Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 74 van 1490

...  62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87  ...
[16] Maar nu heeft mijn verlangen dan ook een heel ander gezicht gekregen! -Schoonste Lydia! Kijk nu naar de Heer! Het gaat nu niet meer om ons wederzijds verlangen en begeren, maar alleen om de heilige wil van deze Enige der Enigen, deze Heer van alle heerlijkheid, deze God van alle Goden, uit Wien alle hemelen en zon, maan en deze aarde en wij allen ontstaan zijn!
Hoofdstuk 236: Het huwelijk van Faustus en Lydia. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[21] Dat deze snelle huwelijksvoltrekking in heel Kis een groot opzien baarde en dat Kisjonah zich nu beraadde over een rijke huwelijksgift is wel te begrijpen.
Hoofdstuk 236: Het huwelijk van Faustus en Lydia. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Ik heb al eerder tegen u opgemerkt, dat volgens mij uw grote schat uiterst nauwkeurig lijkt op die, waar ik het al eerder met u over had. Op één punt na is me nu alles wel duidelijk over deze aanslag op de van Pontus en Klein-Azië naar de keizer in Rome verzonden en vermiste belastinggelden en andere schatten; dit ene is het volgende:
Hoofdstuk 237: Vervolg van de rechtszitting. (20.7.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] Dat deze gelden en schatten rechtstreeks door uzelf, door list en geweld of door uw nog sluwere collega's van de Romeinse leiders gestolen zijn, is me helemaal duidelijk; daar hebben we ook geen bewijs meer voor nodig omdat we daar intussen meer dan honderd getuigen voor hebben; maar zoals gezegd, er ontbreekt alleen nog maar hoe en op welke manier het gebeurd is en tenslotte nog de juiste som, hoe groot die was, zodat ik in staat ben om tesamen met de gelden en andere schatten het juiste bericht aan de keizer in Rome te sturen.
Hoofdstuk 237: Vervolg van de rechtszitting. (20.7.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[16] 'Zo', zegt Faustus, 'dus op deze manier wilt u zich uit de val bevrijden? Al goed, nu weet ik dan ook heel precies, wat ik met u moet doen! Uw verhoor is nu afgelopen; de misdaad is door honderd getuigen vastgesteld, en uw schuld is duidelijk! Meer zeg ik u niet en ik stel een ultimatum - de gerechtsdienaars staan buiten -
Hoofdstuk 237: Vervolg van de rechtszitting. (20.7.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[17] Als uw dertig handlangers bekennen, dan behouden ze het leven; als ze echter ook niet willen praten, dan worden ze net als u nog deze nacht onthoofd! Dan zult u wel beseffen hoeveel angst ik voor u heb!'
Hoofdstuk 237: Vervolg van de rechtszitting. (20.7.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[18] Na deze koelbloedige krachtige taal van Faustus komen alle dertig handlangers naar voren en roepen: 'Heer, spaar onze levens; wij willen u haarfijn beschrijven, hoe het gegaan is!'
Hoofdstuk 237: Vervolg van de rechtszitting. (20.7.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Het geld en de schatten werden toen 's nachts naar Kapérnaum gebracht, waar ze nu al ongeveer twee maanden lagen, en de geheime weg is enkel en alleen aangelegd ten behoeve van de grote schat en leidt volgens mij niet naar Jeruzalem, maar naar een grote verborgen grot in deze bergen, waarin - en niet in de tempel - al heel veel duizenden ponden goud en zilver liggen te wachten.
Hoofdstuk 238: Het verhaal van de diefstal. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Slechts wij twaalven waren met dit geheim bekend, en buiten onze dertig handlangers weet geen Farizeeër er iets van af. De helpers weten alleen niet voor welk doel het is. Tegen hen is gezegd, dat alles bewaard wordt voor de toekomstige Messias, die de Joden in deze tijd zal bevrijden van het juk van de Romeinen. Maar ik ken natuurlijk wel een andere reden, en dat is in de eerste plaats: een uitermate luxueus leven, -en in de tweede plaats een geweldige mogelijkheid tot omkopen, als men in belangrijke gevallen de Romeinen naar zijn pijpen wil laten dansen, of om een functie van overste in de tempel te kopen, wat natuurlijk altijd ontzettend veel geld kost. Nu weet u alles; u kunt ook alle dertig ondervragen, maar zij zullen u hetzelfde zeggen.
Hoofdstuk 238: Het verhaal van de diefstal. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] De Farizeeër zegt: 'Het geheel, inclusief de wagens, is nog net zo onbeschadigd en compleet zoals het ontvangen werd. Wat betreft de beroemde grot, weet ik als mede eedgenoot natuurlijk precies wat deze bevat, en zonder een van ons twaalven kan geen mens de toe en ingang vinden.'
Hoofdstuk 238: Het verhaal van de diefstal. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] Verzorg Pilah op mijn rekening, maar geef de dertig voor deze nacht een goed bewaakt nachtverblijf; zolang de grot niet leeg is, kan ik hen de vrijheid niet geven; maar na de ontruiming kunnen ze gaan waar ze willen, omdat hun bereidwilligheid ons tot grote ontdekkingen heeft geleid.'
Hoofdstuk 238: Het verhaal van de diefstal. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Echt, u hebt het maar aan Een hier te danken, dat ik u niet snel laat ontkleden, de vloek van de keizer over u uitspreek en dan overgeef aan de gerechtsdienaars, die staan te popelen om het vonnis uit te voeren! En deze Ene staat naast mij, de goddelijke Jezus uit Nazareth, die u allang hebt vervloekt en die door u nu van de ene plaats naar de andere vervolgd wordt alleen maar omdat Hij zo eerlijk is, om het door u verblinde volk te laten zien, wie u in werkelijkheid bent.
Hoofdstuk 239: De tempelschatten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Heer, waarom heeft U ten tijde van Abraham de tien steden met Sodom en Gomorra zo zwaar bestraft, -terwijl hun inwoners, behalve voor wat betreft hun verkeerde vleselijke lusten, toch blijkbaar engelen waren vergeleken bij deze booswichten, waarvan er nu in het hele Jodenland meer zijn dan het totale aantal inwoners van de tien steden!?
Hoofdstuk 239: De tempelschatten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Na het horen van deze woorden van Faustus verliezen ze de moed en smeken om genade en beloven een algehele ommekeer en verbetering en ze willen iedere schade, die ze iemand berokkend hadden, honderdvoudig vergoeden. .
Hoofdstuk 239: De tempelschatten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] Boven deze opening verhief zich nog een steile wand, die zeker zeventig manslengten hoog was, zodat het zonder ladder onmogelijk geweest zou zijn de opening te bereiken, die zeker veel honing en was bevatte en waar we voortdurend een grote massa bijen zagen in en uitvliegen. Gauw werd een ladder en een behoorlijke hoeveelheid stro en allerlei gras bijeengebracht voor het uitroken van de bijen, en de operatie werd, een paar bijensteken niet meegerekend, succesvol uitgevoerd. Wij wonnen daar een paar honderd pond zuivere honing en net zoveel was; want er waren al veel raten van ongeveer duizend cellen aan beide zijden leeg.
Hoofdstuk 239: De tempelschatten. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87  ...