Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 74 van 1112

...  62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87  ...
[17] Maar nadat Ik ze genezen had, waarschuwde Ik ze om daar thuis met niemand over te spreken (Matth.12,16), en ook niet tegen wie dan ook iets mee te delen over waar Ik was toen Ik ze genas, en in welke richting Ik verder was gegaan. Ze beloofden zich daar heel precies aan te houden en daarop liet Ik hen in vrede gaan.
Hoofdstuk 176: Aren lezen op de sabbat. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] Dan zegt Petrus: 'Dat is ook beter; maar voor het overige heeft Thomas wel gelijk, hoewel hij menigmaal ook een beetje hard is. Maar ik vind dat we steeds de Heer in het oog moeten houden; als Hij iets zegt dan is het goed en juist dat het zo gezegd is, en dan moet ieder zich daaraan houden! Zegt de Heer echter niets, dan hebben wij nog minder recht om iets te zeggen! Ik vind, dat wij vooral in het bijzijn van de Heer daarop moeten letten om onder elkaar vrede en eendracht te bewaren!
Hoofdstuk 177: De vervulling van de profetie. Op de Galilese zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[14] Geloof me, beste broeder Thomas, als hongerige Judas tegenover de Heer zijn mond al niet houdt, dan zal hij zich van jou nog minder aantrekken! Gesteld dat we iets op elkaar aan te merken hebben, dan moeten we het scherpe en bittere vermijden, opdat die spreuk van Jesaja, die de Heer eerder over Zichzelf aanhaalde, ook op ons, Zijn apostelen, van toepassing zal zijn!'
Hoofdstuk 177: De vervulling van de profetie. Op de Galilese zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[16] Maar nu zie ik de schipper van Mijn vriend Kisjonah daar naar de oever sturen, en hij is er zelf ook; laten we daarom naar de walkant gaan, zodat we bij de hand zijn als de schippers het scheepstouw over zullen gooien; dan trekken we het schip helemaal aan de kant en schepen ons vlug in; want er staat aan deze kant tegenwind en daarom kunnen ze niet makkelijk helemaal aan de kant komen. Maar de wind zal ons heel goed helpen bij het oversteken en zal ons snel aan de overkant brengen. Laten we nu vlug afdalen naar de oever, zodat ze zich niet voor niets inspannen.
Hoofdstuk 177: De vervulling van de profetie. Op de Galilese zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] We bereikten de oever toen de avondschemering de omgeving nog goed verlichtte en wij alles nog goed onderscheiden konden. Kisjonah stuurde twee boodschappers naar het plaatsje, om te vragen of er voor tenminste honderd mensen onderdak beschikbaar was. Maar de boodschappers kwamen al vlug onverrichter zake terug, en daarom bleven wij gedurende de nacht in het schip, omdat de wind was gaan liggen en het water heel rustig golfde.
Hoofdstuk 178: Aan de zee. Genezing van de bezeten man. In Jesaïra. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Velen haastten zich weer naar huis en vertelden in het hele plaatsje, dat Ik daar op het schip was.
Hoofdstuk 178: Aan de zee. Genezing van de bezeten man. In Jesaïra. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Een goed en rechtvaardig man uit dit plaatsje kwam dicht bij het schip en zei: 'Goddelijk grote, wonderlijke Meester! Waarom zou U gedurende de nacht op het schommelende schip U Uw nodige nachtrust door de wind en de gevoelige koude van de nacht laten ontroven!? Deze omgeving aan het water heeft de speciale eigenschap, aan ieder welbekend, dat na een hete dag altijd in dezelfde verhouding een koelere nacht volgt, waardoor de mensen die .hier wonen allerlei ziektes oplopen; Ik heb echter een groot, ruim en goed ingericht huis, zodat U met Uw leerlingen daarin meer dan voldoende plaats kunt vinden, en U kunt daar blijven zolang U maar wilt; waarbij een redelijke hoeveelheid voedsel ook niet zal ontbreken!'
Hoofdstuk 178: Aan de zee. Genezing van de bezeten man. In Jesaïra. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Ik antwoord daarop: 'U bent, wat u bent, en Ik ben ook wat Ik ben; maar omdat u zo deemoedig bent en u zich vernedert, daarom zult u eens in Mijn rijk daarvoor verhoogd worden! Maar nu hebben we alleen maar wat rust nodig; laat morgen echter de zieken uit deze plaats hierheen komen, opdat Ik ze kan genezen.'
Hoofdstuk 179: Jesaïra. De rekening van de oude man. (10.5.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[13] Jullie verleiden de vrouwen van jullie geloofsgenoten, de Joden, honderdvoudig tot het plegen van echtbreuk, en met hun dochters bedrijf je ontucht; maar dat vind je niet erg! Wanneer echter een andere arme duivel zoiets zou doen, dan wordt hij gestenigd als hij arm is, maar als hij rijk is en in aanzien staat, dan kan hij zich loskopen en blijft bovendien nog jullie vriend ook!
Hoofdstuk 179: Jesaïra. De rekening van de oude man. (10.5.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[3] Laten we dus maar afwachten wat er morgen nog allemaal verder zal volgen, en daardoor zullen we makkelijker in staat zijn om ons daarover een completer oordeel te vormen! Want om hem nu al helemaal blindelings te veroordelen, dat zou een beetje te gewaagd zijn, vooral nu ons volk zo opgewonden is en zich al lang meer richt op de Grieken dan op ons, die hun al lang een doorn in het oog zijn. Laat je daarom leiden door mijn goede inzicht. Morgen is een dag die voor ons misschien veel gunstiger kan worden, dan vandaag het geval was!'
Hoofdstuk 180: Het plan van de jonge Farizeeër. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[6] Na deze woorden van de niet zo slechte Farizeeër, die nog jong en levenslustig was en die zich daarom niet zoveel liet gelegen liggen aan de oude geldwolven, gingen alle Farizeeën en schriftgeleerden slapen, maar gaven nog wel een van hun dienaren opdracht om wacht te houden zodat ze zich de volgende ochtend niet zouden verslapen en daardoor de eerste handelingen van de tovenaar zouden missen.
Hoofdstuk 180: Het plan van de jonge Farizeeër. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] De reden van mijn komst is heel eenvoudig het volgende: Jullie kennen mijn collega 's even goed als ik en jullie weten welke rechten zij zich allen aanmatigen. Zij zijn theologen, en niemand behalve zij mag iets van de schrift begrijpen, hoewel zij, onder ons gezegd, waarschijnlijk van alles meer verstand hebben, dan nu juist van de schrift; maar ze zijn daarvoor door de tempel uitverkozen en hun vermeende rechten komen daarvandaan, en daartegen kunnen jullie niets doen.
Hoofdstuk 180: Het plan van de jonge Farizeeër. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Ook zijn zij in speciale, door Mozes bepaalde gevallen, rechters en beschikkers over dood en leven van hun ondergeschikten en dat recht kunnen zij waar, wanneer, en op welke manier zij maar willen, uitoefenen, en zij behoeven zich niet te verantwoorden; zij behoeven slechts ieder jaar een lijst naar Jeruzalem te zenden en meestal worden ze geprezen als ze naast het jaarlijkse pachtbedrag, dat ze voor de synagogen en scholen aan de tempel moeten afdragen, een behoorlijk uitgebreide lijst sturen van degenen die ze terechtgesteld hebben.
Hoofdstuk 180: Het plan van de jonge Farizeeër. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[14] Ik kan je wel zeggen dat de tempel veel geld vraagt voor zo'n synagoge en school! En om ze zo duur mogelijk aan de man te brengen, geeft de tempel daarbij allerlei vastgelegde privileges, \aarop de pachters, die de wet achter zich hebben, zich niet zo gemakkelijk laten beknibbelen.
Hoofdstuk 180: Het plan van de jonge Farizeeër. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[20] Alleen zou ik de wonderdokter wel willen adviseren, dat hij in de eerste plaats na het genezen van de zieken deze plaats beter direct kan verlaten, omdat anders de naar geld dorstende Farizeeën zich mogelijk door jullie meteen voor nog meer concessies zouden willen laten betalen, maar In de tweede plaats wil ik er voor waarschuwen, dat hij zich niet, wat die wonderdokters gewoonlijk doen, als profeet op moet werpen en het volk ook geestelijk gaan bewerken; daar ben ik niet op tegen, maar de ouden zijn op dit punt juist vanwege jullie Grieken erg onverdraagzaam.
Hoofdstuk 180: Het plan van de jonge Farizeeër. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
...  62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87  ...