15542 resultaten - Pagina 726 van 1037
... 714 - 715 - 716 - 717 - 718 - 719 - 720 - 721 - 722 - 723 - 724 - 725 - 726 - 727 - 728 - 729 - 730 - 731 - 732 - 733 - 734 - 735 - 736 - 737 - 738 - 739 ...
[1] Op deze witte grote hoogte aangekomen, zagen Lamech en zijn metgezellen voor de eerste keer in hun hele leven de zee van de aarde en konden hun blikken niet afhouden van deze grote watervlakte, die zich heel in de verte naar toenmalige begrippen met de hemel scheen te verenigen.Hoofdstuk 92: Naar de hoogte. Het heerlijke uitzicht. Koning Lamech prijst de Heer voor de aanschouwde heerlijkheden van de aarde. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Op het middernachtelijk uur stond Adam op, zegende de hele aarde en zei toen tegen het hele gezelschap: 'Luister naar mij, jullie mijn geliefde kinderen! Ik denk dat wij nu genoeg naar Gods heerlijke wonderwerken hebben gekeken - en onze ziel verzadigd hebben met de lieflijkste, reinste kost uit de grote wonderkeuken van de Heer!
Hoofdstuk 93: Van de berg weer huiswaarts. Het gezegende maal in Adams hut. Adam bespreekt met Henoch het feest van de sabbat. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] Daar bij deze gelegenheid ook ons lichaam naar allerlei voedsel en versterking verlangt, zullen wij ons dan ook bij dit heerlijke volle licht van de maan op de terugweg begeven en ons in naam van de Heer in mijn woning laven met spijs en drank, om dan na de Heer onze lof betuigd te hebben, ons te versterken door een verkwikkende slaap op de van welriekende bladeren gemaakte rustplaatsen!
Hoofdstuk 93: Van de berg weer huiswaarts. Het gezegende maal in Adams hut. Adam bespreekt met Henoch het feest van de sabbat. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] De dag van morgen zal ons nieuwe genietingen in naam van de Heer bereiden; en leid jij, Seth, ons nu langs de beste weg naar beneden!'
Hoofdstuk 93: Van de berg weer huiswaarts. Het gezegende maal in Adams hut. Adam bespreekt met Henoch het feest van de sabbat. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[14] Daarom liet hij dan ook weldra het ochtendmaal bereiden, en toen dat genuttigd was, werd de weg ingeslagen naar de hoogte en van daaruit naar de bekende grot.
Hoofdstuk 93: Van de berg weer huiswaarts. Het gezegende maal in Adams hut. Adam bespreekt met Henoch het feest van de sabbat. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] `Vriend, je bent een ontzettend saai mens! Spreek over iets anders, want van dergelijke hoge dingen heb ik geen verstand! En omdat ik die niet begrijp, wekken zij alleen maar verveling, innerlijke wrevel en de spoedig daarop volgende slaperigheid bij mij op! Spreek over een kat, over een vogel, over een mooie dochter (of over een mooie jongeman), en ik zal dagenlang met gespannen aandacht naar je luisteren; maar bespaar me zulke hoge goddelijke dingen, omdat ik daar geen verstand van heb!'
Hoofdstuk 95: Henochs wijze levenservaringen betreffende de vleselijke en de wereldse liefde van de mensen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[13] Maar zoals gezegd: wanneer daar Muthaël bij ons zal zijn, zal ik hem naar jou verwijzen en jij zult de juiste woorden vinden om met hem te praten! - En zo geschiede het in naam van de Heer! Amen.'
Hoofdstuk 95: Henochs wijze levenservaringen betreffende de vleselijke en de wereldse liefde van de mensen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] “Wees, o lieve verheven vaderen, mij, arme dienares van de Heer, onuitsprekelijk welkom! Wat verlangt mijn ziel naar woorden van de Vader uit de mond van degene die Hij, als de Heer Zelf, tot een waarachtige hogepriester heeft aangesteld!
Hoofdstuk 96: De tocht naar de hut van Purista. Purista ontvangt de gasten. Lamech bewondert de schoonheid van Purista. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Toen het hele gezelschap zich nu in de hut bevond en Purista haar haard had verzorgd, ging zij weer naar Henoch en zei tegen hem:
Hoofdstuk 97: In de hut van de Heer. Purista klaagt erover, dat de verliefde Muthaël haar blijft nalopen. Het wijze antwoord van Henoch, de kenner van het hart. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] Deze woorden hebben Muthaël zo verbijsterd dat hij op slag sprakeloos werd en toen huilend en snikkend wegging en - zoals ik merkte - regelrecht naar jullie op de hoogte ging.
Hoofdstuk 97: In de hut van de Heer. Purista klaagt erover, dat de verliefde Muthaël haar blijft nalopen. Het wijze antwoord van Henoch, de kenner van het hart. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[10] En Henoch antwoordde Purista: 'Luister nu naar mij; ik wil je in volle waarheid zeggen hoe de zaken er voor staan: zie, de Heer heeft heel zeker jou aan Muthaël toegezegd en in de geest ook reeds volledig met hem verbonden; alleen heeft Hij de zegening van het vlees nog naar de juiste tijd uitgesteld! Maar aan jou heeft de Heer dat ook zonder woorden en alleen maar aan je gevoel meegedeeld!
Hoofdstuk 97: In de hut van de Heer. Purista klaagt erover, dat de verliefde Muthaël haar blijft nalopen. Het wijze antwoord van Henoch, de kenner van het hart. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[15] Zie, zo is het! Je mag hem niet ontlopen; maar je mag hem ook niet verzoeken! - Dat wat jou betreft; maar met Muthaël zal ik wel spreken! Laten we ons nu naar jouw haard begeven! Amen.'
Hoofdstuk 97: In de hut van de Heer. Purista klaagt erover, dat de verliefde Muthaël haar blijft nalopen. Het wijze antwoord van Henoch, de kenner van het hart. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Toen Purista weer bij haar fornuis bezig was en Lamech nu nuchter en rustig een paar steekhoudende oordelen over haar aan het gezelschap der vaderen uitsprak en nog maar nauwelijks was uitgesproken, kwam Muthaël opeens als het ware buiten zinnen de hut binnen, keek Henoch aan, ging toen met weloverwogen schreden naar hem toe en staarde hem aan zonder een woord te zeggen.
Hoofdstuk 98: Henoch geneest de gemoedszieke, verliefde Muthaël. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] O Henoch, ik beken je heel openlijk - daar ik nu wel weet waarom ik eigenlijk hiernaartoe kwam en waarom ik gisteren reeds zeer vroeg naar de hoogte ben geijld -, dat wat mij betreft de hele aarde met al haar bewoners slechts een leeg nootje waard is!
Hoofdstuk 98: Henoch geneest de gemoedszieke, verliefde Muthaël. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[14] En Lamech uit de laagte keek ook geheel verbluft naar deze toestand en zei tegen Henoch: 'Broeder, bij de huidige stand van zaken zal ik, zoals het mij voorkomt, met deze man niet veel te bespreken krijgen!'
Hoofdstuk 98: Henoch geneest de gemoedszieke, verliefde Muthaël. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)