17481 resultaten - Pagina 731 van 1166
... 719 - 720 - 721 - 722 - 723 - 724 - 725 - 726 - 727 - 728 - 729 - 730 - 731 - 732 - 733 - 734 - 735 - 736 - 737 - 738 - 739 - 740 - 741 - 742 - 743 - 744 ...
[5] Met opzet gaf ik uitdrukking aan mijn twijfel om je daardoor namelijk te dwingen tot openheid!Hoofdstuk 37: Cyrenius' zachtmoediger verklaring en Jozefs antwoord. De eer als schat der armen. Het verzoeningsmaal. Jozefs goede raad. Cyrenius' nieuwsgierigheid bestraft. De geschiedenis van de ontvangenis van het Kindje. Cyrenius aanbidt het Kindje. De waarheid bevestigd (2 oktober 1843) - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[6] Je taal Iaat mij echter geen twijfel. Daarom heb ik nu noch behoefte meer aan een tweede bericht van mijn broeder, noch ook aan enig ander document of geloofsbrief! Ik zie nu wel dat je een absoluut eerlijke jood bent! Moet ik nog meer zeggen?'
Hoofdstuk 37: Cyrenius' zachtmoediger verklaring en Jozefs antwoord. De eer als schat der armen. Het verzoeningsmaal. Jozefs goede raad. Cyrenius' nieuwsgierigheid bestraft. De geschiedenis van de ontvangenis van het Kindje. Cyrenius aanbidt het Kindje. De waarheid bevestigd (2 oktober 1843) - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[7] Jozef zei nu: 'Vriend, U ziet dat ik arm ben. U bent echter een machtig heer. Mijn rijkdom bestaat in mijn trouwen mijn liefde voor mijn God, en in de grootste eerlijkheid tegenover ieder ander!
Hoofdstuk 37: Cyrenius' zachtmoediger verklaring en Jozefs antwoord. De eer als schat der armen. Het verzoeningsmaal. Jozefs goede raad. Cyrenius' nieuwsgierigheid bestraft. De geschiedenis van de ontvangenis van het Kindje. Cyrenius aanbidt het Kindje. De waarheid bevestigd (2 oktober 1843) - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[28] Jozef keek Cyrenius, toen die dit zei, strak aan, en sprak daarop: 'Zendt een ijlbode naar Uw broeder Cornelius; geeft hem die twee brieven mee, en laat Uw broeder getuigen of deze zaak zo schandelijk is, als U wilt geloven!
Hoofdstuk 36: Jozef aan de tand gevoeld. Zijn verklaring over het Wezen van het Jezuskind. De brief van Cornelius. Jozefs raad om er het zwijgen toe te doen. Tegenspraak en twijfels. Jozefs energieke zelfverdediging tegenover de staatsdienaar (29 september 1843) - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[29] Ik eis dit nu van U, want mijn eer is voor God, de Eeuwige, bevestigd. ..en die Iaat ik niet door een heiden vertrappen! Laat het zijn dat U een patriciër uit Rome bent. ..: ikzelf ben een nakomeling van de grote koning David, voor wie heel de aarde beefde! Als zodanig Iaat ik mij door geen enkele heiden onteren!
Hoofdstuk 36: Jozef aan de tand gevoeld. Zijn verklaring over het Wezen van het Jezuskind. De brief van Cornelius. Jozefs raad om er het zwijgen toe te doen. Tegenspraak en twijfels. Jozefs energieke zelfverdediging tegenover de staatsdienaar (29 september 1843) - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[27] Voorlopig houd ik het er maar op dat U beide bent, dus: zowel een magiër als een spion! Ik nodig U dus dringend uit om U, zo grondig als U maar enigszins mogelijk is, te verdedigen! Als U zich niet kunt rechtvaardigen bent U mijn gevangene en dan zult U Uw terechte straf niet ontgaan!'
Hoofdstuk 36: Jozef aan de tand gevoeld. Zijn verklaring over het Wezen van het Jezuskind. De brief van Cornelius. Jozefs raad om er het zwijgen toe te doen. Tegenspraak en twijfels. Jozefs energieke zelfverdediging tegenover de staatsdienaar (29 september 1843) - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[26] Natuurlijk, ik heb het vrijgeleide van mijn broeder, en de brief, waarin hij van U gewag maakt, maar daarover heb ik met mi jn broeder nog niet gesproken; die documenten kunnen dus best vals zijn; ook mijn broeders handschrift is best te imiteren!
Hoofdstuk 36: Jozef aan de tand gevoeld. Zijn verklaring over het Wezen van het Jezuskind. De brief van Cornelius. Jozefs raad om er het zwijgen toe te doen. Tegenspraak en twijfels. Jozefs energieke zelfverdediging tegenover de staatsdienaar (29 september 1843) - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[6] 'Dus, dit is dat merkwaardige Kind, waarover mijn broeder mij geschreven heeft,' zei Cyrenius toen.
Hoofdstuk 36: Jozef aan de tand gevoeld. Zijn verklaring over het Wezen van het Jezuskind. De brief van Cornelius. Jozefs raad om er het zwijgen toe te doen. Tegenspraak en twijfels. Jozefs energieke zelfverdediging tegenover de staatsdienaar (29 september 1843) - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[10] Maria antwoordde: 'Maar natuurlijk, machtige Landvoogd, ik denk dat ik best heel erg moe zal zijn, maar mijn liefde voor dit Kindje doet me alle vermoeidheid vergeten!'
Hoofdstuk 35: De H. Familie bij Cyrenius. Jozef spreekt uitvoerig met Cyrenius. Cyrenius, de kindervriend, en het Kindje Jezus. Bewijzen van Diens Goddelijkheid - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[11] De landvoogd antwoordde: 'Ziet U, zelf ben ik ook een groot kindervriend, en ook getrouwd; maar de natuur -of God? -hebben mij nog niet met nakomelingschap gezegend. Daarom pleeg ik vreemde kinderen, slavenkinderen zelfs, als mijn eigen kinderen aan te nemen.
Hoofdstuk 35: De H. Familie bij Cyrenius. Jozef spreekt uitvoerig met Cyrenius. Cyrenius, de kindervriend, en het Kindje Jezus. Bewijzen van Diens Goddelijkheid - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[14] Maria vond de landvoogd zo aardig, dat ze zei: ' Aan iemand, zo hartelijk als U wil ik best mijn Kindje op de arm geven!'
Hoofdstuk 35: De H. Familie bij Cyrenius. Jozef spreekt uitvoerig met Cyrenius. Cyrenius, de kindervriend, en het Kindje Jezus. Bewijzen van Diens Goddelijkheid - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[1] Jozef was echter zelf ook in alle staten van verbazing en zei tegen Cyrenius: 'Luister eens, machtige Landvoogd, het zal U niet bekend zijn dat volgens mijn landswetten elke tovenaar op de brandstapel thuishoort.
Hoofdstuk 36: Jozef aan de tand gevoeld. Zijn verklaring over het Wezen van het Jezuskind. De brief van Cornelius. Jozefs raad om er het zwijgen toe te doen. Tegenspraak en twijfels. Jozefs energieke zelfverdediging tegenover de staatsdienaar (29 september 1843) - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[33] Nu werd Jozef erg treurig, dat hij zich zo verschrikkelijk vergist had. Dit wekte Cyrenius' medelijden op, hij zei: 'Beste man, je nood gaat mij ter harte. Weliswaar ben je een jood, dus voor ons Romeinen een vijand, maar omdat mijn broeder, die voor mij alles betekent, je zo graag mag, daarom wilook ik je een vriendendienst bewijzen.
Hoofdstuk 34: Het opbreken voor de vlucht. Jozefs onderhoud met Salome. Afscheid van de hoofdman. Het vertrek. Vrijgeleide naar Cyrenius. Jozefs route. Incident met rovers. Aankomst in Tyrus bij Cyrenius. Cyrenius troost en helpt hen (26 september 1843) - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[34] Morgen vaart er een klein maar veilig schip van hier naar Ostracine! Daarmee kun je in drie dagen in Egypte zijn. Als je namelijk in Ostracine bent, ben je tevens in Egypte! Niettemin zal ik je dan ook nog een vrijgeleide geven, opdat je ongehinderd in Ostracine kunt verblijven en je je daar ook het nodige zult kunnen aanschaffen. Maar voor vandaag ben je mijn gast; laat je bagage dus maar binnen brengen.'
Hoofdstuk 34: Het opbreken voor de vlucht. Jozefs onderhoud met Salome. Afscheid van de hoofdman. Het vertrek. Vrijgeleide naar Cyrenius. Jozefs route. Incident met rovers. Aankomst in Tyrus bij Cyrenius. Cyrenius troost en helpt hen (26 september 1843) - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[13] Maar, als je me nog een dienst zou willen bewijzen, ga dan bij gelegenheid eens naar Nazareth en pacht mijn grond er dan voor nog drie tot zeven jaren of 10 jaren bij, dan komt die tenminste niet in vreemde handen!'
Hoofdstuk 34: Het opbreken voor de vlucht. Jozefs onderhoud met Salome. Afscheid van de hoofdman. Het vertrek. Vrijgeleide naar Cyrenius. Jozefs route. Incident met rovers. Aankomst in Tyrus bij Cyrenius. Cyrenius troost en helpt hen (26 september 1843) - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus