Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 724 van 1490

...  712 - 713 - 714 - 715 - 716 - 717 - 718 - 719 - 720 - 721 - 722 - 723 - 724 - 725 - 726 - 727 - 728 - 729 - 730 - 731 - 732 - 733 - 734 - 735 - 736 - 737  ...
[18] O Seth, o Seth, zie toe dat de Heer niet datgene weer uit je hart wegneemt wat Hij je reeds op zo'n heerlijke wijze gegeven heeft! Laat iedereen een volgende maal eerst naar mijn stem luisteren en diegene die ik ter ondersteuning tot mij roep, laat hem komen en mij helpen! Alleen bij gelegenheden zoals deze, waarbij de Heer zo duidelijk met ons optrekt, is het helemaal niet nodig dat wij elkaar ongevraagd helpen, daar toch de allerbeste mensenhulp in het niet valt bij de ware, onuitsprekelijke hulp van de Heer door Zijn almachtige woord, dat niet is zoals een menselijk woord, maar dat altijd een volbrachte daad is voor alle eeuwigheden der eeuwigheden.
Hoofdstuk 82: Seth verwijt Henoch zijn woorden van waarheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[11] Zie, je vergiste je, toen je mij het woord des Heren hebt verweten! Waarom vergiste je je? Omdat je meende dat het dringende verzoek van jouw hart reeds geheel zuiver van boven afkomstig zou zijn en je onbetwistbaar het recht gaf de wijsheid van God Zelf terecht af te wijzen, omdat die wijsheid je in het leven van je hart waarover een schaduw was gevallen, niet duidelijk was en deze je daarom onterecht en dodelijk voorkwam.
Hoofdstuk 83: Henochs woorden over Seths vergissing - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[13] Vraag daarom niet om mijn tong, maar om het levende woord; sla geen acht op het werktuig, maar op de genade die van de Heer komt door wat voor een werktuig dan ook, hetzij door Henoch of door Asmahaël; dan zul je volkomen gerechtvaardigd leven in de eeuwige liefde van Jehova, die altijd het beste weet en ziet welk werktuig voor deze of gene het meeste deugt. Indien het echter de Heer welgevallig is ook door Asmahaël te spreken, zeg me, zullen dan die woorden van de Heer in mindere mate woorden van de Heer zijn?!
Hoofdstuk 83: Henochs woorden over Seths vergissing - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] Toen nu Seth en alle anderen deze woorden van Henoch hadden vernomen, stond Seth weer op en begon als volgt te spreken:
Hoofdstuk 84: Adam richt wijze woorden tot Seth - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[2] Dat was de zo zeer beroemd geworden rede van Asmahaël en deze luidde als volgt:
Hoofdstuk 85: Asmahaëls woorden over de wet - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[10] Een zo eindeloos machtige God zou de mensen moeten bedwingen met niet te dragen lasten van dode geboden, met keiharde regels, die tenslotte zelfs Hij met al Zijn kracht niet in staat is te verzachten en dat ook nooit zou mogen doen; want als Hij een van deze geestelijke kooien van het leven zou losmaken, zou Hij dan niet moeten vrezen, aan het eind door Zijn schepselen gevangen genomen te worden om dan Zelf mee te maken wat het is een slaaf te zijn van die schepselen, die met z'n allen ten opzichte van Hem nog geen zonnestofje uitmaken!
Hoofdstuk 85: Asmahaëls woorden over de wet - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[14] O luister, de liefde, de machtige, heilige liefde van de eeuwige Vader is immers niets anders dan de eeuwige, meest vrije ordening in God! Volgens deze eeuwige, heilige ordening en hiermee in volkomen overeenstemming zijn immers uit Hem alle eindeloze scharen geesten, de werelden en jullie, Zijn enige kinderen, even vrij als Hijzelf voortgekomen.
Hoofdstuk 85: Asmahaëls woorden over de wet - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[16] Nu zijn jullie in deze zo liefderijke positie als kinderen van de heilige Vaders geplaatst, jullie zijn vrij en vol leven en genade van boven; hoe kunnen jullie dan zo verblind zijn de kinderen van diezelfde heilige Vader zonder enige reden naar de verschillende oorden te verbannen onder de dwang van een duister gebod, dat hen niet tot leven brengt noch vreugde geeft, maar hen naar lichaam en geest doodt?!
Hoofdstuk 85: Asmahaëls woorden over de wet - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[2] "Want", zei hij bij zichzelf, "Asmahaël heeft maar al te zeer gelijk in al wat hij heeft gesproken! Maar de aangrijpende liefde, de machtige liefde, die het hart met zoet, onoverwinnelijk geweld tot de eeuwige, heilige Vader omhoog trekt, zodat degene die er volledig door gegrepen is er niet meer omheen kan en niet in staat is zich van haar te ontdoen, - zou - nee, nee, het is mij niet mogelijk het te voelen en te denken! -, zou deze almachtige liefde dan niet de een of andere eeuwige wet in de Heer Zelf zijn, waaruit, waarnaar en waardoor Hij alles schept, ordent en voortdurend onderhoudt?!
Hoofdstuk 86: De gedachten van de patriarchen over Asmahaëls woorden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[4] Het is overigens in ieder geval wis en zeker dat ieder leven door een ermee overeenkomende graad van vrijheid is bepaald en dat deze vrijheid steeds gelijke tred houdt met de liefde; waar dus de hoogste liefde heerst, is ook het volle leven en daardoor ook de volste vrijheid!
Hoofdstuk 86: De gedachten van de patriarchen over Asmahaëls woorden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[6] Dit is een wet! Wie kan deze nu weer ontkennen en ervan beweren, dat het geen wet zou zijn, maar de tot niets verplichtende, meest ongebonden vrijheid?!
Hoofdstuk 86: De gedachten van de patriarchen over Asmahaëls woorden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[11] Nu pas zie ik in, dat de mens tot helemaal niets in staat is. Als U, o heilige Vader hem niet voortdurend leidt, houdt hij op te bestaan en is, alsof hij er nooit geweest zou zijn, vol eeuwige vernietiging! 0 Vader, lieve, heilige Vader, red ons van deze ondergang waarin de onmogelijk te begrijpen woorden van Asmahaël ons allen gestort hebben! Amen."
Hoofdstuk 86: De gedachten van de patriarchen over Asmahaëls woorden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[14] Aan Henoch durf ik het nauwelijks te vragen! Als het jou niet zo vergaat als het mij vergaat en je licht ziet in deze woorden, deel mij dat dan getrouw mee, opdat niet vanwege mijn grote onbegrip hemel en aarde nog voordat wij onze geboortestreek zullen hebben betreden, te gronde gaan! Amen."
Hoofdstuk 86: De gedachten van de patriarchen over Asmahaëls woorden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[26] Kenan: "Laten wij de zaak laten rusten! Indien het hier werkelijk tot een overnachting komt, zal daardoor de aarde niet wormstekig en de vaste grond niet tot water worden. De Heer weet het beste waarom Hij voor onze bezige tongen een kleine rustdag heeft ingelast! Ik zeg altijd maar: het is beter te handelen dan steeds te praten en te leren. Ik luister weliswaar zeer graag naar mooie toespraken en lessen, - maar eerlijk waar: op deze reis gebeurt er teveel van het goede; men kan het niet meer verwerken en Asmahaëls woord is als een steen in mijn maag, luister, die zal nog enige rust nodig hebben om te verteren! Laten wij het daarom laten zoals het is en zwijgen! Amen."
Hoofdstuk 86: De gedachten van de patriarchen over Asmahaëls woorden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] Seth merkte dat de kinderen onder elkaar aan het praten waren en dacht bij zichzelf: "Waarlijk, ze zijn allemaal door twijfel aangegrepen en ze weten zich geen raad en kunnen zichzelf niet helpen! O, hoe graag zou ik jullie willen helpen, als het mij gegeven was! Dat Henoch toch zo lang over deze zaak blijft zwijgen!
Hoofdstuk 87: Eva berispt Seth - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  712 - 713 - 714 - 715 - 716 - 717 - 718 - 719 - 720 - 721 - 722 - 723 - 724 - 725 - 726 - 727 - 728 - 729 - 730 - 731 - 732 - 733 - 734 - 735 - 736 - 737  ...