Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 74 van 1088

...  62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87  ...
[3] Philopold gaat nu naar de leerlingen, en bijna op hetzelfde ogenblik melden de opzieners, dat reeds alle uitgenodigden uit Kapérnaum en Chorazin zijn aangekomen, en zij vragen, wat er nu moet gebeuren.
Hoofdstuk 237: Vervolg van de rechtszitting. (20.7.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[4] 'Breng ze eerst naar hun kinderen en geef hen te eten en te drinken!', zeg Ik. 'Wij zullen intussen een buitengewone behandeling van de zaak tegen de twaalf Farizeeën hebben.'
Hoofdstuk 237: Vervolg van de rechtszitting. (20.7.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Daarom gingen we nu meteen naar het gerechtshuis, waar de twaalf met hun dertig belangrijkste handlangers wel bewaard door de sterke wacht, met grote vrees en angst op de opperrechter zaten te wachten; want ze hadden nu geen tijd en gelegenheid meer om ergens een dozijn valse getuigen op te snorren, die voor hen gelogen en op de leugens ook nog gezworen zouden hebben; want de tempel beloofde een bijzondere genade aan ieder, die ten gunste van de tempel en al haar dienaars een vals getuigenis aflegde als de omstandigheden dat vereisten! Maar vooraf moest zo iemand natuurlijk wel behoorlijk van informatie voorzien zijn, hetgeen in dit geval absoluut onmogelijk was.
Hoofdstuk 237: Vervolg van de rechtszitting. (20.7.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Faustus zegt: 'Wees rustig, anders ben ik genoodzaakt jullie tot rust te dwingen; want we hebben nu bijzonder belangrijke zaken met elkaar in het reine te brengen! Luister nu met al uw aandacht naar mij!
Hoofdstuk 237: Vervolg van de rechtszitting. (20.7.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Ik heb al eerder tegen u opgemerkt, dat volgens mij uw grote schat uiterst nauwkeurig lijkt op die, waar ik het al eerder met u over had. Op één punt na is me nu alles wel duidelijk over deze aanslag op de van Pontus en Klein-Azië naar de keizer in Rome verzonden en vermiste belastinggelden en andere schatten; dit ene is het volgende:
Hoofdstuk 237: Vervolg van de rechtszitting. (20.7.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[18] Na deze koelbloedige krachtige taal van Faustus komen alle dertig handlangers naar voren en roepen: 'Heer, spaar onze levens; wij willen u haarfijn beschrijven, hoe het gegaan is!'
Hoofdstuk 237: Vervolg van de rechtszitting. (20.7.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Het geld en de schatten werden toen 's nachts naar Kapérnaum gebracht, waar ze nu al ongeveer twee maanden lagen, en de geheime weg is enkel en alleen aangelegd ten behoeve van de grote schat en leidt volgens mij niet naar Jeruzalem, maar naar een grote verborgen grot in deze bergen, waarin - en niet in de tempel - al heel veel duizenden ponden goud en zilver liggen te wachten.
Hoofdstuk 238: Het verhaal van de diefstal. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Slechts de panden waren voor Jeruzalem bestemd, om de tempel gunstig te stemmen; de gelden en schatten zouden echter naar de andere in het hol zijn gegaan, als ze hier niet zo'n geweldige schipbreuk hadden geleden. Nu weet u precies hoe de zaken staan, en moet u maar doen wat u rechtvaardig vindt; maar wees tegen mij en de dertig verblinden niet te hard en te onverbiddelijk rechtvaardig!'
Hoofdstuk 238: Het verhaal van de diefstal. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[7] Bovendien zie je er uiterlijk net zo oud uit als de hoogst eerwaardige grijsaard Cyrenius, je nam zijn naam aan en je had je een gevolg en een hofhouding aangeschaft, gelijkend op die van Cyrenius, daarbij zat je op een imposant paard. Toen de leider van het geldtransportje begroette als opperlandvoogd en je op een halve dagreis van Tyrus, denkend dat je de stadhouder was, de getekende bevelrollen gaf en daarbij dan ook de gelden en de schatten, die jouw verklede Romeinse soldaten in ontvangst namen, gaf je hem bevel om zo snel mogelijk naar de Pontus terug te trekken, omdat je met zekerheid vernomen had, dat daar vanwege de belastingafpersingen onlusten uitgebroken waren en dat de bewoners van de Achterpontus zich met sterke Skythenhorden tegen de overheersing van Rome verbonden hadden. Uitstel zou gevaarlijk zijn; daarom was hij als opperlandvoogd, na een korte en duidelijke opdracht van Rome, hem, de dappere overste van de Pontus en Klein-Azië, zo ver tegemoet getrokken, om hem in dit dringende geval de snelle terugweg een beetje te bekorten!
Hoofdstuk 238: Het verhaal van de diefstal. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Slechts wij twaalven waren met dit geheim bekend, en buiten onze dertig handlangers weet geen Farizeeër er iets van af. De helpers weten alleen niet voor welk doel het is. Tegen hen is gezegd, dat alles bewaard wordt voor de toekomstige Messias, die de Joden in deze tijd zal bevrijden van het juk van de Romeinen. Maar ik ken natuurlijk wel een andere reden, en dat is in de eerste plaats: een uitermate luxueus leven, -en in de tweede plaats een geweldige mogelijkheid tot omkopen, als men in belangrijke gevallen de Romeinen naar zijn pijpen wil laten dansen, of om een functie van overste in de tempel te kopen, wat natuurlijk altijd ontzettend veel geld kost. Nu weet u alles; u kunt ook alle dertig ondervragen, maar zij zullen u hetzelfde zeggen.
Hoofdstuk 238: Het verhaal van de diefstal. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[14] Nu prijst Faustus de minder rijke Farizeeër, die Pilah heette, en hij zei tegen Kisjonah: 'Wel, vriend, en nu mijn dierbare schoonvader, de grot die naar het schijnt in uw gebergte ligt, zal dat, wat u volgens het eerste oordeel toekomt, geven; maar neem de gelden en de schatten van de keizer vast in bewaring; want bij u zijn die tot het eind van dit buitengewone proces het best bewaard.
Hoofdstuk 238: Het verhaal van de diefstal. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Echt, u hebt het maar aan Een hier te danken, dat ik u niet snel laat ontkleden, de vloek van de keizer over u uitspreek en dan overgeef aan de gerechtsdienaars, die staan te popelen om het vonnis uit te voeren! En deze Ene staat naast mij, de goddelijke Jezus uit Nazareth, die u allang hebt vervloekt en die door u nu van de ene plaats naar de andere vervolgd wordt alleen maar omdat Hij zo eerlijk is, om het door u verblinde volk te laten zien, wie u in werkelijkheid bent.
Hoofdstuk 239: De tempelschatten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] U laat zich als zogenaamde gezalfde knechten van de Allerhoogste door het geestelijk doodgeslagen volk goddelijke eer bewijzen, en bovendien eist u niet op te brengen offers van het arme volk om daarvoor de poort naar Gods licht en levensrijk met ijzeren deuren en sloten te barricaderen.
Hoofdstuk 239: De tempelschatten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[14] Dan zeggen de elf: 'Heer, wij hebben er nog één achter Chorazin, waarin oude schatten bewaard worden, die ten tijde van de Babylonische ballingschap uit de tempel en uit andere godshuizen daarheen gebracht zijn. Tot in onze tijd wist niemand iets daarvan; maar wij jaagden ongeveer zeven jaar geleden op korhoenders en wij zochten bijen en honing in het bos. Toen vonden wij na ongeveer dertig veldwegen gaans, al bijna helemaal op het Griekse gebiedsdeel, waar zich een middelmatig gebergte verheft, een plaats waar de honing en de was letterlijk over een vier mans hoge en loodrecht steile wand naar beneden liep. Bovenaan de wand was een opening te zien zo groot, dat een knaap van ongeveer twaalf jaar daarin rechtop zou kunnen staan.
Hoofdstuk 239: De tempelschatten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Baram en Kisjonah hebben goede schepen, en bij gunstige wind zullen jullie in een paar uur klaar zijn met de ontruiming bij Chorazin; een deel van de mannen moet zich echter bezig houden met de ontruiming van de Kisjonah-grot, en als jullie een beetje opschieten, kunnen jullie de schatten uit beide grotten vóór de avond hier hebben en ze morgen naar de plaatsen van bestemming afzenden!
Hoofdstuk 240: De afrekening. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87  ...