10915 resultaten - Pagina 727 van 728
... 703 - 704 - 705 - 706 - 707 - 708 - 709 - 710 - 711 - 712 - 713 - 714 - 715 - 716 - 717 - 718 - 719 - 720 - 721 - 722 - 723 - 724 - 725 - 726 - 727 - 728
[13] Ik kan het echter niet anders en nader uitleggen, opdat gij het verstaan zult. In deze vier bewegingen is een harde en zeer verschrikkelijke, scherpe en grimmige koude, zoals van gesmolten en ijzig koud zout water, hetwelk toch geen water is maar een harde kracht als steen. Daarin woedt het, doodt het, steekt het en brandt liet, en het water is steeds als een stervende mens, wanneer zich zijn ziel van het lichaam gaat scheiden, in een verschrikkelijke angst en smartopenbaring. O mens tracht te begrijpen, hoe gij hier ziet waar de duivel met zijn grimmige toornige boosheid zijn oorsprong heeft en waaruit Gods toorn en het helse vuur, en ook de dood en de hel en de eeuwige verdoemenis ontstaan. Merk dat goed op, gij filosofen!Hoofdstuk 23: Van de diepte boven de aarde. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[18] Ik kan dit op geen andere wijze beschrijven, want ik moet zo schrijven, alsof de openbaring Gods een aanvang zou genomen hebben of neemt, waaruit alles zo geworden is. Ik schrijf hier echter waarachtige en waardevolle woorden, die alleen door de geest verstaan worden. Let nu op de poort Gods. Het licht, dat nu uit het vuur geboren wordt en in het water gaat schijnen en de gehele geboorte vervult, veelicht en verzacht, dat is het waarachtige hart van God, of Gods Zoon; want hij wordt zo steeds uit den Vader geboren; hij is van een ander voorkomen als de hoedanigheden en openbaringen van den vader. Maar de schepping van God kan het licht niet vatten of begrijpen en het in zijn scheppen gebruiken. Hoewel het licht vrij voor hem staat, kan geen enkel schepsel het begrijpen, en toch vervult en verlicht het de ganse schepping, als de eniggeboren Zoon van den Vader. (Joh. 1, 14.)
Hoofdstuk 23: Van de diepte boven de aarde. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[42] Nu moet gij niet vragen: waar is die zelfde Hemel? Zij is in uw eigen hart, laat haar vrij, de sleutel hiervoor wordt u hier getoond. Zo bevinden zich dan een God en drie verschillende godheden in elkander en de een kan de andere niet vatten of vasthouden, of de oorsprong van de ander doorgronden; echter doet de Vader den Zoon geboren worden, en de Zoon is het hart, de liefde en het licht des Vaders en is ook de oorsprong van alle vreugden en de bron van alle leven. De Heilige Geest is de geest des levens, de vormer en schepper aller dingen en de uitvoerder van Gods wil. Hij heeft uit en in het lichaam van God alle Engelen en schepselen geschapen en hij onderhoudt en vormt nog dagelijks alles; hij is de scherpzinnigheid en de levende geest Gods. Zoals de Vader uit zijn krachten het woord spreekt, zo vormt de geest het.
Hoofdstuk 23: Van de diepte boven de aarde. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[45] Wilt u een godheid zijn en geen duivel, bedient u dan van de heilige en zachte rechten Gods; zo niet, dan zult gij altijd en eeuwig in de strenge en ernstige Godsgeboorte blijven. Dit zegt de geest tot u als een woord Gods, en niet mijn dode vlees. Gij moet weten, dat ik het niet zeg door middel van mijn dode verstand, maar dat mijn geest met God verkeert, en weet, hoe de godheid in al haar openbaringen, smaak en reuk is; daaruit maak ik op, dat de godheid een zeer eenvoudig, zacht, lieflik en stil wezen is, dat de geboorte van de drie-eenheid heel zacht en vriendelijk, lieflik en enig geschiedt, en dat de scherpte van de binnenste geboorte zich nimmer in de zachtheid der drie-eenheid kan opheffen, doch in de diepte verborgen blijft. Die scherpte heet in het verborgene Gods toorn, en het wezen van de zachtmoedigheid in de drieheid, heet God. Er gaat niets van de scherpte uit, dat daar verwoest of de toorn aansteekt, doch de geesten spelen heel zoetjes met elkander als kleine kinderen wanneer zij pret met elkander hebben, omdat een ieder zijn eigen werk heft. Zij spelen met elkander en liefkozen elkaar.
Hoofdstuk 23: Van de diepte boven de aarde. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[47] Wanneer echter het hart van God zich in al zijn helderheid vertoont, dan rijst de gehele schare van heilige Engelen van alle drie de Koninkrijken op. En in dit oprijzen van het hart van God, is Jezus Christus koning en de eerste, Die de koninklijke reidans leidt met alle heilige mensenzielen tot aan de jongste dag. Dan worden de heilige mensen, volmaakte Engelen, en de goddelozen volmaakte duivelen, en wel voor eeuwig. Spiegelt u hieraan, gij wijze wereld, hoe gij aan uw wijsheid komt. Nu zult gij zeggen: Gij zoekt een veel diepere wijsheid dan wij; gij wilt in de verborgenheden Gods doordringen, hetgeen aan geen mens is toegestaan. Wij zoeken slechts de menselijke wijsheid en gij wilt aan God gelijk zijn, geheel en al weten hoe God is in alle dingen, zowel in de Hemel als in de hel, in duivelen, Engelen en mensen. Daarom is het niet slecht om spitsvondige, scherpe list te zoeken, want zij brengt eer, macht en rijkdom.
Hoofdstuk 23: Van de diepte boven de aarde. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[52] De Engelen zijn kinderen van de grote God, die hen uit zijn lichaam der natuur geschapen heeft ter vermeerdering van de goddelijke vreugde. Hieruit zult gij verstaan dat de Engelenlichamen de schepping Gods niet kunnen begrijpen; het lichaam verstaat het ook niet, alleen hun geest verstaat het; het lichaam blijft stil evenals de natuur in God, en laat de geest met God arbeiden en dartelen. Want de Engelen spelen voor God en in God evenals kleine kinderen met en voor hun ouders, waarmede de goddelijke vreugde wordt vermeerderd. Toen echter de grootmachtige vorst en koning Lucifer, geschapen werd, wilde hij niet zo doen, maar hij verhief zich en wilde alleen God zijn en ontstak in zichzelf het toornvuur. Zo deden ook zijn Engelen.
Hoofdstuk 23: Van de diepte boven de aarde. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[2] Het heeft zich wel op de eerste dag bewogen, en is met de geboorte in het lichaam van de verdorven natuur begonnen, en op de eerste dag heeft zich het leven van de dood gescheiden, maar op de tweede dag is de scheiding daartussen geschapen, en op de derde dag is het leven door de dood heengebroken. Toen is het licht door de duisternis heengebroken en heeft het dode lichaam der natuur bloeiend en beweeglik gemaakt. Want op de derde dag heeft het lichaam zo hevig in angst gezeten, dat het liefdesvuur in de dood werd ontstoken en het levenslicht door het verstarde lichaam des doods is heengebroken en tot opbloei gekomen. Het heeft echter op de derde dag nog in de vuurschrik gestaan, waaruit de beweeglijkheid is voortgekomen.
Hoofdstuk 24: Van het samenstellen der sterren. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[9] Gij moet deze hoge wijsheid echter goed begrijpen. Het licht Gods, dat zowel de Zoon Gods is als de Heilige Geest, is niet gestorven. Het licht, dat van eeuwigheid af van het hart van God is uitgegaan, en de natuur, die uit de zeven geesten geboren werd, verlicht heeft, dat licht is uit de verdorven natuur geweken. Daardoor is de natuur van deze wereld met haar bewustzijn in de dood gebleven en kan het licht Gods niet vatten, doch is een donker huis des duivels geworden. Hierna heeft God op de vierde dag der schepping het hele huis van deze wereld met de eigenschappen opnieuw geschapen en heeft de Oergeesten in het huis der duisternis gezet, opdat Hij zich daaruit weer een nieuw lichaam zou kunnen vormen, te zijner lof en ere.
Hoofdstuk 24: Van het samenstellen der sterren. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[15] Na voltrekking der nieuwe wedergeboorte zou de dood van de aarde er. de toorn aan Heer Lucifer als een eeuwig huis worden aangewezen. Ondertussen zou Lucifer in de diepte boven de aarde in de duisternis gevangen liggen, en daar ligt hij nu en hij kan zijn lot spoedig verwachten. Opdat zulk een nieuwe geboorte buiten de wil van de duivel om voltrokken zou kunnen worden, heeft de Schepper zich als het ware in het lichaam deze wereld, scheppend in zijn Oergeesten gemaakt, en alle sterren zijn niets anders dan krachten van God en het gehele lichaam van deze wereld ligt besloten in de zeven Oergeesten. Dat er echter zoveel sterren zijn met zo verschillende werkingen, dat komt, omdat de zeven geesten Gods elkander voortdurend beïnvloeden en altijd maar door scheppen, steeds en oneindig. Dat de sterrenlichamen onveranderlijk op hun plaats blijven, zoals zij altijd gedaan hebben, betekent, dat er een vaste geboorte zal zijn, waardoor het verstijfde aardelichaam steeds weer in dezelfde uitwerking, opnieuw aangestoken en herboren zal worden, evenals het huis der duisternis boven de aarde. Het nieuwe lichaam zal steeds uit de dood wedergeboren willen worden, zolang totdat de tijd en het gehele nieuwe lichaam voltooid zal zijn.
Hoofdstuk 24: Van het samenstellen der sterren. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[22] Het licht wordt niet alleen in en uit de sterren geboren, maar in het gehele lichaam dezer wereld. Deze sterren steken het lichaam dezer wereld steeds weer aan, zodat de geboorte overal zal plaats vinden. Nu moet ge dit goed begrijpen. Het licht of het hart van God neemt zijn oorsprong niet alleen uit de wilde en ruwe sterren, waarin liefde en toorn door elkander gemengd zijn, maar uit de plaats, waar het zachte water des levens steeds weer geboren wordt. Dat water is bij de aansteking des toorns niet door de dood gegrepen kunnen worden, omdat het bestaat van eeuwigheid tot eeuwigheid en reikt tot alle einden dezer wereld. Het is het water des levens, hetwelk door de dood heen breekt en waaruit het nieuwe lichaam Gods in deze wereld gebouwd zal worden. Het bevindt zich zowel in de sterren als op alle plaatsen, maar nergens is het te vatten of te begrijpen, en toch vervult het alles en allen. Het is ook in de lichamen der mensen, en wie naar dat water verlangt, en ervan drinkt, in die mens wordt het licht des levens aangestoken, hetwelk het hart van God is, en daaruit welt de Heilige Geest op. Nu zegt gij: Hoe komt het dan, dat de sterren zich bevinden in liefdestoorn? Ziet, de sterren zijn vanuit het ontstoken huis des toorns opgegaan, evenzo als de beweeglijkheid van het kind in het moederlijf, in de derde maand, zich manifesteert. Nu zijn echter de sterren aangestoken door het eeuwige, onsterfelijke water des levens en datzelfde water is nooit gestorven.
Hoofdstuk 24: Van het samenstellen der sterren. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[35] In het lichaam der natuur is de aansteking geschied en uit dit lichaam waren ook de Engelen geschapen en wanneer zij zich niet in hun overmoed verheven en zichzelf aangestoken hadden, dan waren hun lichamen eeuwig in de stille en onbegrepen zachtmoedigheid gebleven, zoals het geval is met de andere vorstenrijken der Engelen buiten deze wereld; hun geest zou zich eeuwig in het lichaam der zachtmoedigheid geopenbaard hebben, zoals het geval is met de heilige drievuldigheid in het lichaam van God, en hun ingeboren geest zou met de heilige drievuldigheid één hart, één willen, en één liefde geweest zijn, want daarom waren zij ook in het lichaam van God, tot vreugde van de Godheid geschapen. Lucifer echter wilde zelf de machtigste God zijn, ontstak zijn lichaam, wekte daarin de scherpe geboorte Gods op en stelde zich tegenover het lichte hart van God met de bedoeling om met zijn scherpte daarin te heersen, hetgeen toch onmogelijk was. Toen hij tegen liet recht van de Godheid in opstand kwam en zich aanstak, toen verhief zich ook de scherpe geboorte in het lichaam des Vaders tegen hem en nam hem als een toornige zoon in de scherpe geboorte gevangen en daarin voert hij nu zijn eeuwige heerschappij.
Hoofdstuk 24: Van het samenstellen der sterren. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[38] En datzelfde nieuwe lichaam is het water des levens, hetgeen ontstaat, als het licht door de toorn heendringt en de Heilige Geest is de vormgever daarin. De Hemel is de scheiding tussen de liefde en de toorn en is ook de plaats, waar de toorn zich in liefde verandert. Wanneer gij nu naar de zon en de sterren kijkt, moet gij niet denken, dat zij de reine God zijn, en gij moet u niet voornemen hen iets te bidden of te smeken, want zij zijn de heilige God niet; zij zijn de aangestoken geboorte van Zijn lichaam, waar liefde en toorn met elkander worstelen. De heilige God echter is in het midden van al deze dingen in zijn Hemel verborgen, en gij kunt Hem niet zien noch begrijpen; de ziel en de siderische geboorte begrijpt hem half, want de Hemel bevindt zich tussen de liefde en de toorn en diezelfde Hemel is overal, ook in uzelf. En wanneer gij nu den heiligen God in Zijn Hemel aanbidt, dan aanbidt gij Hem in de Hemel, die in u zelf is, en diezelfde God breekt met Zijn licht en daarin de Heilige Geest, door uw hart heen en doet uw ziel in een nieuw godslichaam, dat met God in zijn Hemel heerst, herboren worden. Want het aardse lichaam, dat gij draagt, is één lichaam met geheel het ontstoken lichaam dezer wereld, het lichaam komt ook overeen met geheel het lichaam dezer wereld. Er is geen onderscheid tussen de sterren en de diepte, alsmede tussen de aarde en uw lichaam, want het is alles één lichaam. Alleen dat onderscheid is er, dat uw lichaam een zoon is van het heelal en daarmede ook gelijkenis heeft. Zoals elk nieuw lichaam dezer wereld wordt geschapen in zijn Hemel, zo wordt ook uw nieuwe mens in zijn Hemel geboren, want alles is één Hemel, waarin God woont, en waarin de nieuwe mens woont en dat kan niet van elkander gescheiden worden.
Hoofdstuk 24: Van het samenstellen der sterren. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[40] Op de plaats van uw Hemel zit de toornduivel; wanneer gij echter daardoor heen breekt, moet hij wijken en de Heilige Geest neemt dan zijn plaats in; vanuit het andere deel der grimmigheid ziet de duivel u dan aan, want dat is dan zijn plaats en de Heilige Geest weerstaat hem, en de nieuwe mens ligt in zijn Hemel onder bewaking van den Heiligen Geest verborgen en de duivel kent de nieuwe mens niet, omdat hij zich niet bevindt in zijn Hemel doch in de Hemel, de vesting van God. Ik schrijf dit als een woord, dat in de Hemel ontstaan is; waar de heilige Godheid zich immer openbaart, waar de golvende geest in de bliksem des levens opgaat, daar is dit woord en deze bekentenis geboren en door het liefdevuur van Gods Algeest uitgegaan.
Hoofdstuk 24: Van het samenstellen der sterren. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[41] Ik weet wel, wat de duivel van plan is, want het deel van de ernstige en strenge geboorte, waar liefde en toorn tegenover elkander gesteld zijn, kijkt hem in het hart. Wanneer hij met zijn grimmige en helse verleiding komt, als een vleiende hand, dan begint hij met zijn toorn in het gedeelte waar de strenge geboorte zich bevindt en daar staat hij tegenover de Hemel, daar wordt de schone bruid aanschouwd. Hij steekt door de oude mensen heen met de bedoeling om de nieuwe te verderven. Wanneer zich echter een tegen hem verzet, dan wijkt de hellehond en dan is de nieuwe mens veilig, hoe ook de hellehond in de siderische geboorte aan de ingang van zijn hol te keer gaat. Ik denk echter, dat het wel spotters zal verwekken, als ik zeg, dat ik mij gesteld zie tegenover de schranderste duivel. Zij zullen wel zeggen dat ik door mijn eigen waanwijsheid de Godheid wil uitpluizen. Ja, beste spotters, gij zijt wel gehoorzame zonen van de duivel, gij moogt gerust met de kinderen van God spotten, als zou ik de Godheid in mijn vermogen zo diep kunnen doorgronden; als de Godheid niet in mij gestalte had genomen, zoudt ge denken, dat ik dan sterk genoeg zou zijn om weerstand te kunnen bieden?
Hoofdstuk 24: Van het samenstellen der sterren. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[9] Ik heb de poorten van de kennis des lichts verkozen en wil aan de drang en de kennis van de Geest gehoor geven, en al zal mijn stoffelijke lichaam tot de bedelstaf geraken of geheel ten gronde gaan, daar zal ik niet naar vragen, maar met den koninklijke profeet zeggen: en als mijn lichaam en mijn ziel versmachten, dan zijt gij God mijn heil, mijn troost en mijns harten toeverlaat! (Ps. 73, 26). Met U wil ik het wagen en ik zal Uw Geest niet wederstreven en of mijn vlees daaronder mocht lijden, toch moet het geloof in de erkenning van het licht boven het verstand uitgaan. Ik weet ook heel goed dat het een jongere niet past zich tegen de meester te verzetten en dat de zeer ervaren meesters in de astrologie ver boven mij staan. Maar ik werk naar mijn roeping zoals zij naar de hunne, opdat ik niet als een luie knecht zal bevonden worden, maar opdat ik, als mijn Heer komt om het talent, dat hij mij heeft overhandigd, terug te vorderen, dat met woeker zal mogen teruggeven. Daarom wil ik Zijn talent niet in de aarde begraven, doch ermede woekeren, opdat Hij ten tijde der opvordering niet tot mij zou kunnen zeggen: Gij ontrouwe knecht, waarom hebt gij mijn talent in de duisternis verborgen en er niet mede gewoekerd? (Math. 25, Luk. 19). Ik zal met het mijne woekeren, en als Hij het geheel van mij afneemt om het aan een ander te geven, die met het zijne nog meer gewoekerd heeft, dan zal ik zeggen, dat Zijn wil moge geschieden en ik zal Hem laten regeren. Let nu op. Het gehele huis dezer wereld, dat in het zichtbare en begrijpelijke wezen staat, is het huis van God, of het oude lichaam, hetgeen voor de tijd van de toorn in Hemelse klaarheid gestaan heeft. Toen echter de duivel daarin de toorn heeft aangestoken, is het een huis van duisternis en dood geworden.
Hoofdstuk 25: Van het gehele sterrenlichaam, dat is de gehele astrologie of het gehele lichaam dezer wereld. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang