Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

10915 resultaten - Pagina 74 van 728

...  62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87  ...
[11] IK zeg: "In handen van deze engel, ja! Als je wilt kun je je aan hem toevertrouwen en in een paar ogenblikken zul je weer behouden hier bij Mij zijn, neem echter voor jezelf daarvandaan een aandenken mee!"
Hoofdstuk 136: Engelenmacht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] Oh, oh, oh! Nu sta ik weer op dezelfde berg en zie rondom mij dezelfde omgeving vol schitterende prachtige dingen! Ik zie dezelfde tempels weer, dezelfde mensen en hun mooie tuinen, ook zie ik heel mooie bloemen. Maar de kleinste daarvan is groter dan een huis hier op aarde, die zou ik niet als aandenken af kunnen plukken! Ah, nu zie ik echter ook allerlei dieren, en de prachtigste vogels zie ik ook, maar ze zijn ook ontzettend groot! Aan de reusachtige bomen hangen zeldzaam grote vruchten en ik zie ook hoe in een tuin een paar mensen er met hun handen naar grijpen en ze werkelijk ook in hun mond steken! Nou, nou, aan zo'n peer, of wat voor vrucht het ook is, zouden op deze aarde wel duizend mensen een heel jaar meer dan genoeg te eten hebben!"
Hoofdstuk 137: Geestelijke blik in de schepping. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[13] IK zeg: "Luister, Mijn allerliefste Jarah, Ik ken je hart wel en lees daarin hoeveel je van Mij houdt en hoe trouw je Mij bent, maar je bent nu nog meer een kind dan een volwassen meisje. Tot nu toe was je steeds onder de hoede van Mijn engelen, en de kwade geesten der wereld konden niet bij je komen. Wanneer je ouder wordt, zul je echter uit eigen kracht de slechte wereld en haar lusten moeten weerstaan om volgens Mijn voor alle wezens ingestelde onveranderlijke orde, zelf de vaste grond te bereiken, waarop je Mij pas echt in geest en waarheid zult kunnen naderen. Weet dat de wereld een grote macht heeft over de mensen, omdat de wereld voor het grootste deel vanuit de hel geregeerd wordt, en het kost de ziel daar menige harde strijd om niet door haar eigen vlees en bloed en daardoor dan ook door de wereld verslonden te worden!
Hoofdstuk 137: Geestelijke blik in de schepping. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[14] Je ziet er erg aantrekkelijk uit. Weldra zullen de wereldse jongens hun oog op je laten vallen en je hun hart en hand aanbieden, en het zal moeilijk voor je worden om hen te weerstaan. Als die tijd echter zal komen, denk dan in je hart aan Mij en al datgene, wat je op deze top allemaal gehoord en gezien hebt, en de overwinning over de wereld zal je niet zwaar vallen!"
Hoofdstuk 137: Geestelijke blik in de schepping. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[17] JARAH zegt: "O Heer, deze pracht, deze majesteit overtreft weer alles wat een menselijke geest maar ooit bevatten kan! Daar staat een paleis zo groot en hoog als de hoogste en grootste berg op aarde! De muren zijn opgetrokken uit een en al prachtige edelstenen. Duizend en nog eens duizend gouden trappen en galerijen sieren van buiten dit ontzagwekkende paleis, dat helemaal bovenaan uitloopt in een echte spits. Rondom dit paleis pronken de prachtigste tuinen, waarin een grote verscheidenheid het oog steeds blijft boeien. In de tuinen zijn ook heel mooie meren waarop waarschijnlijk voor het vermaak een groot aantal kunstwerken ronddrijven, die echter door niets geleid worden en waar nog minder op gelet wordt.
Hoofdstuk 138: De zelfverloocheningschool in het hiernamaals. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] De mensen van onze aarde hebben echter nog een heel verkeerd begrip van de aarde en van de zon, de maan en van alle sterren. Als ze later eens beter kunnen rekenen, zullen zij ook tot betere voorstellingen van de wereldlichamen in de eindeloze scheppingsruimte komen.
Hoofdstuk 139: Een blik in de orde der sterrenwereld. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] De onrijpe zielen krijgen op de door jou geziene zon weer een lichaam, echter zonder geboren te worden, en dat wordt dan tesamen met de ziel ook vergeestelijkt en kan zo in het echt geestelijke overgaan. Hoe zulke zielen van hier naar daar worden overgebracht en door wie, dat heb je bij de reis naar de eerste zon zelf meegemaakt. Deze engel, die hier nog naast ons staat, is de leider en beheerser van alle werelden en zonnen waarover Ik net met je sprak. Daaraan kun je zien welke macht en welke wijsheid hem gegeven is.
Hoofdstuk 140: Ontwikkelingsperioden in het hiernamaals. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[7] Maar totdat een op aarde stoffelijk geworden ziel zover is, kunnen in het gunstigste geval toch altijd wel verscheidene honderden jaren verstrijken. -Nu lees Ik echter in je hart dat je Mij weer wat wilt vragen, en Ik zeg je: vraag, want je vragen hebben een goede reden! Maar richt dit keer je vraag tot de bij ons staande engel, hij zal je ook een juist antwoord geven!"
Hoofdstuk 140: Ontwikkelingsperioden in het hiernamaals. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Maar het begint nu te schemeren en wij zullen onze vrienden gaan wekken! Ze moeten echter beslist na elkaar gewekt worden. Jij moet verder aan niemand iets over al het geziene vertellen vóór je een wenk zult krijgen van Mijn en nu ook jouw engel, die Ik zichtbaar, maar anders gekleed, tot aan je volwassenheid bij je zal laten. De andere engelen moeten nu weer onzichtbaar worden -het zij zo!"
Hoofdstuk 142: Ken Gods werken tot vermeerdering van de liefde.(5/6.3.1853) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Raphaël wekt PETRUS en deze ziet vol verbazing om zich heen en zegt na een poosje: "Heb ik dan werkelijk geslapen? Het leek me net toe alsof ik de gehele nacht klaar wakker was! Maar nu zie ik toch wel dat ik vast geslapen heb. Terwijl ik sliep heb ik echter zulke wonderlijke dromen gehad, dat ik me niet kan herinneren ooit zulke gehad te hebben! Echt, Heer, deze dromen kunnen geen bedrog geweest zijn!"
Hoofdstuk 143: Droom en werkelijkheid. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[11] Stel je bijvoorbeeld deze aarde voor als een kogel, die in werkelijkheid vele honderdduizend malen groter is dan dat deel wat je er nu van overziet. Laat deze grote kogel echter bestaan uit enkel zandkorreltjes, zoals je ze al vaak aan de oever van de zee gezien zult hebben. Stel je dan het aantal zandkorreltjes voor dat nodig zou zijn om zo'n hele aarde te vullen! Neem nu voor ieder zandkorreltje een afstand van hier tot aan die ster , die wij het eerst bezochten, dan geeft het totale aantal zandkorreltjes ongeveer de doorsnede van de baan van een middenzon van de derde orde! Deze baan legt zo'n middenzon natuurlijk op z'n vlugst pas in tienmaal honderdduizend jaar af, maar omdat die baan zo ontzettend uitgestrekt is, moet zo'n zon ook ieder ogenblik een duizendmaal zo grote afstand afgelegd hebben als van hier tot aan die ster, die wij het eerst bezochten!
Hoofdstuk 141: De geaardheid van de menselijke geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] Wie God niet als een volmaakt mens liefheeft, kan nog minder zijn naaste liefhebben, die een nog heel onvolmaakt mens is! Als er echter geschreven staat dat God de mens geschapen heeft naar Zijn evenbeeld, wat moet God dan anders zijn -als de mens Zijn evenbeeld is -dan ook een mens, maar dan natuurlijk geheel volmaakt!? Of zie Ik er nu anders uit dan een mens omdat jij, Mijn kindje, een paar heel kleine druppeltjes van Mijn heerlijkheid hebt gezien?"
Hoofdstuk 144: God, de volmaakte mens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] De HOOFDMAN begint zich heel behoedzaam van de grond op te richten en zegt: "Heer en Meester! Vóór alles wil ik U danken dat ik op deze hoogte nog leef! Hoe gemakkelijk zou ik door mij driemaal om te draaien, naar beneden in de diepte hebben kunnen storten en dan zou mijn armzalige leven in deze wereld voor goed beëindigd zijn! Maar ik leef nog, en wel op dezelfde plaats waar ik gisteren ging rusten, en dat heb ik alleen maar aan U te danken, en daarom dank ik U daarvoor ook uit de diepste grond van mijn hart! Ik vraag U echter tevens vurig, of U mij en alle anderen van deze ijzingwekkende hoogte behouden zou willen laten afdalen naar Genezareth, en wel zo snel mogelijk, want zolang ik mij in mijn hart nog bezig moet houden met de afdaling, kan er bij mij van opgewektheid geen sprake zijn!"
Hoofdstuk 145: De werkelijkheid van de gezamenlijke droom. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[17] JARAH zegt: "O beste Julius, dat was weer een vraag van u, die ik u niet in dank kan afnemen! Heb ik u dan niet meteen in het begin al gezegd dat deze jongeman na mijn zestiende jaar mij voor een tijdlang zal verlaten, zoals de Heer dat bepaald heeft? Dat zal mij echter niet deren, want mijn hart hoort helemaal aan de Heer, die eeuwig bij mij blijft! Maar als mijn hart een eigendom van God is, kan het niet ook nog eens het eigendom van een ander worden!
Hoofdstuk 146: Jarah toont haar souvenirs. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[19] De HOOFDMAN voegt daar aan toe: "Ja, ja, jouw vader heeft gelijk! Nu ben je nog maar een kind, en het brandt al in je hartje als in een kalkoven! Het bezit nu weliswaar het hoogste wat het kan verlangen en het kan niet meer naar iets minders snakken. Als echter dit hoogste, ?m je geweten te beproeven, zich uit je hart terug zal trekken, dan zal Je hart gaan hongeren naar liefde! En als het deze spijs lang moet ontberen, dan zal het weldra zijn lange armen naar andere voorwerpen uit gaan strekken om zich te verzadigen! Want hoewel de honger van de maag pijnlijk is, de honger naar liefde is toch nog duizendmaal pijnlijker.
Hoofdstuk 146: Jarah toont haar souvenirs. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  62 - 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87  ...