Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3934 resultaten - Pagina 74 van 263

...  62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87  ...
[17] IK zei: 'Je zult in je hart gedachten waarnemen die zo helder zijn als zuiver gesproken woord, en die zul je dan met je mond zonder moeite uit kunnen spreken. Daarin ligt het geheim van God in het mensenhart. Tenslotte wil Ik je nog wat zeggen:
Hoofdstuk 79: Het afscheid van de herbergier te Kapérnaum. Het innerlijk woord als godsgeheim in het hart van een mens. (Ev. Joh. 7,1) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] Vandaar gingen wij naar de noordelijkste grenzen van Galilea, waar wij nog niet eerder waren geweest. Daar troffen wij veel heidenen aan, die erg bijgelovig waren en veel verwachtten van allerlei amuletten. Zij bekeken ons dan ook heel verwonderd en konden niet begrijpen dat wij zonder zulke beschermmiddelen durfden te reizen. Toen wij hun andere bewijzen van onze innerlijke krachten gingen geven, vielen zij op hun aangezicht; want zij hielden ons voor goden van de Olympus en durfden ons niet aan te kijken. Pas na langer praten en overreden begonnen zij ons weer voor mensen te houden en daarna was het pas mogelijk ons beter aan hen bekend te maken.
Hoofdstuk 81: De Heer in het noorden van Galilea - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] DE LEERLINGEN antwoordden: 'Ga het bij Hemzelf vragen, -Hij zal het u wel zeggen, als Hij het wil. Maar Hij staat niet meteen iedereen te woord! Daar, een paar honderd pas langs de oever van de rivier, rust Hij met de andere leerlingen. Ga met Hemzelf praten! ,
Hoofdstuk 82: De leerlingen en de strenge tollenaar - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] De drie dokters stonden er nu als versteend bij en geen van hen kon een woord over zijn lippen krijgen.
Hoofdstuk 84: Het wegzenden van de drie dokters - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] IK zei: 'Ik zeg je daarop niets anders, dan dat Ikzelf persoonlijk als mens in deze wereld tot de mensen ben gekomen om hen deze allergrootste en allerbelangrijkste kunst voor niets te leren, en Ik zal het jullie ook voor niets leren. Dat Ik dat doe voor mensen in vele landen en plaatsen, en de waarheid van Mijn leer met de juiste tekenen bevestig, daarvoor zijn de mensen die met Mij meegekomen zijn door woord en daad Mijn getuigen, omdat zij Mijn leerlingen zijn. Zij zijn reeds zeer ver ingewijd in dit geheim en kunnen je de weg en de middelen daartoe verschaffen.
Hoofdstuk 86: De Heer als leraar van de levenskunst - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[1] IK zei: 'Vriend, dat is voorlopig nog helemaal niet belangrijk! Het is voldoende dat de regels gevonden zijn, waarvan je de echtheid en volle waarheid niet kunt betwijfelen. Wie deze zal kennen en navolgen, zal de kracht van het leven in zich wakker roepen en dan door deze kracht kunnen leven en werken, en Ik zal hem door de geestelijke kracht van Mijn woorden op de jongste dag van zijn innerlijke, geestelijke wedergeboorte opwekken.
Hoofdstuk 87: De innerlijke ontwikkeling van de geestelijke mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] Als de mens in zulke beschouwingen en bewustwordingen groeit en toeneemt, neemt hij duidelijk ook in de liefde tot God toe en nadert Hem meer en meer; hoe groter en gedegener echter zulke toenaderingen van een mens tot God worden, des te meer van de geest van God verzamelt er zich in zijn hart, waarin daardoor zijn eigen geest gevoed en steeds verder gewekt wordt tot de ware kennis van het eigen innerlijke leven en zijn kracht, verenigd met de kracht van de goddelijke geest in hem.
Hoofdstuk 87: De innerlijke ontwikkeling van de geestelijke mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Maar hoe het ook zij, afgezien van de verklaring die de wonderdoende leider ons gaf, is hij toch een buitengewone verschijning! Ten eerste is het slechts door een woord in het leven terugroepen van een dode, en nog helemaal gezond ook, iets, wat zo volmaakt nog nooit is voorgekomen, en ten tweede, precies te weten wat iemand diep in zijn hart denkt, en iemand die je nog nooit eerder gezien hebt meteen bij zijn naam noemen, - vrienden, dat zijn dingen, die geen mensenverstand kan bevatten! Waarlijk, ofschoon ik van goden en godheden niet zoveel verwacht, zou ik nu echter toch erg geneigd zijn deze man eerder voor een god te houden dan voor een gewoon mens!'
Hoofdstuk 89: Tweespraak tussen de dokter en de waard over de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[20] IK zei: 'Daarover hoeven jullie je, als vrouwen, geen zorgen te maken; dat zullen jullie mannen wel doen als zij, in plaats van afgodenpriesters te zijn, priesters en dienaren van het levende woord van God worden!'
Hoofdstuk 93: Het bezoek aan het heilige bos. De vernietiging van de afgodenbeelden. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[6] Want de ware, grote, enige God heeft de mens niet geschapen om, net als de dieren, alleen maar bezig te zijn voor de bevrediging van zijn natuurlijke behoeften, maar veeleer voor zijn innerlijke, geestelijke behoeften. En wie geestelijk actief wordt en zijn geestelijke krachten oefent door kennis, geloof en daden, zal geestelijk ook sterk en machtig worden.
Hoofdstuk 95: Bij de maaltijd in het huis van Jored de tollenaar. De levensleer van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Want dat u het levensmeesterschap volledig bezit, daarvoor zit het sprekendste en waarachtigste bewijs hier bij ons. U kon daartoe ook beslist alleen maar door beoefening van de daarvoor vereiste regels komen, die u echter eerst ook zelfheeft moeten ontdekken. Wel, dat is nu juist datgene, wat ik het minst kan vatten en begrijpen; want ik heb in mijn jongere jaren ook de hele wereld wijd en zijd doorkruist en overal zorgvuldig inlichtingen ingewonnen. Het gedoe van de Essenen met hun schijnwonderen is mij maar al te bekend, alsook alle toverkunsten en waarzeggerijen, waarvan ik de scholen zelfs meermalen heb meegemaakt en doorlopen; maar hier vind ik geen afgesproken werk, geen toverstaf, geen mystieke toverspreuk, geen toverdrank en geen demonenbezwering, maar alleen de eenvoudigste waarheid zonder enige opsmuk en zonder enig hulpmiddel! Zodra u spreekt en wilt, is de uitwerking van woord en wil er! ja, dat is iets wat al mijn kennis ver te boven gaat! Iets presteren is beslist iets heel gemakkelijks als je eenmaal meester geworden bent; maar hoe zonder meester en leider tot meesterschap te geraken en vooral tot de voor het bereiken daarvan noodzakelijke regels te komen, -dat is een heel andere zaak! Zegt U mij toch eens hoe u daaraan gekomen bent! Wie heeft u de regels getoond en gegeven?'
Hoofdstuk 86: De Heer als leraar van de levenskunst - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[14] DE DOKTER zei: 'ja, grote Meester, dat begrijp ik, hoewel Uw woorden heel anders klinken dan die van de priesters in de tempel te Jeruzalem, waarvan ik zelf afstam en waar ik mijn geringe kennis ook geleerd heb! Aan U ligt heel duidelijk het goddelijke ten grondslag, en toch wilt U voor ons niet meer zijn dan een mensenzoon, terwijl de Farizeeën in de tempel zich gedragen alsof zij God geholpen hebben bij het scheppen van de wereld en de andere wezens, en alsof alleen van hen het wel en wee van de mensen van deze aarde afhangt.ja, Uw woorden, grote Meester, klinken wél als Gods woorden; want er ligt een heel eigenaardige kracht en macht in die het hart goed doet, het verheft en helemaal opnieuw levend maakt en verlicht, terwijl het zogenaamde goddelijke woord van de Farizeeën het mensenhart in hoge mate kwetst, bedroeft, verduistert en zelfs doodt! Want wie volgens hun leer leeft en handelt, wordt mettertijd zo dom en zo zinnelijk, hoogmoedig, zelfzuchtig en heerszuchtig, dat hij tenslotte helemaal vergeet dat ook hij maar een mens is. Alleen zichzelf houdt hij voor de hoogste menselijke autoriteit, - al het andere staat ver beneden hem. Maar wat Uw woorden zeggen, grote Meester, schijnt juist het volslagen tegendeel te zijn en te worden van datgene wat de Farizeeën leren, en wat zij eigenlijk van de mensen willen maken! -Heb ik gelijk of niet?'
Hoofdstuk 90: Het menselijke en het goddelijke in de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] Toen zei IK tegen hen: 'Spreek alleen de waarheid, vertel hoe het was, en hoe het gebeurde, en beroep je op de getuigen, waarvan je er hier een behoorlijk aantal hebt, dan zal jullie geen haar gekrenkt worden! Neem daarna echter Mijn nieuwe leer op en verkondig die aan jullie mensen, dan zullen zij zich er allemaal zeer over verheugen dat zij eindelijk eens heel andere mensen en leraren te zien krijgen dan tot op heden het geval was! Denken jullie dan dat de tot jullie tempel behorende mensen nog iets van jullie verhalen geloofden? Ik zeg jullie: nog geen twee op de paar honderd! Oudergewoonte kwamen zij naar jullie toe en vermaakten zich met jullie spektakelstuk; maar reeds lang heeft vrijwel geen mens meer een woord van jullie geloofd! Jullie hebben hiermee dus niets verloren, maar alleen veel gewonnen.
Hoofdstuk 95: Bij de maaltijd in het huis van Jored de tollenaar. De levensleer van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] Maar IK stelde hen op hun gemak en zei tegen hen: 'Wie en wat Ik ben, zullen jullie nog vroeg genoeg ervaren. Voorlopig kan Ik jullie echter wel zoveel vertellen, dat Ik een enig ware wereldheiland voor alle mensen ben, en niet alleen de macht heb ieder mens enkel door Mijn wil en door Mijn woord lichamelijk gezond te maken, maar dat Ik ook de zielen van de mensen van hun lange dwaling kan verlossen en hun het eeuwige leven kan geven. Hebben jullie zieken in jullie dorpje, breng ze dan hierheen, dan zal Ik hen allen gezond maken! ,
Hoofdstuk 97: De Heer geneest zieken in een vissersdorpje - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[9] IK zei: 'O, nu vergis je je deerlijk! Als die boeken over de innerlijke, geestelijke wijsheid zo geschreven waren dat zij voor ieder natuurlijk, werelds verstand al op het eerste gezicht volkomen begrijpelijk zouden zijn, dan zou de mens ze al gauw ter zijde leggen en er niet eens meer naar kijken. Wat voor nut zou hij er dan van hebben?!
Hoofdstuk 101: De Heer verklaart de geschiedenis van Daniël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87  ...