Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

4159 resultaten - Pagina 74 van 278

...  62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87  ...
[7] De ziel heeft immers zonder meer al alles wat ze maar enigszins nodig heeft voor de eerste levensopbloei. Als ze zich in zichzelf door haar hoogst eigen wilskracht en door de vrijwillige liefde tot God in een machtiger levenslicht heeft geplaatst, beseft ze ook spoedig wat haar nog allemaal ontbreekt, en ze zal er dan ook vrijwillig naar streven om met inspanning van al haar levenskrachten datgene te bereiken, waaraan het haar nu juist nog ontbreekt; de wegen en de middelen daartoe zullen haar dan wel goed duidelijk worden, en met haar hoogst eigen wil zal ze deze ook willen hebben en er naar grijpen en zich verrijken met de schatten van het steeds hogere, meer geestelijke en meer volmaakte leven.
Hoofdstuk 98: De zelfbeschikking van de ziel - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[2] FLORAN antwoordt: 'Wat zou me daarvan af moeten brengen? Heeft God in. de tijd van Mozes soms geen grote tekenen gedaan?! En als een mens hier, toegerust met de hoogste wijsheid, zulke ongekende tekenen doet waartoe alleen de goddelijke almacht in staat is, -wat moet mij er dan van afhouden om zo'n mens volledig van de absoluut ware geest van God vervuld te zien, en hem zonder meer voor de enig ware God te houden?! Mijn zienswijze, mijn aanname en mijn daarop gebouwde geloof staan steviger dan de ondenkbaar oude piramides van Egypte!
Hoofdstuk 100: De zegen van het Romeinse bewind voor het joodse volk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] FLORAN zegt: 'Wie deze Heer en Meester en de gebieders van Rome als schild heeft, heeft geen vrees voor de zogenaamde godsgerichten, die God nooit heeft ingesteld. Werkelijk, niet de minste vrees kunnen Jeruzalems grootste dreigingen mij inboezemen, - ook alle donderende vervloekingen van de hogepriester zouden zonder een spoor achter te laten aan mijn oren voorbij gaan! Want wie overdag wandelt, heeft naar mijn mening de verschrikkingen van de nacht niet te vrezen, en zo heb ook ik geen vrees voor de tempel in Jeruzalem!
Hoofdstuk 100: De zegen van het Romeinse bewind voor het joodse volk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[14] En voordat de Romeinen hier waren, had het grote land van de joden een groot aantal van zulke kleine machthebbers die zonder uitzondering allemaal uitgesproken tirannen waren voor hun kleine volkjes, die in de grootste materiële en geestelijke nood verkeerden; dag in dag uit werden ze opgejaagd, al naargelang het humeur en de willekeur van hun tiran waarover deze tegenover niemand verantwoording hoefde af te leggen. Waren de Romeinen als heidenen hier soms geen ware hemelsboden, toen ze hier kwamen met een machtig leger en afrekenden met deze honderden gewetenloze kleine tirannen?! Zij gaven toen verstandige en blijvende Wetten, waardoor ieder mens naar goede orde heer over zijn eigen bezittingen was; hij betaalde zijn matige belasting en kon dan ongehinderd zijn zaken regelen naar eigen believen, - natuurlijk wel volgens het geldende recht.
Hoofdstuk 100: De zegen van het Romeinse bewind voor het joodse volk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[7] STAHAR zei: 'Ja, wat in mijn macht ligt zal ik zonder meer doen; maar zoals je zelf wel duidelijk zult merken, is mijn kracht niet meer geweldig groot, - want als men ruim zeventig jaar oud is, kan men geen bergen meer verzetten! Wel ben ik voor de rest nog heel flink en heb ik nog echt jeugdige kracht, vooral op mooie, heldere dagen; maar het is met de jeugdige kracht van een grijsaard ongeveer net als met de aangename uren op een mooie en warme late herfstdag. Een paar uur laat deze niets te wensen over; maar meteen daarna steekt er een gure koude wind op, en met het aangename van de dag is het afgelopen!
Hoofdstuk 104: Stahar vertelt over zichzelf en zijn levenservaringen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[10] Ook ik was aanvankelijk een ijverig zoeker naar waarheid. Ik ben ook door vele landen en steden gereisd en heb waarheid gezocht en mensen, en ik moet eerlijk bekennen dat mijn zoeken niet bepaald zonder succes is geweest. Ik nam in mezelf vaak hele lichte momenten waar. Maar zoals het in deze wereld de mensen al altijd vergaat, zo verging het ook mij. Vandaag is men heel helder en licht, maar morgen doen zich allerlei domme aardse zorgen voor en verduisteren het gemoed van de mens geheel en al, en het zich in de geest concentreren helpt dan niets.
Hoofdstuk 104: Stahar vertelt over zichzelf en zijn levenservaringen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[11] De wereld bestormt ons gemoed meedogenloos en zonder ons te sparen, en verwoest niet zelden ieder spoor van een hoger en innerlijk levenslicht. En bekijkt men zichzelf na allerlei dergelijke wereldstormen, dan ziet het er in het hart precies zo uit als in de grote zandwoestijn, de Sahara in Afrika; al het hogere leven ligt daar als dood terneer, en begint men het weer wakker te schudden en op te richten, dan heeft men het gevoel alsof men op een woeste steppe akkers, tuinen en weilanden begint aan te leggen!
Hoofdstuk 104: Stahar vertelt over zichzelf en zijn levenservaringen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[6] Wat wij zochten, verdween steeds verder in het niets en wij stonden toen, volkomen naar waarheid, spoedig geheel zonder een God op de uitgestrekte aarde. Jij werd een Esseen en als zodanig een magiër in optima forma* (* in beste vorm) Ik daarentegen bleef uiterlijk gezien een overtuigde Farizeeër en verrichtte als zodanig flinke wonderen van schijnbare vroomheid voor het blinde volk. En zo leefden wij beiden nu geruime tijd heel onschuldig verder .
Hoofdstuk 105: De onbegrijpelijke wegen van de Voorzienigheid. Waarom Stahar ten aanzien van de heer twijfelde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] Trouwens, ik heb de oude Stahar al mijn goed onderbouwde mening op zeer begrijpelijke manier duidelijk gemaakt, en hij denkt daar nu over na in zijn halve slaaptoestand. Morgen zal hij zeker een heel ander mens zijn, -en als het niet zo is zoals ikje nu heb gezegd, dan zou de Heer Zelf hem wel iets gezegd hebben; maar de Heer, die goed weet wat er aan de hand is, lijkt daar niet de minste aandacht aan te schenken. En als Hij en de hooggeplaatste machthebbers van Rome totaal geen aandacht schenken aan deze hele zaak, dan kunnen ook wij beiden er geheel zeker van zijn dat deze kwestie niet meer om het lijf had dan ik je zojuist heb duidelijk gemaakt. Behalve dit wil ik je echter van ganser harte bedanken voor je; zeer vriendelijke aanbod, en wel met de voor mij zeer aangename verzekering, dat ik daar zonder meer gebruik van zal maken.
Hoofdstuk 101: Roclus en Floran in gesprek over Stahar - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[3] De wil kan wel door allerlei lering en wetten gereguleerd worden; maar noch een leer noch een wet is voor de vrije wil een belemmering om datgene uit te voeren wat hij wil. Als de wil van de mens een leer of een wet als richtsnoer voor zijn handelingen wil aannemen, dan zal hij zichzelf daar zonder enige innerlijke dwang naar richten; wil hij dit echter niet dan kan geen enkele macht van de wereld en van de hemelen hem daartoe dwingen -en mag dit ook niet! Want zoals gezegd, zonder de vrije wil is de mens geen mens meer, maar een pure door de natuur levend gemaakte machine, net zoals de machines die de mensen in de loop der tijd zullen uitvinden en die hetzelfde kunstige werk zullen verrichten, waartoe nu nog nauwelijks iemand in staat is. Maar niettemin zal zo'n machine geen mens zijn, noch wat vorm betreft en nog minder wat betreft het vrij kunnen werken van het inwendige; want dat heeft geen vrije wil en kan daarom ook eeuwig geen zelfstandige handeling uit zichzelf verrichten. Wat de wil van de mens erin heeft gelegd, zal de machine ook verrichten, en nooit of te nimmer iets anders.
Hoofdstuk 109: Over het gericht dat de mensen zelf veroorzaken - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] Wat moet er met dit substraat, als al het intelligente leven zich hieruit vrij heeft gemaakt? Moet het als een min of meer uitgebrande klomp puimsteen, dat geen enkele verdere bestemming meer heeft, als volledig dood in de eindeloze ruimte ronddrijven? Of zou het toch nog iets moeten of kunnen zijn in de sferen van de levende en op de meest verschillende manieren voleindigde geesten? Ja, het moet iets zijn; want niets kan in de eindeloze ruimte, die ook Mijn rijk is en Mijn eeuwig woonhuis, als geheel dood en zonder enige bestemming ergens bestaan! Maar als er van een bestemming sprake is, dan is dit zeer zeker een geestelijke bestemming, die eeuwig duurt omdat er nooit ergens een materieel eeuwige bestemming kan zijn.
Hoofdstuk 111: Het einde van de aardse materie - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[5] In het centrum van het hart bevindt zich weliswaar ook een zeer groot zenuwcomplex, maar dat is niet de plaats waar het centrale leven is gevestigd. Het is enkel een werkplaats waar de voedingsstof voor het leven, die uit het bloed en uit de lucht komt, opgenomen en bewaard wordt. Van daaruit neemt de centrale levenszenuw deze voedingsstof pas op en bevrucht of zegent deze eerst als een voor het leven geschikte substantie, dat wil zeggen voor het tijdelijke, natuurlijke meeleven van de ziel, want zonder deze zenuw zou de ziel helemaal niet in verbinding kunnen treden met het organisme van het lichaam.
Hoofdstuk 114: De grote scheppingsmens en de aarde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[8] Kijk, als het er Mij om ging om van jullie uiteindelijk mensen te maken die heel traag denken, dan zou het niet moeilijk voor Mij zijn om voor jullie ogen een hulsglobe in de lucht te tekenen. Dan zouden jullie het hele systeem van een hulsglobe, waar we het over hadden, even gemakkelijk begrijpen als dat 1 staters en nog eens twee staters zonder twijfel 4 staters zijn! Maar Ik wil dat jullie actief blijven denken, en heb daarom in hetgeen Ik jullie heb verteld iets te kennen gegeven, dat jullie wakker maakt en je de slaap beneemt.
Hoofdstuk 115: Wezen en inhoud van een hulsglobe - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[9] Ik heb jullie er al eerder eens iets over gezegd, datje om dezelfde reden natuurlijk niet zo duidelijk hebt begrepen, en dat zou Ik jullie ook nu kunnen vertellen, zonder erop te rekenen dat jullie het volledig begrijpen, maar opdat je er vaak over zult nadenken bij geschikte gelegenheden, vooral tijdens nachten met een heldere sterrenhemel.
Hoofdstuk 115: Wezen en inhoud van een hulsglobe - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
[4] ja, als je dat ook mee zou rekenen, dan zou je, natuurlijk als een door tijd en ruimte beperkt mens, alleen al voor deze aarde -in Arabische getallen uitgedrukt -meer dan ruim duizend miljoen aardse jaren nodig hebben eer je met goed geweten zou kunnen zeggen: 'De aarde is me nu van punt tot punt werkelijk, geheel en al volledig bekend, van orgaan tot orgaan!'
Hoofdstuk 116: Ontoereikendheid van het menselijk inzicht. Troost in de goddelijke liefde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 5)
...  62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87  ...