Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 722 van 1088

...  710 - 711 - 712 - 713 - 714 - 715 - 716 - 717 - 718 - 719 - 720 - 721 - 722 - 723 - 724 - 725 - 726 - 727 - 728 - 729 - 730 - 731 - 732 - 733 - 734 - 735  ...
[11] U bent nu ook nog even almachtig als eertijds toen U hemel en aarde deed ontstaan; zou het dan voor U niet mogelijk zijn om de laagte ogenblikkelijk te verbeteren en volkomen naar Uw wensen om te vormen?! Want in de laagte weet men van U zo goed als niets en enen wil anderzijds ook niets meer van U weten, zoals U heel zeker goed bekend lal zijn! - O Jehova, zou dat niet mogelijk zijn?'
Hoofdstuk 121: De schikking van de manden en de maaltijd. De woorden van de Heer over de belemmeringen en de beperkingen als voorwaarden voor al het leven - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[13] Maar Ik zeg je ook, alleen jou en de aanwezige kinderen, vrienden en broeders wil Ik daarover iets naders meedelen, maar verder niet aan de gehele oneindigheid - zelfs als zij Mij er eeuwig telkens weer naar zou vragen!
Hoofdstuk 121: De schikking van de manden en de maaltijd. De woorden van de Heer over de belemmeringen en de beperkingen als voorwaarden voor al het leven - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[15] Kijk naar de zon! Als zij niet door Mijn wil begrensd zou zijn en deze begrenzing niet een blijvende, eeuwige belemmering voor haar zou zijn, waarlijk, dan zou er niet één zon aan de hemel staan en in het grote heelal dus ook geen aarde zijn!
Hoofdstuk 121: De schikking van de manden en de maaltijd. De woorden van de Heer over de belemmeringen en de beperkingen als voorwaarden voor al het leven - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[25] De laagte zal omgevormd worden al naar gelang de hoogte zich zal omvormen; ten slotte zal het toch gebeuren, dat er één herder en één kudde zal zijn!
Hoofdstuk 121: De schikking van de manden en de maaltijd. De woorden van de Heer over de belemmeringen en de beperkingen als voorwaarden voor al het leven - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[8] O mijn Jehova, welk een zaligheid is het bij U te zijn; welk een levend voedsel voor het zwakke naar liefde hunkerende hart, als het door Uw oneindige vaderlijke mildheid wordt verzadigd!
Hoofdstuk 122: Pura's grote, voorbeeldige liefde voor de Heer. Een belofte van de Heer aan Pura - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[2] Maar Abedam zei tegen hem: 'Seth, lieve broeder van de liefde van Mijn hart, Ik kijk alleen naar je hart, - en dat is meer dan voldoende voor Mij; daar kun je zeker van zijn; wees daar maar blij mee!
Hoofdstuk 124: Het loven met het hart en het loven met de mond. Het raadsel van de voortdurende vernietiging in het rijk van de natuur. De troostrijke oplossing van de eeuwige liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[32] Bekommer je daarom verder niet om de uiterlijke vergankelijkheid, maar bedenk: Alles wat uit het bestaan treedt, keert altijd in een meer volkomen bestaan weer terug, opwaarts tot aan de mens en van daaruit weer naar Mijzelf terug.
Hoofdstuk 124: Het loven met het hart en het loven met de mond. Het raadsel van de voortdurende vernietiging in het rijk van de natuur. De troostrijke oplossing van de eeuwige liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[5] Verhef je daarom nu uit deze lauwe toestand, en stel vragen, opdat ook jij het antwoord krijgt datje nodig hebt op deze aarde! Maar vat dit woord niet zo op alsof het je tot leven wil dwingen; je moet het in je hart vinden en het Mij dan vrijelijk zeggen. Wil je echter liever stom blijven en de tijd met slapen doorbrengen, doe dat dan als je dat bevalt; je hoeft Mij dan nergens naar te vragen.'
Hoofdstuk 126: Abedams roep tot opwekking van de onverschillige Enos. Over het doel van het menselijk bestaan - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[8] Maar omdat hij daar zo een poosje zwijgend stond en niets over zijn lippen kon krijgen, stond de hoge Abedam weer op, ging naar Enos toe en vroeg hem:
Hoofdstuk 126: Abedams roep tot opwekking van de onverschillige Enos. Over het doel van het menselijk bestaan - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[2] Hij ging weliswaar naar zijn vroegere plaats terug, maar in zijn hart begon het zeer onrustig te worden. Duizend gedachten en ideeën doken als vurige nietsoren uit de diepte van zijn ziel op en schoten daar als bliksemschichten naar alle kanten. Dat had bij hem hetzelfde effect als wanneer zij 's nachts hele gebieden van de aarde één ogenblik lang verlichten, die dan ook door de korte duur van de bliksem zeer duidelijk te zien zijn, - maar als de bliksem is gedoofd, wordt de nacht ook meteen tienmaal donkerder dan voor de bliksem.
Hoofdstuk 127: De trage Enos staat afwijzend tegenover het leven en prijst het niet-zijn - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[3] Abedam, de andere, die zich nog steeds in de nabijheid van de Heer ophield, schrok en ging meteen naar Hem toe en vroeg:
Hoofdstuk 128: De verwondering van Abedam, de andere, over de levenafwijzende visie van Enos. De geruststellende woorden van de Heer tot Abedam, de andere - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[4] Pas nu ben je heer van je lichaam geworden en je kunt nu in dit aardse huis uit en ingaan naar het je belieft.
Hoofdstuk 130: Kenans loon voor zijn lied: de onsterfelijkheid. De essentie van het leven en de dood - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[2] Nu zij allen de hoge Abedam zo dankten en loofden en prezen, werd ook Enos tot tranen toe geroerd, hij keerde zich om en ging vol wroeging naar de Vader toe.
Hoofdstuk 131: Enos' berouw. De angst voor de dood van degenen die het leven afwijzen. Over de volledig rijpe vrucht van de geest en de onrijpe vrucht van het vlees - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[9] En nu die berg plotseling teniet is gegaan en jou die zekere vergankelijkheid nog meer voor ogen is gesteld, wordt die vraag waar je altijd over piekert weer versterkt. Daarom huiver je nu ook des te meer naarmate je vaker naar de plaats kijkt waar pas eergisterenmorgen Adam de profetische mening uitsprak dat juist voor deze berg, waarvoor hij als eerste mens der aarde nu diepzuchtend treurt en weent, ook eens de laatste mens van de aarde zal treuren en vergaan.
Hoofdstuk 132: De vergankelijkheid van de dingen - een misvatting - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[1] Na deze onthulling waren alle vaderen - zelfs Adam niet uitgezonderd - volledig tevredengesteld en keerden, gehoor gevend aan de innerlijke opdracht van Abedam, vol dankbaarheid terug naar hun vorige plaats. Nu riep Abedam Mahalaleël bij Zich en zei tegen hem:
Hoofdstuk 133: Over het wezen van de drievoudige verwekking. De juiste vleselijke verwekking - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
...  710 - 711 - 712 - 713 - 714 - 715 - 716 - 717 - 718 - 719 - 720 - 721 - 722 - 723 - 724 - 725 - 726 - 727 - 728 - 729 - 730 - 731 - 732 - 733 - 734 - 735  ...