Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2758 resultaten - Pagina 74 van 184

...  62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87  ...
[10] Wie Mij zal zoeken in Mijn werken en tekenen, zal een zwaar en moeizaam karwei hebben, en hij zal gemakkelijk bezwijken onder de zware last ervan; maar wie Mij zal zoeken in en door de liefde, zal Mij als de kracht van al het leven weldra zonder veel moeite in zichzelf vinden. En als hij Mij gevonden heeft, heeft hij ook alles gevonden, namelijk het eeuwige leven en de macht, kracht en wijsheid ervan. Dat moeten jullie allemaal goed onthouden en ook aan de andere mensen verkondigen!
Hoofdstuk 214: Het grootste wonder van de Heer: Zijn woord (8.8.1861) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[4] Het grootste geluk van de mensen bestaat er echter enkel en alleen uit dat zij reeds in hun vroege kinderjaren de ene en enig ware God kennen en Hem als de meest ware en beste Vader van alle mensen boven alles leren liefhebben. Maar de heidenen kennen deze Vader niet, omdat zij van ouders afstammen die Hem ook niet gekend hebben. En kijk, zulke kinderen, die uit jullie midden aan de duistere heidenen zijn meegegeven, zijn er in geestelijk opzicht slecht aan toe, omdat zij onder de heidenen hun ware Vader in de hemel, die een eeuwige geest is vol goedheid, liefde, wijsheid en eindeloze macht, niet kunnen leren kennen en boven alles liefhebben.
Hoofdstuk 219: Bij de pleegkinderen van de Essenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 8)
[20] Wij zullen ons echter enkel en alleen aan de leer van Mozes houden en nooit aan de vertegenwoordigers ervan in Jeruzalem. Gisteravond laat zijn er vanuit Essea nog een paar van zulke tempelheren bij ons gekomen, die geweldig tekeer gingen over hun eigen tempelbedrijf en de grote macht en wijsheid van de Essenen erg prezen, en wij dachten bij onszelf' Als jullie jezelf al zo afkammen, wat moeten wij vreemden dan wel van jullie denken?' Maar toch bevielen ze ons, omdat ze de waarheid bekenden. Vanmorgen vroeg zijn ze weer verder gereisd. Wat de leer betreft is het ons nu wel duidelijk; maar er is nog één punt, en dat is uw laatste belofte.
Hoofdstuk 3: De genezing van de zieke Helena - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Er bestaat wel een overeenkomstig verband tussen wat van de geest en wat van de materie is. Als jij thuis zou zijn in die wetenschap, zou het gemakkelijk zijn om jou aan te tonen dat alleen wij oude en zuivere Joden de volle waarheid bezitten, maar dat alle heidenen ondanks al hun wereldse wijsheid toch valse en onware leerstellingen aanhangen; maar die innerlijke wetenschap is jullie vreemd, en langs een andere weg kan jullie moeilijk aangetoond worden dat wij Joden als enigen de volle waarheid bezitten.
Hoofdstuk 11: De Heer geneest de Griek die een zieke maag heeft - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Maar om God echt lief te hebben, moeten jullie ook je naasten liefhebben als jezelf en niemand onrecht aandoen. Wat jullie niet willen dat men jullie aandoet, doe dat ook jullie medemensen niet aan! Ik bedoel dat jullie dat met verstand en wijsheid moeten toepassen; want anders zou een roofmoordenaar ook kunnen verlangen dat men hem niet achtervolgt en aan het gerecht overlevert, omdat hijzelf ook niemand met die bedoeling achtervolgt - en nog veel meer van dergelijke ongerijmdheden.
Hoofdstuk 12: De Heer spreekt vermanende woorden tot de Grieken - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[10] Doe dus wat Ik jullie heb aangeraden; daardoor zullen jullie in alle hogere wijsheid binnengeleid worden, en dan zal datgene wat jullie nu onbegrijpelijk en onmogelijk toeschijnt, even duidelijk en inzichtelijk worden als het speelgoed van jullie kinderen!
Hoofdstuk 12: De Heer spreekt vermanende woorden tot de Grieken - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[14] Toen Ik dat gezegd had, verdwenen de boosaardige acrobaten ogenblikkelijk en werden verplaatst naar de Moren in Afrika, die wij al in Caesarea Philippi hebben leren kennen, waar ze weldra in de van Mij uitgaande leer werden onderwezen en zo Mijn leerlingen werden.
Hoofdstuk 13: De brutale acrobaten en hun terechte bestraffing - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Ik zei: 'Jullie als mensen hebben weliswaar gelijk dat jullie zo praten, vragen en oordelen; maar Mijn liefde, Mijn wijsheid en orde verlangen van Mij als Schepper dat Ik Mijn schepselen steeds datgene geef wat voor hen op ieder moment het meest noodzakelijkst is.
Hoofdstuk 19: Over de leiding van de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[11] De harpspeler zei: 'Ja, goede en werkelijk ook zeer wijze heer, ik noem u niet voor niets wijs! Want tijdens mijn omzwervingen op Gods goede aardbodem heb ik herhaaldelijk ervaren dat werkelijk goede mensen ook steeds wijze mensen waren. Maar dat de goede mensen wat hun aardse geluk betreft achtergesteld zijn bij de harde en slechte mensen is niet de schuld van de schranderheid die ze uit hun wijsheid putten, alsof die minder zou zijn dan de sluwheid van de harde en slechte mensen, maar het komt door de goedheid van hun hart, het daaruit voortvloeiende geduld en de liefde voor de waarheid, voor God en zelfs voor hun vijanden, die tenslotte toch ook nog mensen zijn, ook al zijn ze blind en doof; en uit dat alles komt pas de echte en ware wijsheid voort, die de vergankelijke goederen van deze wereld nooit hoger aanslaat dan alle grote en waarachtig wijzen altijd gedaan hebben. Kijkwaarachtig goede Heer, ik noemde u dan ook een wijze omdat ik zoveel goedheid in u aantrof!'
Hoofdstuk 9: De beloning van de zanger - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] De Griek zei: 'Wij Grieken, die ervaren en ontwikkelde wereldburgers zijn, houden ons allang niet meer bezig met al onze gefantaseerde goden, en de betere Joden hechten aan hun tempel van de ene God wellicht niet veel meer waarde dan wij Grieken en Romeinen aan onze veel godentempels. Deze harpspeler en zanger zong een mij niet onbekende psalm van de vroegere koning der Joden, die de tweede was in de reeks koningen van jullie volk en David heette. Het dichtwerk zit vol verborgen goddelijke wijsheid; maar wat er duidelijk in naar voren lijkt te komen is, dat de grote, machtige, dappere en ook zegevierende koning, die één God beleed, alle heidenen wilde veroveren om hen ook tot zijn geloof te bekeren, omdat dat zijn heerschappij veel gemakkelijker gemaakt en zijn aanzien bij alle volkeren sterk vergroot zou hebben. Maar of hijzelf wel zo serieus die éne God volgde als zijn gedichten doen geloven, is een heel andere vraag! Misschien wel - maar door veel dingen die hij gedaan heeft zou men ook het tegendeel kunnen denken! Maar hoe het ook zij, David was en blijft een groot en zeer gedenkwaardig man in ieder goed opzicht, en de aarde zal op maar weinig koningen van zijn soort kunnen bogen; en ik kan de zanger er alleen maar om prijzen dat hij als strenggelovige Jood de psalmen van die grote koning tot onderwerp van zijn muziek en zangvoorstellingen heeft gemaakt. Maar ondanks al zijn voortreffelijkheid is hij toch wat eenzijdig, doordat hij alleen maar de psalmen van David zingt. Als hij, net als Orpheus, ook de gewijde liederen van onze oude dichters zou willen en kunnen zingen, en als zodanig naar Athene of Rome zou komen, dan zou hij -zoals ik al eerder opgemerkt heb -grote rijkdom kunnen vergaren! Maar we zullen dat nu laten rusten en tot de hoofdzaak overgaan!
Hoofdstuk 10: De Griek stelt de Heer een vraag over de scheppingsgeschiedenis - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[6] Vanaf de eerste mens op deze aarde tot aan dit moment zijn de mensen nog nooit ook maar eenjaar lang zonder enige van Mij uitgaande openbaring gebleven maar steeds op zo'n manier, dat hun volledig vrije wil geen geweld werd aangedaan, omdat de mens zonder die vrije wil geen mens zou zijn, maar slechts een machine van Mijn wil.
Hoofdstuk 19: Over de leiding van de mensen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] De spreker, die Nojed heette, zei: 'Vriend en edelste onder de mensen, daar zal ik aan denken; want jouw wens zal ons voortaan een bevel zijn! Omdat wij in jou als heiden een ware mens hebben gevonden en tevens een met ware goedheid verenigde wijsheid, zoals men die onder de Joden eigen lijk niet meer aantreft, moesten wij aan jullie goden denken en kwamen op de gedachte dat die misschien toch meer zijn dan een fabel. Wij willen nu graag meer vertrouwd raken met jullie leer, om ook aan jullie goden offers te brengen en hun alle eer te bewijzen.
Hoofdstuk 20: Nojed vraagt naar de ware godsdienst - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Ik zei: 'Dat is heel gemakkelijk en duidelijk! Heb Ik dan niet gezegd dat een mens die God en Zijn wil volkomen heeft leren kennen, daar onwrikbaar naar handelt en zo Gods wil geheel tot de zijne maakt, aan God gelijk is?! En als God door Zijn liefde, wijsheid en macht een Heer is, dan is iedereen die in alles aan God gelijk is geworden dat in de geest toch ook?
Hoofdstuk 24: De bedenkingen van Nojed over de goddelijkheid van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Is Gods zuivere wil in de mens soms een minder goddelijke. wil dan in God Zelf, en heeft hij misschien minder zelfstandige macht dan m God, die juist door Zijn wil overal en dus heel zeker ook in de mens aanwezig is en werkt? Daarom moet een echte mens dan ook even volmaakt worden en zijn als zijn Vader in de hemel. En als de mens dat is, is hij dan niet ook een heer vol wijsheid, macht en kracht?!'
Hoofdstuk 24: De bedenkingen van Nojed over de goddelijkheid van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[8] En nu heb Ik jullie verder niets meer te zeggen, omdat jullie dat niet zouden verdragen; maar wanneer Gods genade en liefde in jullie ontwaakt, zal die jullie vanzelf binnenleiden in alle wijsheid die jullie voor deze wereld nodig hebben. Jullie kunnen nu dus weer naar de kamer gaan die de waard jullie heeft toegewezen!'
Hoofdstuk 25: De natuurlijke mens en de mens die van Gods geest doordrongen is De Heer onderweg van Jericho naar Nahim in Judea (Lucas 19) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87  ...