Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 722 van 1490

...  710 - 711 - 712 - 713 - 714 - 715 - 716 - 717 - 718 - 719 - 720 - 721 - 722 - 723 - 724 - 725 - 726 - 727 - 728 - 729 - 730 - 731 - 732 - 733 - 734 - 735  ...
[5] 'O kom en zoek mij dat nietige, lastige ding in mijn oog!' En heeft zijn broeder het gezien, begraven in het tranende oog van de broeder, dan roept hij: 'O broeder! De nietige vijand van jouw gezichtsvermogen berokkent je geen schade meer; hij ligt nu in de zegevierende vloed van je tranen begraven! Medelijdende tranen zullen je tot je vreugdevolle blijdschap spoedig van deze gevreesde, nietige vijand bevrijden; want nu het stofje zelf één geworden is met je tranen, zal het nooit meer je zien belemmeren en je verhinderen de lichtende verten van de eeuwige schepping te aanschouwen!'
Hoofdstuk 78: Asmahaëls woorden van dank - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[6] O vaderen der vaderen der aarde, jullie kijken met heilige ogen uit in de eindeloze velden van de eeuwige lichten; maar beneden, daar beneden in de duistere diepte van 's mensen ellende, daar wervelt niet zelden een razende orkaan het vijandige stof op tot deze heilige hoogte om je het zien te belemmeren!
Hoofdstuk 78: Asmahaëls woorden van dank - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[9] Zeer verheugd over Asmahaëls mooie woorden, zei Adam: "Ik heb je terechte zuchten duidelijk verstaan en ken het slechte stof van de diepte, deze vijand van al het innerlijke schouwen, zeer goed; maar alvorens wij tot het een of andere heilzame werk overgaan, moet eerst de wil van onze grote Heer nauwgezet worden onderzocht. Want door ons zal nooit iets ondernomen worden zonder de goed gekende wil van boven; dus nog slechts een korte tijd en heden nog zal bepaald worden wat de grote Heer boven alle sterren besloten heeft te doen in de diepten der gruwelen en dat zal zeker het beste zijn. En hoe het ook mag uitvallen, voor of tegen, zo geschiede altijd met de meeste nauwgezetheid Zijn meest heilige wil! Amen."
Hoofdstuk 78: Asmahaëls woorden van dank - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[10] En direct daarna stond Seth op en zei tegen Adam: "Lieve vader! Moet ook Henoch ons hier niet een korte uitleg over deze prachtige omgeving geven, net als in jouw grot?! Zie, ik verlang zeer daarnaar! Hoe dikwijls heb ik daar al over nagedacht, maar kon toch nooit iets anders opbrengen dan wat mijn ogen zagen en mijn oren hoorden, namelijk deze ten hemel rijzende, gelijkvormige stenen spitsen met hun merkwaardige waterstralen, die als talloze parelen ruisend over de steile wanden naar de aarde omlaag storten en door dit harmonische ruisen het oor op een wonderlijke wijze tot verrukking brengen.
Hoofdstuk 78: Asmahaëls woorden van dank - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[14] "O vaderen! In de schoot van Gods wijde oneindigheid zullen nog wel grotere en wonderlijker natuurtaferelen te vinden zijn en ontelbare malen meer verheven dan deze zevenmaal tien watersproeiende stenen spitsen die amper enige duizenden manslengten boven de grond uitsteken, hetgeen toch zeer zeker niet zoveel is als de verhouding van een bladluis tot ons; en toch is het zo gesteld dat op zijn manier een dergelijk diertje groter is dan deze hele watersproeiende steengroepering!
Hoofdstuk 78: Asmahaëls woorden van dank - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] Nadat Henoch deze woorden uitgesproken had, boog hij vol eerbied voor alle vaderen en dankte Mij vervolgens in zijn hart voor de grote genade, waardoor het hem nu wederom gegeven was om vanuit Mij zoveel louter goede en ware dingen aan de vaderen te verkondigen.
Hoofdstuk 79: Adams zwakheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[2] Nu stond Adam op en zei: "Amen!" en vervolgde met te zeggen: "Mijn zeer geliefde Henoch, deze keer zie ik heel duidelijk dat de woorden die jij nu hebt gesproken, niet in je lichaam zijn ontstaan, maar de Heer, ons aller almachtige Schepper en meest heilige Vader, heeft ze van tevoren getrouw in je hart gelegd!
Hoofdstuk 79: Adams zwakheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[3] Want waarlijk, lieve kinderen, welk mens zou zoiets vanuit zichzelf kunnen bedenken en wie had deze steenformatie in al haar wonderlijkheid zo duidelijk en begrijpelijk kunnen onthullen, zoals jij door de macht en het grote erbarmen van de allerhoogste God?!
Hoofdstuk 79: Adams zwakheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[11] Wat valt hier aan te doen? Ik zou het Henoch wel willen vragen; maar waarlijk, hier op deze plek is het de eerste keer in mijn leven dat ik geen moed heb een kind te vragen dat bovendien nog een kind van nakomelingen is! -, hoe ik mijn moeheid, zonder mijn gelofte te breken, het hoofd zal bieden!
Hoofdstuk 79: Adams zwakheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[16] Zo is het ook bij dit tafereel. Het is niet om wat het laat zien, zodat wij door de innerlijke overeenkomst van de geest de zeven geesten of de zeven machten van God daarin herkennen en dat ieder van hen geheel gevuld is met het levende water van de genade, dat voortdurend over het magere aardrijk van onze ziel neerregent en desondanks niet veel meer vruchten oplevert dan het voortdurend bewaterde aardrijk om de voeten van deze stenen kegels, - noch omdat de erachter staande tien kegels de heilige plichten van de liefde voorstellen, die steeds hetzelfde zijn omdat de zeven geesten eigenlijk slechts één geest zijn, hetgeen wordt bevestigd door dezelfde hoogte, dezelfde kleur, dezelfde vorm, dezelfde massa, dezelfde richting, hetzelfde water en hetzelfde harmonische ruisen, - maar alleen de kennis en het begrijpen daarvan in onszelf is verheven en waardig! Aan het tafereel is weinig gelegen!
Hoofdstuk 78: Asmahaëls woorden van dank - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] Nadat Adam deze troostende woorden van Henoch had gehoord, kwam er dadelijk blijdschap in zijn hart en hij verdroeg zijn toenemende uitputting met grote berusting en liet zich door Henoch verder begeleiden.
Hoofdstuk 80: De gulden regel van de profetenscholen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[4] Vandaar dat hij ook nooit treurig was en niemand iets verweet als hem iets onaangenaams overkwam. Want voortdurend rustte zijn oog op Mijn hart en zodoende bespeurde hij in de verborgen leiding van Mijn liefde zeer goed hoe deze door ieder, nog zo vreemd schijnend middel de kinderen altijd zo volmaakt wist te leiden als voor het verkrijgen van het eeuwige leven het beste was. Ja, hij ging in zijn liefde voor Mij zo ver, dat hij er zelfs op rekende en met de grootste zekerheid vaststelde, hoe, wanneer, waar en waartoe iets te voorschijn zou komen en met welke afloop. En zodoende was hij in zekere zin ook de eerste profeet op aarde en grondvester van de tot aan Mijn nederdaling als mens in stand gehouden zogenaamde profetenscholen, die alleen maar daaruit bestonden dat hun leerlingen nagenoeg reeds vanaf hun geboorte in Mijn liefde werden opgevoed. De wereld werd aan hen afgeschilderd als een vaste grond voor Mijn liefde, als een schoolgebouw, waarin alle mensen uit eigen beweging door een korte afzondering van Mij in hun innerlijke leven een groot verlangen naar Mij moeten krijgen. De bekoring van de buitenwereld is er slechts vanwege de verzoeking, opdat de mensen zich uit zichzelf op Mijn liefde zullen richten. En zodra iemand geen genoegen meer aan de wereld zal beleven, maar slechts aan het steeds groeiende verlangen naar Mij, dan zullen terstond zijn innerlijk oog en oor ontsloten worden en hij zal, hoewel nog in zijn sterfelijke en evenzeer tot verleiding verlokkende lichaam, dadelijk weer de heilige Vader horen en nu en dan te zien krijgen.
Hoofdstuk 80: De gulden regel van de profetenscholen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[9] Het bewegende lichaam is nog geen mens, maar is slechts gemaakt om tot drager van een mens te dienen krachtens de daarin ingeblazen levende ziel; maar neemt deze belichaamde ziel het leven der liefde uit God niet in zich op, dan is zij dood, ondanks alle beweeglijkheid en bruikbaarheid van haar zintuigen.
Hoofdstuk 80: De gulden regel van de profetenscholen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[11] Zo was ook de strenge, de wereld verzakende levenswijze tot aan de tijd van de ontvangen levensgeest der liefde uit deze regel voortgekomen, waarbij dan vanaf die tijd het verdere aardse bestaan zich naar de innerlijke vrijheid plooide, met als gevolg dat dan ook iedere profeet daarnaar leefde, wandelde en handelde.
Hoofdstuk 80: De gulden regel van de profetenscholen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[12] Zo was het dus met de profetenscholen gesteld, die, zoals reeds opgemerkt, in Henoch hun grondlegger vonden en deze was met vader Adam nu ook al gelukkig bij de kinderen van de avond aangekomen.
Hoofdstuk 80: De gulden regel van de profetenscholen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  710 - 711 - 712 - 713 - 714 - 715 - 716 - 717 - 718 - 719 - 720 - 721 - 722 - 723 - 724 - 725 - 726 - 727 - 728 - 729 - 730 - 731 - 732 - 733 - 734 - 735  ...