Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 74 van 1110

...  62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87  ...
[12] Drijf de duivels uit en zorg dat ze niet terug kunnen komen! Maar bij dit alles geldt wel steeds, dat je je daarvoor door niemand iets Iaat betalen! Want jullie hebben het voor niets van Mij gekregen, en net eender moeten jullie het ook weer in Mijn naam geven!' (Matth. 10:8) - Dit laatste zei Ik toen voornamelijk ten behoeve van Judas Iskariot, omdat hij meteen heimelijk bij zichzelf begon uit te rekenen, hoeveel hij zich Voor een bepaalde eenmaal bewezen dienst zou laten betalen. Alleen al voor de opwekking van een dode, voor wie de een of andere zeer rijke erg veel over zou hebben, wilde hij duizend pond vragen! Maar omdat Ik die rekenarij in het hart van de verrader maar al te gauw bemerkte, maakte Ik direkt bovenstaande toevoeging, waarop de desbetreffende wel een wat zuur gezicht trok, wat de tegenover hem staande Thomas niet ontging, die niet kon nalaten er tussendoor te zeggen: 'Nou, nou, je zet een gezicht als iemand, die woekerwinsten had te vorderen, waar het gerecht nu een armdikke streep door haalt!'
Hoofdstuk 135: Opdracht aan de apostelen. (27/30.12.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[21] Daarom moeten jullie bij het weggaan geen reiszak meenemen, ook geen twee mantels en geen reisstok! Want zoals Ik al zei, een goede arbeider Ïs zonder dat alles ook zijn voedsel waard!' (Matth. 10:10)
Hoofdstuk 135: Opdracht aan de apostelen. (27/30.12.1851) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Ik zeg: ' Als je een stad of een markt bezoekt, vraag dan of er iemand is die jullie hulp verdient en datgene nodig heeft wat je kunt geven! Als je zo iemand hebt gevonden, blijf dan bij hem tot je daarvandaan weer ergens anders heentrekt! (Matth. 10:11 )
Hoofdstuk 136: De tegenwerpingen van Judas. (1.1.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Het spreekt echter wel vanzelf, dat je het huis waar je intrekt, eerst begroet (Matth. 10: 12); want de echte liefde gedraagt zich altijd welgemanierd in een vreemd huis. Als een huis, d.w.z. diens bewoners, jullie waard is, dan zal jullie vrede over hen komen; is het huis jullie echter niet waard, dan zal je vrede weer tot je terugkeren. (Matth. 10: 13)
Hoofdstuk 136: De tegenwerpingen van Judas. (1.1.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Zie! Ik zend jullie als schapen onder de verscheurende wolven; wees dus overal sluw als de slangen, maar tevens zonder valsheid zoals de duiven, die een symbool van de zachtmoedigheid zijn!' (Matth. 10:16)
Hoofdstuk 136: De tegenwerpingen van Judas. (1.1.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Als Ik op menselijke manier spreken wil, dan zeg Ik je dat dat alles en nog veel meer al met de mensheid gedaan is, en zeg nu zelf eens, waar zijn volgens jou de gouden vruchten daarvan!
Hoofdstuk 137: Troost voor de apostelen. (2.1.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Als Ik nu echter weer met donder en bliksem het evangelie van het Rijk van God op aarde aan de mensen zou willen verkondigen, zou Ik jullie daarbij niet nodig hebben; want dan zijn er in de hemel nog een overgroot aantal machtige engelen, die veel meer verstand hebben van zo'n verbreiding van het Godsrijk op aarde dan jullie.
Hoofdstuk 137: Troost voor de apostelen. (2.1.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Pas daarom op voor die bepaalde mensen en laat hen links liggen; want die zijn het, die jullie overleveren en voor hun raden zullen brengen en ook zullen geselen in hun scholen, -en dat des te eerder, als je dom en niet voorzichtig genoeg bent! (Matth. 10:17) Als een lam zich op de zolder van het huis bevindt waar de wolf niet komen kan, dan zal de wolf het ondanks al zijn bloeddorst niet kunnen deren. Als het lam echter eigenwijs is en van de veilige zolder afgaat om de vijand van dichterbij te bekijken, dan is het zijn eigen schuld als het (Matth. 10:18) door de wolf verscheurd en opgegeten wordt.
Hoofdstuk 137: Troost voor de apostelen. (2.1.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] Later, als Ik weer naar de hemelen ben opgevaren om eeuwige;: woningen voor jullie gereed te maken in het huis van de Vader, zal men jullie ter wille van Mijn naam wel voor vorsten en koningen sleuren tot een getuigenis over hen en over de heidenen (Matth. 10:18), opdat daardoor ook vervuld wordt, wat Jesaja, Mijn profeet, voor alle tijden en voor Mijn nu op te richten Rijk op aarde over de domme koningen voorspeld heeft, toen hij zei (Jesaja 32:6-20):
Hoofdstuk 137: Troost voor de apostelen. (2.1.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] Verhef u echter, trotse vrouwen, en luister naar mijn stem! Gij dochters die zo zeker van jezelf bent, spits je oren voor wat ik zeg! In een jaar en een dag zullen jullie, die zo zeker van jezelf bent, sidderen; want als er geen wijnoogst is, dan wordt er ook geen wijn gelezen. Schrik op, jullie trotse vrouwen! Want het is de hoogste tijd, om de lendenen te ontbloten en aan te gorden!
Hoofdstuk 137: Troost voor de apostelen. (2.1.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[19] Nu ga het jullie dan goed als je vlijtig zaait aan de wateren; laat rustig de voeten van ezels en ossen daarover gaan!'
Hoofdstuk 137: Troost voor de apostelen. (2.1.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[20] Als jullie dus door de slechte dwazen van deze wereld naar de door Jesaja beschreven narrenkoningen gebracht en daaraan overgeleverd worden, maak je dan geen zorgen over wat je zeggen moet en hoe je je verantwoorden moet; want in dat uur zal jullie gegeven worden, wat je zeggen en hoe je je verantwoorden moet! (Matth. 10:19) Want jullie zijn het niet die daar spreken; maar Mijn geest, des Vaders geest is het, die door jullie spreekt! (Matth.10:20)
Hoofdstuk 137: Troost voor de apostelen. (2.1.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[21] Dat heeft echter alleen betrekking op de hiervoor aangeduide tweede uitzending, die jullie na Mijn hemelvaart moeten uitvoeren; nu zullen jullie het niet al te zwaar hebben.
Hoofdstuk 137: Troost voor de apostelen. (2.1.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[22] Want wat de profeet aan het eind zegt, dat zeg Ik jullie nu ook: Het ga jullie goed die gaan zaaien aan de oevers van de wateren. want op deze grond mogen jullie je ezels en ossen, dat betekent jullie vlijt om het goede en juiste te doen waarvoor Ik jullie geroepen en uitgekozen heb, best laten lopen! Je zult daar geen narrenkoning tegenkomen en ook geen trotse en hoogmoedige vrouwen, maar wel lichamelijk en nog meer geestelijk armen, zieken, bezetenen, lammen, doven en blinden; ga daarheen en predik hen het evangelie van het Godsrijk, en genees ieder die gelooft en verzwijg hem Mijn naam niet!'
Hoofdstuk 137: Troost voor de apostelen. (2.1.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Ik zeg: 'Dat gaat jullie niets aan! Kijk, uit de hemel komt niet alleen de milde voorjaarszon, die de hele natuur opnieuw tot leven wekt met haar stralen, maar ook storm, hagel, bliksem en donder .
Hoofdstuk 138: De vraag van Simon van Kana. (3/10/12.1.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87  ...