik schets u de volgende levende getuigen: de geschapen Hemel, de sterren, de elementen, de aarde, de stenen, de mensen en eindelik uw duistere, koude, harde, rauwe, boze vorst Lucifer zelf; dit alles is doordat hij zich heeft verheven, zo geworden. Tekent tegen deze geest protest aan. Wanneer ge dit niet doet, zo zal hij verdoemd worden. Want dit is het recht Gods, dat het kind, dat aan de moeder zijn ontstaan te danken heeft, zich voor haar zal verootmoedigen en haar gehoorzaam zal zijn. Heeft het niet zijn leven en zijn lichaam van de moeder ontvangen. Zo is ook het huis der moeder, omdat de moeder leeft, niet het eigendom van het kind; zij houdt het kind slechts uit liefde bij zich en voedt het; kleedt het met de schoonste klederen, die zij heeft en geeft ze aan het kind tot een eigendom, opdat zij te meerder vreugde aan het kind zal hebben en met het kind tezamen vreugde mag beleven. Wanneer echter het kind zich tegen de moeder verzet en alles van de moeder rooft en over haar heerst, haar daarbij nog slaat en haar dwingt anders te handelen, dan recht en billijkheid toelaten, zo is het rechtvaardig, dat het kind uit het huis verdreven wordt en zijn kinderlik erfdeel verliest.
Hoofdstuk 14: Hoe Lucifer, de schoonste Engel in de Hemel, de vreselijkste duivel geworden is. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[35] En zoals dit in de Engelen plaats vond, zo kan het ook plaats vinden bij mensen. Daarom: bezint u, gij hovaardige, gij gierige, nijdige, toornige, lasterlijke, ontuchtige, diefachtige en woekerzuchtige mensen, welk een Zoon of Geest gij naar God uitzendt. (De ziel is oorspronkelijk door het woord: “er zij” (fiat) in de eeuwige natuur te voorschijn geroepen, welke is Gods natuur naar het eerste principe en de eeuwige oertoestand der natuur. En wanneer zij in de oertoestand ontstoken wordt, zo ontsteekt zij daarmee de toorn Gods in de eeuwige natuur.) Ge zegt: wij zenden onze geest niet uit naar God, maar naar onze medemensen en hun arbeid, zoals het ons behaagt. Welaan: toon mij één plaats, waar ge uw verlangende geest heen zendt, hetzij dat ge hem zendt naar een mens, een dier, klederen, akkers, geld, of wat ge maar noemen wilt, toon mij één plaats, waar God niet is. Uit Hem is alles en Hij is in allen en Hij is zelf Alles en behoudt en draagt alles. Hij is echter in vele dingen met zijn toorn aanwezig, dewijl vele dingen hard en boos zijn en niet aan de Godheid gelijk. Ja, mensenkind, het is alles waar. In goud, zilver, stenen, akkers, klederen, mensen en dieren is de toorn Gods. Maar weet, dat ook de kern der liefde in alles verborgen is. (God bezit alles, naar de natuur; Hij bezit Zichzelf).
Hoofdstuk 14: Hoe Lucifer, de schoonste Engel in de Hemel, de vreselijkste duivel geworden is. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[36] Meent ge, dat ge recht doet, zo ge u in Gods toorn zoudt baden: ziet toe, dat Hij uw lichaam en uw ziel niet ontsteekt en gij eeuwig zoudt moeten branden, gelijk Lucifer. Wanneer echter God aan het einde dezer bedeling het verborgene aan het licht zal brengen, zo zult ge wel zien, waar Gods liefde en Gods toorn woonde. Ziet daarom toe en neem u in acht en wendt uwe ogen af van het kwaad of ge zult u zelf in 't verderf storten. Ik roep Hemel en aarde tot getuige dat ik alhier volbracht heb, hetgeen God mij heeft geopenbaard. Het is Zijn wil. Alzo heeft koning Lucifer in Zijn lichaam het zoete water in scherpte en zuurheid doen veranderen, met de bedoeling hiermee in zijn overmoed de Godheid te regeren. Hij heeft het zo ver gebracht, dat hij in deze wereld met zijn scherpte en wrangheid alle schepselen in het hart aangrijpt, zo ook het loof en het gras en alles wat er is, als een koning en vorst dezer wereld.
Hoofdstuk 14: Hoe Lucifer, de schoonste Engel in de Hemel, de vreselijkste duivel geworden is. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[4] Merk nu op: Op een dergelijke wijze nu bestond ook de bittere kwaliteit in Lucifer; en er was geen oorzaak aanwezig, dat Lucifer zich zou verheffen; ook geen drift, geen stuw. Hij volgde de trotse hoogmoed der zure, wrange kwaliteit alsof dit de Vader was en meende ook, dat hij over de ganse Godheid moest heersen en terwijl hij zich zondig verhief, ontstak hij zichzelven. Toen hij nu de geest hielp in het lichaam geboren worden, zo werd deze geest in deze gestalte een grimmige, stekende, woedende, verscheurende geest,. met de eigenschappen van het helse vuur; een grimmig en vijandig wezen. Toen nu deze geest in de animalische geest uit het hart van Lucifer en van zijne legioenen trachtte in de Godheid zijn wil te doen doordringen, zo was dit niet anders dan een verscheuren, verbreken, steken, moorden en gif-branden. Daarom zegt ook Christus in joh. 8 : 44: De duivel is een mensenmoorder van den beginne en is in de waarheid niet staande gebleven. Lucifer meende evenwel, dat hij op deze wijze méér dan God was, en dat er niemand zo vol verschrikking zou kunnen heersen en regeren als hij. Alles zou voor hem moeten buigen en met zijn geest wilde hij over de ganse Godheid vol geweld heersen als een koning die macht heeft. Omdat hij de schoonste was, wilde hij ook de machtigste zijn. Hij zag en wist echter wel van het zachte en deemoedige in God Zijn Vader; hij wist óók wel, dat deze zachtmoedigheid van eeuwigheid af geweest was en dat hijzelf ook in goddelijke zachtmoedigheid zou moeten voortbrengen, zoals een geliefde en gehoorzame zoon. Dewijl hij echter nu zo schoon en heerlik geschapen was, als de koning der natuur, zo meende hij daarom tevens, daar hij in God en uit God geformeerd was, dat er niemand was, die over hem zou kunnen zegevieren of die hem zou kunnen veranderen. Hij wilde zelf de Heer zijn en met zijn scherpte in alles heersen en ook wilde hij, dat zijn lichaam de gestaltenis zou zijn, die men zou moeten vereren. Hij wilde zichzelf een nieuw koninkrijk oprichten, want alles zou hem moeten toebehoren. Hij wilde God zijn in plaats van God zelf. Hij werd in zijn hovaardigheid met duisternis en blindheid geslagen en maakte zichzelf tot een duivel. Deze moet hij ook zijn en eeuwig blijven. Hij erkende in God slechts de majesteit en niet het Woord. Hij verblindde zichzelf door de wrange duisternis, want hij wilde zich verheffen en in het vuur heersen, over het licht en over de zachtmoedigheid. Toen nu deze boze duivelse geesten in de Salniter Gods op roof uitgingen, zo was daar niets dan een branden, steken, moorden, roven en een afschuw van alles, want het hart van God verlangde liefde en zachtmoedigheid, Lucifer wilde deze liefde en zachtmoedigheid met geweld in woede en boosheid doen verkeren. Daar was niets dan vijandschap en afkeer; hij ontstak met geweld de Salniter Gods, die van eeuwigheid af gerust had in Zijn zachtmoedigheid. Hier is van toepassing, wat geschreven staat in 2 Mozes 20 : 5 en 5 Mozes 5 : 9. God noemt zich een toornig en naijverig God, jegens hen, die Hem haten, d.w.z. jegens hen, die Zijn toorn en gramschap nog meer doen ontbranden met hun duivelse geesten, met vloeken, lasteren en velerlei grimmigheid, die in het harte woont; met hovaardij, gierigheid, nijd en toorn, dit alles, wat in u is, werpt ge op God, d.w.z. dit alles dicht ge toe aan de voortbrengselen der natuur. Daarom moet zij door het vuur op de proef gesteld worden en de geest ook, daar de boosheid in het vuur moet blijven. Wanneer ge uwe ogen opent en het wezen Gods aanschouwt, zo steekt ge als met doornen in het wezen Gods, en ge ontsteekt de toorn Gods. Als de toon in uwe oren klinkt, en gij hem opvangt uit het wezen Gods, zo is het, alsof ge donderslagen hoorde. Bedenk, wat ge verricht met uw neus en uw mond, wanneer ge spreekt en de rede uit uw mond vloeit, als een zoon van alle zeven geesten, bedenk dan, of 't hiermee niet gesteld is als met Lucifer, die in de Salniter Gods woedde. Hierin is geen onderscheid. Daartegenover staat, dat God óók spreekt: Ik ben een barmhartig God en doe barmhartigheid jegens duizenden dergenen, die mij liefhebben en mijn geboden onderhouden. 2 Mozes 2O : 6 en 5 Mozes 5 : 1O.
Hoofdstuk 15: Over de derde gestalte der zonde in Lucifer. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[23] Of meent ge, dat ik te aards gezind schrijf? Al gebruik ik een aardse tong, zo is toch het verstand, dat de tong doet spreken, Hemels. Over deze dingen zou ik, na mijn uiterlijke geboorte en alleen uit de kracht daarvan, niet kunnen spreken. Ik weet wel, dat deze zaak, betreffende de drie geboorten, niet door het hart van elkeen zal kunnen worden verstaan, vooral niet waar dat hart te aards gezind is en gegrendeld door de uiterlijke geboorte. Ik kan het echter niet anders doorgeven, want het is de waarheid en wanneer ik nu zuiver uit en naar de geest schrijf, zo verstaat het aardse hart dit niet, omdat het te weinig op de geest is afgestemd.
Hoofdstuk 19: Over de Hemel en de gestalte der aarde en van het water, over het licht en de duisternis over de Hemel. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[10] De vierde geest Gods is de hitte; zij wordt geboren tussen de bittere en de wrange eigenschap en in het zoete water opgevangen; daarbij wordt zij schijnend en lichtend en zij is de ware bronwel des levens. Want in het zoete water wordt zij geheel zacht; daardoor ontstaat de liefde; het is een lieflijk verwarmen en geen brandend vuur. Waar water is, is geen vuur, maar wel een lieflijk verwarmen en een zacht koesteren; wanneer echter het water verdroogt, komt het vuur te voorschijn, hetwelk brandt. Zo dacht ook Heer Lucifer. Zou hij zijn vuur ontsteken, zo zou hij vol ijver, met geweld heersen over de Goddelijke kracht. Hij dacht dat het vuur eeuwig zou branden en licht verspreiden. Hij had niet het plan, het licht uit te doven, maar wilde, dat het in het vuur zou blijven branden. Hij wilde het water doen opdrogen, en zodoende zou het licht in het brandende vuur blijven zweven. Hij wist echter niet, dat, wanneer hij het opgedroogde water zou ontsteken, dat de kern, de olie of het hart van het water ook versteend zou worden en er uit het licht duisternis en uit het water een onwelriekende geur zou te voorschijn komen. Want de olie, of het vet in het water wordt door de zachtmoedigheid en de weldadigheid geboren en in datzelfde vette bestanddeel juist, wordt het licht schijnende; zo echter dat vet verbrand is, zo ontstaat er in het water een stank en het wordt bovendien geheel donker. Alzo ging het ook met de hovaardigheid van Lucifer. Een korte wijl zegevierde hij in zijn lichtglans; toen echter zijn licht uitdoofde, werd hij een zwarte duivel. Hij meende echter, dat hij eeuwig in het heldere licht van de goddelijke kracht kon heersen, als een verschrikkelijke God en hij worstelde met zijn vuurgeest, met de Salniter Gods, met de bedoeling het gehele gebied van zijn koninkrijk te ontsteken. Inderdaad heeft hij ook wat bereikt, want hij heeft de goddelijke krachten brandend gemaakt, hetgeen bewezen wordt door de zon en de sterren. Zo wordt ook dikwijls het Salnitervuur ontstoken in de elementen, zodat het er uitziet, alsof de ruimte, de diepte brandt, hetgeen ik ter plaatse bespreken wil. Hij trad terug uit de zachtmoedigheid en wilde slechts het vuur doen ontbranden; viel daardoor in de duisternis. De lezer moet het niet zo verstaan, dat de duivel Gods Licht ontstoken heeft, maar hij ontstak de natuurgestalten, waaruit het licht te voorschijn treedt. Want hij heeft het licht niet in zich opgenomen, evenmin als -het vuur het licht in zich opneemt. Hij is in het vuur gegaan en werd in de duisternis uitgedreven en hij heeft, buiten zijn wezen, zijn verschijningsvorm, noch licht, noch vuur. Lucifer mag niet zeggen, dat God de helse eigenschappen heeft voortgebracht, opdat hij tot boosheid zou vervallen, neen, hij heeft dat zelf gedaan; bovendien heeft hij de godheid beledigd en hij heeft van de krachten Gods helse krachten gemaakt, waarin hij voor eeuwig woning gemaakt heeft. Want toen hij en al zijn Engelen de oergeest van het vuur in zich deden ontbranden, zo brandde het vet in het zoete water en er ontstond een branden, steken, verscheuren en woeden. Daardoor ontstond een angel des doods, want door de hitte werd de bittere kwaliteit zo brandend, stekend en boos, als ware het gehele lichaam louter vuur geworden; temidden van de wrange, zure kwaliteit werd er een strijd gevoerd, alsof men met vurige pijlen het lichaam doorstak. Daarentegen streed het koude vuur van de wrange eigenschap tegen de hitte en tegen het bittere gif, alsof er een oproer plaats vond, en er was in het lichaam van Lucifer niets dan moorden, roven, branden en steken; het was als een verschrikkelijk hels vuur. Deze vuur- en duivelsgeest verhief zich nu ook in het centrum van het hart en wilde door middel van de wil-geest, geboren uit de zeven Oergeesten en het beeld Gods vertegenwoordigend, in de ganse goddelijke kracht heersen en de gehele goddelijke Salniter ontsteken. Hij wilde een nieuwe en geweldige God zijn.
Hoofdstuk 15: Over de derde gestalte der zonde in Lucifer. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[14] De ziel begrijpt dit Zij ziet, wat God, haar Vader maakt en arbeidt mede in de Hemelse vorming; daarom schrijft zij de natuurgeesten een model voor, een voorbeeld, hoe zij een bepaald iets moeten vormen. En naar dit voorbeeld der ziel worden alle dingen in deze wereld gemaakt, want de verdorven ziel arbeidt steeds, opdat zij Hemelse vormen zou kunnen voortbrengen. Zij kan dit echter niet, want voor haar arbeid heeft zij slechts aardse, verdorven Salniter, ja, een half dode natuur zelfs, waarin zij geen Hemelse beelden kan vormen. Hierdoor kunt ge verstaan, welk een grote macht in de Hemelse natuur de geesten der verstoten Engelen gehad hebben, en hoe zij de natuur in de Hemel verdorven hebben, waar zij aanwezig waren en met hun gruwelijkheid hebben verwoest, waardoor de vreselijke boosheid, die in deze wereld heerst, ontstond. Want de natuur, door hen aangestoken, brandt nog steeds, tot aan de jongste dag en deze vuurbron is een eeuwige vijandschap jegens God. Of echter deze vuurgeest, die aangestoken werd, gelijk heeft met te zeggen, dat God zelf hem aangestoken heeft, waardoor het vuur des toorns ontstoken werd, dit zal bewezen moeten worden; waar dit niet het geval is, zo zal deze vuurgeest vervloekt worden.
Hoofdstuk 15: Over de derde gestalte der zonde in Lucifer. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[16] De vijfde oergeest in de goddelijke kracht is de liefde. Zij is de zachtmoedigheid en de deemoedigheid en wordt in het licht des levens geboren. Wanneer het licht als een schrik er doorheen vaart, waardoor de vreugde geboren wordt, zo komt het ontstoken licht in het zoete water en gaat zacht door het vuur tot in de wrange kwaliteit en verzacht het vuur en maakt de wrange eigenschap zacht en week, hetgeen ook door het water veroorzaakt wordt. Wanneer echter het vuur deze zachte, zoete en weke smaak proeft, zo wordt het vuur veranderd in een zoete warmte, zeer liefderijk; en te midden van het vuur ontstaat een vreugdevol leven en de wrange eigenschap wordt van deze zachte warmte doordrongen en vervuld en het harde wordt week gemaakt; hetgeen dik was wordt dun gemaakt en de duisternis wordt veranderd in licht. Wanneer echter het bittere met het wrange en de vuurgeest deze zachtmoedigheid proeft, zo is aldaar niets dan louter verlangen, begeren en vervullen; een zacht en lieflijk proeven, kussen en liefdeleven. Want alle Oergeesten worden in deze wisselwerking zeer lieflijk, teder, deemoedig en vriendelijk, en dit is de Godheid.
Hoofdstuk 15: Over de derde gestalte der zonde in Lucifer. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang