Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 727 van 1112

...  715 - 716 - 717 - 718 - 719 - 720 - 721 - 722 - 723 - 724 - 725 - 726 - 727 - 728 - 729 - 730 - 731 - 732 - 733 - 734 - 735 - 736 - 737 - 738 - 739 - 740  ...
[5] Tenslotte merkte Lamech dat zelfs ook uit zijn berg hier en daar lichte vlammen opschoten, en hij begon zich daarover enigszins ongerust te maken.
Hoofdstuk 223: De hevige wind en de vlammenzee tijdens de morgen. De stem van de Heer boven de kring van vlammen. De zonsopgang en de nieuwe gast van de hoogte - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[17] 'Vrienden, hier zullen wij even blijven staan! Want Ik zie dat sommigen van jullie wat moe geworden zijn; en jij, Mijn beminde Henoch, bent het meest vermoeid, - want jouw hart had zich bijna aan Mij vergrepen!
Hoofdstuk 224: Henochs uitbundige liefde spreekt tot de heilige Vader. De heilige Vader billijkt de overmatige liefde van Henoch. De bekering van Lamech als getuigenis van de macht van de goddelijke liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[19] Mijn geliefde Henoch, ga jij maar altijd door met jouw uitbundige zuivere liefde tot God, dan zal eens uit die uitbundige liefde een grote werkelijkheid voortkomen waarover je geest zich hogelijk zal verwonderen!'
Hoofdstuk 224: Henochs uitbundige liefde spreekt tot de heilige Vader. De heilige Vader billijkt de overmatige liefde van Henoch. De bekering van Lamech als getuigenis van de macht van de goddelijke liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[20] Hierna wendde de Heer zich tot Kisehel en zei tegen hem: 'Kisehel, zie je nu welk een macht de liefde van de Vader heeft?
Hoofdstuk 224: Henochs uitbundige liefde spreekt tot de heilige Vader. De heilige Vader billijkt de overmatige liefde van Henoch. De bekering van Lamech als getuigenis van de macht van de goddelijke liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[2] Lamech, die wel duizend gedachten over deze vreemde man in zijn hoofd had, wendde zich onderweg tot Kisehel en vroeg hem: 'Luister, grote, machtige vriend en broeder! Ken jij deze buitengewoon merkwaardige jonge en toch zo bijzonder wijze man? Is hij dan nog meer dan de hogepriester Henoch?
Hoofdstuk 225: Lamech vraagt naar de naam van de jonge Man en Kisehel antwoordt ontwijkend. De woorden van de jonge Man tot het volk - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[12] En Kisehel antwoordde Lamech als volgt: 'Lieve broeder Lamech! Wat deze jonge Man betreft, en dat Henoch, zoals wij allemaal, zich als ondergeschikte tegenover Hem gedraagt, dat is zo'n diep mysterie, datje op dit ogenblik helemaal niet in staat zou zijn dat te bevatten.
Hoofdstuk 225: Lamech vraagt naar de naam van de jonge Man en Kisehel antwoordt ontwijkend. De woorden van de jonge Man tot het volk - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[28] Toen keerde de Heer weer naar Zijn gezelschap terug en begaf Zich begeleid door Henoch in Lamechs huis; en niemand durfde nu het huis van Lamech te naderen.
Hoofdstuk 225: Lamech vraagt naar de naam van de jonge Man en Kisehel antwoordt ontwijkend. De woorden van de jonge Man tot het volk - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[2] 'Vriend, nog veel machtiger ben je dan Kisehel en zijn broeders, en zelfs machtiger dan de hogepriester Henoch, hier is de troonzaal, waarin zich op de troon de allerheiligste naam van God bevindt!
Hoofdstuk 226: Lamech en de door hem nog steeds niet herkende heilige Vader in de troonzaal. De Heer als de sleutel en de deur - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[10] Hierover verbaasde Lamech zich in hoge mate. Daarom snelde hij weer terug naar Kisehel en zei tegen hem: 'Luister, broeder, dat is iets te veel voor me!
Hoofdstuk 226: Lamech en de door hem nog steeds niet herkende heilige Vader in de troonzaal. De Heer als de sleutel en de deur - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[15] En Lamech vroeg Kisehel weer: 'Dus moet deze merkwaardige jonge man toch zeer veel genade van God hebben ontvangen, omdat hij dit teweegbrengt en zich zo zeer onderscheidt van jullie allen?!'
Hoofdstuk 226: Lamech en de door hem nog steeds niet herkende heilige Vader in de troonzaal. De Heer als de sleutel en de deur - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[25] Onder het lopen uitte Lamech zich tegen Kisehel als volgt: 'Broeder, het kwam mij alweer hoogst merkwaardig voor, dat deze door God zo hooggeplaatste man niet de allerminste buiging voor de tafel maakte, maar haar heel vluchtig heeft bezien en haar toen de rug toekeerde!
Hoofdstuk 226: Lamech en de door hem nog steeds niet herkende heilige Vader in de troonzaal. De Heer als de sleutel en de deur - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[24] Maar terwijl hij het zich goed liet smaken, bedacht hij plotseling dat niemand de spijzen van tevoren op Kisehels manier had gezegend en ook had niemand God geloofd, geprezen en gedankt.
Hoofdstuk 227: Het maal in de eetzaal. Lamech wordt tot priester van zijn volk benoemd. Henochs woorden over het priesterdom en het koningschap. Het verzuimde tafelgebed. De heilige Vader maakt Zich aan Lamech bekend - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[27] Maar de Heer keek Lamech glimlachend aan, liet hem bij Zich komen en zei toen tegen hem: 'Lamech, stel dat jij een kind had, dat een volledig onbeduidende fout ten aanzien van jou begaan had; en als het kind zijn fout zou bemerken, vol vertwijfeling tegen je zou uitroepen: `Vader, het is ontzettend, - zie, ik heb een zonde tegen je begaan! Wee mij, ik zal daarom gedurende drie dagen geen hap meer eten ook al zou ik al de tweede dag van de honger sterven!';
Hoofdstuk 227: Het maal in de eetzaal. Lamech wordt tot priester van zijn volk benoemd. Henochs woorden over het priesterdom en het koningschap. Het verzuimde tafelgebed. De heilige Vader maakt Zich aan Lamech bekend - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[14] En wie Mij eert en zich voor Mij verdeemoedigt, laat die Mij voortdurend eren en aldoor deemoedig voor Mij zijn; want Ik ben immers aldoor heilig voor iedereen!
Hoofdstuk 228: De woorden van de Heer over de ware godsverering - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[15] Als men Mij met zijn lichaam in het stof wil eren, moet men zich toch ook dag en nacht zonder ophouden in het stof wentelen!
Hoofdstuk 228: De woorden van de Heer over de ware godsverering - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
...  715 - 716 - 717 - 718 - 719 - 720 - 721 - 722 - 723 - 724 - 725 - 726 - 727 - 728 - 729 - 730 - 731 - 732 - 733 - 734 - 735 - 736 - 737 - 738 - 739 - 740  ...