Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

1361 resultaten - Pagina 74 van 91

...  62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87  ...
[3] De drie afgezanten zeggen: 'Zijn we dan soms nog op aarde waar de paus het zichtbare hoofd van de kerk is en waar hij door veel blinde dwazen, waartoe ook wij destijds behoorden, als zodanig wordt beschouwd? We leven nu reeds geruime tijd in de geestenwereld en kennen geen dogma op grond waarvan we na de lichamelijke dood de paus als het hoofd van de christenheid moeten. beschouwen. Het is al mooi genoeg dat we ons op aarde door de paus hebben laten bepraten. Hier is het gedaan met de paus en we behoren alleen aan God, de Heer Jezus Christus toe. Hem zal het toch wel geoorloofd zijn het een en ander voor de geesten te veranderen en aan de afzonderlijke leerstukken een heel andere uitleg te geven, daar geest en materie twee heel verschillende zaken zijn. Of menen jullie soms werkelijk dat Christus de Heer zich ook hier in Zijn rijk aan de domme verordeningen van een paus zal onderwerpen? Waarlijk, met zo' n waanzinnige opvatting slaan jullie toch totaal de plank mis!'
Hoofdstuk 122: Moeilijke missie van de drie theologen. Gelijkenis van de telescoop. Regels voor de missie. De beste weg. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[15] Nu zul je wel inzien welk verschil er bestaat tussen zuivere, goede liefde en onzuivere, slechte liefde. Ik zeg je opnieuw dat jouw liefde voor Mij zuiver en goed is, omdat je mij liefhebt omwille van Mijzelf. Daarom is jouw liefde God buitengewoon welgevallig, want zo moet iedere oprechte liefde van nature zijn en ze moet niet lijken op de zuurdesem van de farizeeërs.
Hoofdstuk 118: De twee boden bij de nieuwe Maria. Gelijkenis van de kleine gewassen en de eik. Over de geestelijke toestand van de aarde. Voltooiing door genade. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] Alle verscheurende dieren en giftige planten zijn producten van het pure licht en de daarvan uitstralende warmte. Deze is slecht en bewerkstelligt kwaad bij alles wat niet opnieuw verwekt is door de liefde en haar naar binnen werkende licht. Maar bij de wezens van de liefde wordt zo'n slecht licht dan weer in een goed licht veranderd en neemt daardoor weer zijn oorspronkelijke geaardheid aan.
Hoofdstuk 112: Zwerfgeesten uit het sterrenbeeld 'Haas'. Licht en liefde en hun verschillende werkingen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] Zoals deze beide oerelementen van het leven elkaar telkens opnieuw verwekken en voortbrengen, voeden, versterken en instandhouden, zo zijn ook wij er op kleine schaal toe bestemd om elkaar wederzijds door liefde en wijsheid te sterken. Dat is de wil en de eeuwige ordening van de Heer. Maak je dus nergens zorgen over, ik ben nu ook wel in staat door de genade van de Vader een echt leven in God te leiden.'
Hoofdstuk 105: Slotwoord van de Heer: houd je aan de geest van de liefde! Uit liefde komt wijsheid voort, uit wijsheid liefde. De eeuwige ordening van het leven in God. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[6] Niet voor niets zei U al door de mond van de profeet Jesaja: 'Dit volk eert Mij met de lippen, maar zijn hart is verre van Mij.' Niet voor niets schonk U de zondares Magdalena grote genade, want zij liet haar hart naar U uitgaan, en niet voor niets riep U de zondaar Zacheüs uit de moerbeiboom, want zijn liefde voor U deed hem in de boom klimmen. O Vader, U was steeds liefde, en alle zondaars die in hun hart Uw naam aanriepen, zijn niet beschaamd. Maar huilen en weeklagen zullen allen die hun hart van U hebben afgekeerd en zich niet opnieuw tot U willen wenden, hetgeen ze toch gemakkelijk zouden kunnen!'
Hoofdstuk 101: Peters uiting van vurige liefde voor de Vader. Afscheid van het droomgezicht van de stad Wenen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[5] Robert zegt: 'Vriend, dat is het nu juist, ik wil jouw vuur niet blussen maar veeleer aanwakkeren. Je moet eerst als een feniks volledig door dit vuur worden verteerd om daarna uit de as van jouw deemoed opnieuw te verrijzen, voordat je God met volle overgave kunt naderen zonder schade te lijden aan jouw wezen.
Hoofdstuk 100: Robert beleert Peter over het echte rijpingsproces van de liefde. Voorbeelden van de feniks en van de wijnpers. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[5] Helena valt meteen met open armen aan Mijn borst en zegt: 'O, mijn liefste Vader, dat heb ik al onzeglijk gemist! O, lieve Vader, mijn enige liefde! O, hoe zalig is het aan Uw borst te rusten en de hoogste levenskrachten in me op te nemen!' Na deze woorden valt Helena opnieuw aan Mijn borst en bijt er zich, om zo te zeggen, letterlijk uit liefde in vast.
Hoofdstuk 99: De Heer over het onzevader. Strijd om een plaats aan de vaderborst. Helena over Gods- en broederliefde. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[4] Als Mathilde daar nu zo goed verzorgd staat, begint ze van dankbaarheid, liefde en zaligheid luid te wenen. Ze is nu al zo mooi als een hemelse bloem en valt voor Mij op haar knieën en zegt snikkend: 'O heiligste Vader, mijn trage tong kan nimmer uitspreken wat ik nu in mijn hart voor U voel. Uw liefde en Uw genade zijn eindeloos groot! Voorzover echter dit mij opnieuw gegeven en door Uw genade opnieuw gewekte leven mij dat laat voelen, ervaar ik V als de heilige, eeuwige, zuiverste liefde, o lieve Vader! Uw heiligste naam Jezus worde geheiligd, eeuwig, eeuwig, eeuwig!' Bij deze woorden overweldigt haar liefde tot Mij haar zo sterk, dat ze met haar gezicht helemaal op de grond neerzinkt.
Hoofdstuk 93: De genade en barmhartigheid van de Heer. Twee gescheiden zielen mogen elkaar in het bijzijn van God terugvinden. Zaligheid van de hoogste hemel. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[12] Ik woon nu drie jaar in uw huis en heb als mens en leraar volgens mijn door niets bezoedelde geweten zo gehandeld, dat ik van mijn principes geen duimbreed afweek. En nu word ik op grond van een hoogst onrechtvaardige beschuldiging uit dit huis verbannen! Maar dat doet me niets; ik verheug me er zelfs over, want het is voor mij opnieuw een bewijs dat Christus de Heer, in wie ik leef en sterf, mij waardig heeft bevonden om een van Zijn leerlingen te zijn. Hij, de Heer der oneindigheid, heeft toch Zelf de grootste ondank van de mensen ontvangen, en Hij vergaf hun omdat Hij wel zag dat ze niet wisten wat ze deden. Waarom zou ik, zondig mens, u uw handelwijze kwalijk nemen. Deze is weliswaar op aarde voor mij nadelig, maar daar kom ik gemakkelijk overheen, omdat ik voordelen nooit nagejaagd of gezocht heb.
Hoofdstuk 91: Een gedenkwaardige levensgeschiedenis, die ook de officier interesseert. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[10] Wie zich nu laat meeslepen door de wereld en haar materie (welke toch noodzakelijkerwijs geoordeeld moet blijven omdat ze anders geen 'wereld' meer zou zijn), die moet inderdaad zolang hij zich daar niet van los wil maken als verloren en dood worden beschouwd. Er moet dus omwille van de geschapenen wel een eeuwig gericht, een eeuwig vuur en een eeuwige dood bestaan, maar daaruit volgt niet dat een in het gericht gevangen geest zolang gevangen moet blijven als dit gericht zelf voort duurt, evenmin als gevangenen op aarde zouden moeten worden veroordeeld tot een straf die even lang duurt als de tijd dat de gevangenis er staat, wanneer jij daar een stevige gevangenis zou hebben gebouwd.
Hoofdstuk 76: De Heer over het misoffer en de eeuwige verdoemenis. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[3] Ik heb slechts eenmaal, en wel voor alle mensen, Mijzelf opgeofferd aan Hem, die in Mij een Heilige Vader van alle eeuwigheid is. Nu, na dit enige en unieke offer, is er in de eeuwigheid geen tweede gelijksoortig offer meer mogelijk. Door het misoffer wordt niets tot stand gebracht, maar door het nobele hart van degene die het verricht heel veel, want dan wordt het door Mij waarachtig gezegend, niet als een offer, maar als uitbeelding van Mijn aardse leven. Een nieuw offer is nooit mogelijk, omdat dit reeds eenmaal voor eeuwig geldend werd volbracht, waarom Ik aan het kruis dan ook tenslotte uitriep: 'Het is volbracht!' Wat echter eenmaal voor alle tijden voltooid is, kan nooit weer opnieuw worden volbracht.
Hoofdstuk 76: De Heer over het misoffer en de eeuwige verdoemenis. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[5] Daarop zegt de hardnekkige: 'Ik wist niet, dat men hier zo rekent. Had je me dat eerder verteld, dan had ik jou geen leugenaar genoemd en jij mij niet een uitgeholde holengraver in de materie, wat ook geen compliment is. Zodoende geloof ik dat we quitte zijn en elkaar niets meer te verwijten hebben. Ik ben je nu weer goedgezind; jij mij ook?'
Hoofdstuk 64: Levensduurberekening in het hiernamaals. Een verlangen naar de lotgevallen op aarde. Gelijkenis van de goochelaar. De ware hof grandezza. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] Zodoende, vriend, moet je het ons niet kwalijk nemen als we nog wat aarzelen om aan te nemen dat jij Christus zou zijn. Overigens hebben wij geen van allen het geringste in te brengen tegen de enorme wijsheid van jouw geest. Met de wonderen zal het wel zo zijn als jij ons hebt gezegd, evenals met de materie van de buitenwereld, maar aannemen dat je Christus zou zijn, omdat je dit allemaal hebt kunnen uitleggen, zou wat gewaagd zijn. Petrus, Paulus, Johannes, Jacobus, dat kan ermee door, maar Christus? - Vriend, dat gaat me toch te ver!'
Hoofdstuk 60: Wonderen en hun uitwerking. De vorst erkent de wijsheid van de Heer. Zijn Christusbelijdenis onder voorbehoud. De vorsten beraden zich. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] Elk wonder is voor de beschouwende ziel een oordeel, waarvan ze alleen door de grootst mogelijke zelfverloochening weer kan worden bevrijd. Nu kan deze echter alleen daaruit bestaan, dat van de ziel alles wordt weggenomen wat ook maar de geringste zweem van enige dwang heeft. Dit wegnemen is juist datgene wat jullie sterven, of de dood van het lichaam of van de materie noemen.
Hoofdstuk 60: Wonderen en hun uitwerking. De vorst erkent de wijsheid van de Heer. Zijn Christusbelijdenis onder voorbehoud. De vorsten beraden zich. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[3] Maar kijk echter nu naar Wenen en merk op dat het beslist niet leeg is, maar helemaal bewoond wordt zoals op aarde, en wel door dezelfde mensen, die sedert het aardse jaar 1848 tot aan dit tegenwoordige jaar 1850 in deze stad hebben gewoond en nog wonen, ofwel als geest of nog als materie-mensen. Laten we er daarom maar heen gaan opdat jij je 'smalle poortje' spoedig zult hebben doorgemaakt. Daar voor jullie voeten liggen donkere bovenkleren; gooi die eerst over jullie hemelse!'
Hoofdstuk 49: Het binnentreden van het gezelschap in de verschijningsvorm van de stad Wenen. Platvloerse taferelen bij de tolboom. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
...  62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87  ...