Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 728 van 1490

...  716 - 717 - 718 - 719 - 720 - 721 - 722 - 723 - 724 - 725 - 726 - 727 - 728 - 729 - 730 - 731 - 732 - 733 - 734 - 735 - 736 - 737 - 738 - 739 - 740 - 741  ...
[1] Nu voelden na het tweegesprek tussen Kenan en Mahalaleël, waar dat tussen Jared en Henoch aan vooraf gegaan was, ook Seth en Enos een dringende behoefte enige woorden met elkaar te wisselen; en deze behoefte ontwaakte het eerst in Seth en kwam pas daarna bij Enos op en wel door het volgende:
Hoofdstuk 107: Over de listigheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[2] Seth zou zeer graag hebben geweten welke vermoedens Enos omtrent Asmahaël koesterde; maar Seth had ook nog een andere reden om aan Enos vragen over Asmahaël te stellen en deze reden was niets anders dan een soort angst om voor de tijd door Enos ondervraagd te worden.
Hoofdstuk 107: Over de listigheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[4] Maar begin ik als eerste te vragen, dan moet hij immers antwoorden, waarbij ik dan enige tijd rustig en zonder zorgen al de beslist niet onbelangrijke vermoedens van mijn zoon kan aanhoren en het zal dan zeker niet bij hem opkomen om mij daarover met nog een vraag lastig te vallen, - en op deze zeer onschuldige en meest eenvoudige manier van de wereld heb ik mij ontdaan van iedere kans om mezelf te verraden; zo zal ik het dus doen. Amen."
Hoofdstuk 107: Over de listigheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[9] Maar als een dergelijk mens toch ook zijn welgeschapen medemens liefheeft en deze hem wederkerig, dan is hij niet in conflict met de liefde; maar in de ordening van de liefde, die alleen vruchtdragend is, bevindt hij zich niet, - en zijn geestelijke zuster, de listigheid, evenmin. Want door haar wordt niemand tot leven bevrucht, noch kan zij ook maar iets voor zichzelf bewerken dat bevruchtend voor het leven is, daar zij altijd, hoewel in zekere zin schadeloos en onschuldig, toch alleen maar bedrog is, waardoor de teleurgestelde toch steeds meer of minder geërgerd wordt omdat hij dan al spoedig aan zichzelf en aan de sluwerik vraagt: "Waarom moest ik dan, al was het voor een goed doel, door een list beetgenomen worden en waarom gebruikte mijn broeder voor mijn bestwil een list? Is het goede dan niet goed, zodat het nodig was om door een list goed te worden? Of ben of was ik dan zelf boosaardig, zodat ik eerst door list voor het goede gewonnen moest worden?"
Hoofdstuk 107: Over de listigheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[7] En pas nu bemoeide Asmahaël zich ermee en hielp op deze manier de arme Seth uit zijn moeilijke situatie met de volgende woorden:
Hoofdstuk 109: De rustpauze van de vaderen onder de broodboom - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[10] Maar wanneer een wolf zich voor zijn eigen vermaak laat vangen door een ezel en deze dan in zijn domheid de kop van de wolf met zijn harde hoef verbrijzelt, waarlijk, dan draagt de wolf die werd verwond omdat hij zichzelf wilde vermaken door zich gevangen te geven, immers zelf de schuld dat de domheid van de ezel hem te gronde gericht heeft! Seth, herken je dit beeld?
Hoofdstuk 109: De rustpauze van de vaderen onder de broodboom - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[12] Zie, niet de wet, zoals jij neerslachtig dacht, maar alleen de dwaasheid bestraft zichzelf op deze manier!
Hoofdstuk 109: De rustpauze van de vaderen onder de broodboom - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[15] Voor deze keer word je daarom geholpen, omdat je het uit liefde deed; maar zie in het vervolg toe, dat jouw ezel met zijn hoef niet te dicht bij je hoofd komt, - anders kon het je vergaan zoals de wolf!
Hoofdstuk 109: De rustpauze van de vaderen onder de broodboom - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] Na deze woorden stapte Asmahaël van het dier af en zei tegen hem: "Hähära, verwijder je; want je dienst is ten einde en jij met hem!" (Dat betekent namelijk dat vreemde woord.) En het dier verdween in één ogenblik!
Hoofdstuk 110: De wonderlijke macht van Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[19] Ik zeg je, hoewel het voor de zoon beter is zijn leven lang zijn vader te gehoorzamen en hem in niets te weerstreven, is het bijzonder verstandig van de vader als hij zijn zoon vanaf zijn geboorte in zo'n richting leidt, dat deze voortaan in staat is zelfstandig en vrij te handelen en daarna als vrij mens uit eigen liefdesdrang weer naar zijn vader terugkeert en tegen hem zegt:
Hoofdstuk 111: Asmahaël brengt Methusalah en Lamech naar het gezelschap - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[23] Kijk eens naar de bladeren van deze grote boom, die jullie allemaal beschermen tegen de scherpe stralen van de zon en ga eens bij jezelf na, welk blad meer waard is dan het andere!
Hoofdstuk 111: Asmahaël brengt Methusalah en Lamech naar het gezelschap - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[25] Zo heb je dat dus ingeschat; maar wat was het in jullie dat die schatting maakte? Als je er eerlijk voor uitkomt, kun je dan iets anders zeggen dan: 'Onze eigenliefde, die veel wil genieten!', zonder ook maar in het minst rekening te houden met de Schepper, of Deze misschien in de kleinste blaadjes een gewichtiger bestemming gelegd heeft dan in de grote, die jullie buiken meer bevallen?!
Hoofdstuk 111: Asmahaël brengt Methusalah en Lamech naar het gezelschap - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[27] Ik zeg je - wat je reeds bekend is -, dat de onderste sporten niet doelmatiger zijn dan de bovenste, ofschoon deze zwakker zijn dan de onderste en van deze naar boven toe gezien, ver verwijderd zijn; maar als je dan je ladder tegen de boom zet, komen dan niet juist de dunste sporten in aanraking met de vrucht?!
Hoofdstuk 111: Asmahaël brengt Methusalah en Lamech naar het gezelschap - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[9] "Luister allemaal, die in lichaam en geest en in liefde en geloof hier aanwezig zijn, maar vooral zullen degenen het aanhoren die onderscheid maken tussen deze en gene, en zeggen: 'Dat is mijn lieveling; want hij gehoorzaamt altijd aan mijn hartenwens. Zijn leven is waarachtig uit mij, omdat het volkomen in verhouding is tot mijn wil!' Maar over de ander zeggen jullie: 'Dit kind of deze mens wil en kan ik niet liefhebben, omdat het of hij zich niet gevoegd heeft naar het verlangen van mijn hart en mijn wil hem vreemd is, en hij niet precies acht slaat op datgene wat mij welgevallig is! Wens ik rust, dan springt hij op en neer; wil ik een tocht maken, dan loopt hij mij voor de voeten; maar moet hij spreken, dan zwijgt hij, en wanneer hij moet zwijgen, dan spreekt hij; wanneer hij zou moeten lopen, dan gaat hij liggen; en wanneer hij zou moeten waken, dan slaapt hij in en komt daarna op de proppen met louter gebazel over zijn dromen!' En volgens deze maatstaf veroordelen jullie ook diegenen wier gezicht je niet aanstaat en verbannen ze daarom uit jullie harten, omdat ze niet beantwoorden aan je eigenliefde. Zie toch in, hoe onjuist jullie oordelen zijn!
Hoofdstuk 111: Asmahaël brengt Methusalah en Lamech naar het gezelschap - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] Toen Adam deze woorden had vernomen en alle andere vaderen met hem, werden zij haast allemaal door een huivering overvallen en wel zo erg, dat niemand een woord durfde te zeggen en daarom trad er dan ook een langdurig stilzwijgen onder hen op.
Hoofdstuk 112: Lamech en Methusalah spreken samen over de vreemdeling - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  716 - 717 - 718 - 719 - 720 - 721 - 722 - 723 - 724 - 725 - 726 - 727 - 728 - 729 - 730 - 731 - 732 - 733 - 734 - 735 - 736 - 737 - 738 - 739 - 740 - 741  ...