Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 732 van 1490

...  720 - 721 - 722 - 723 - 724 - 725 - 726 - 727 - 728 - 729 - 730 - 731 - 732 - 733 - 734 - 735 - 736 - 737 - 738 - 739 - 740 - 741 - 742 - 743 - 744 - 745  ...
[1] Na deze woorden van Adam ging Asmahaël direct naar het drietal toe en sprak als volgt tegen hen: "Luister, jullie drieën, - Jura, Bhusin en Ohorion!
Hoofdstuk 129: Asmahaëls rede over het wezen van Jehova - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[4] Als Hij vreugde zou beleven aan het doden, zou Hij dat reeds van eeuwigheid af aan hebben gehad; en zou Hij op deze manier een vriend van de dood zijn, waarlijk, je kunt ervan verzekerd zijn, dan zou Hij ook heel beslist niet alleen geen aarde, geen maan, geen zon en geen sterren met al hun grote scheppingswonderen geschapen hebben, maar ook niet eens een zonnestofje!
Hoofdstuk 129: Asmahaëls rede over het wezen van Jehova - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[7] Maar eens zal er nog een tijd komen waarop jullie nakomelingen tot aan het einde van hun lichamelijke proefleven op aarde nooit meer zoveel jaren zullen tellen als jullie, en er zullen nog velen onder hen zijn die Jehova nog veel meer zullen liefhebben dan jullie nu. Ja, in die tijden zullen door Jehova zelfs zuigelingen aan de moederborst van hun ouders worden weggenomen en deze ouders zullen daarover zeer treuren en in hun droefheid toch Jehova's lof zingen en Hem alles offeren en daarbij niet zoals jullie denken dat Jehova iemand is die plezier heeft in doden!
Hoofdstuk 129: Asmahaëls rede over het wezen van Jehova - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[3] "O goede, achtenswaardige vader! Zie, de woorden van deze jonge mens die zojuist zo snel wegging hebben ons enerzijds buitengewoon goed gedaan; anderzijds was toch weer hun onbegrijpelijke verhevenheid als een uitslaande brand die in staat zou zijn de gehele aarde in vuur en vlam te zetten! O vertel ons, wie is deze mens en waar komt hij vandaan; want dergelijke woorden zijn nog nooit tot onze oren doorgedrongen. Eerlijk waar, deze mens kan onmogelijk van deze aarde zijn!
Hoofdstuk 130: Asmahaëls Vaderroep tot de kinderen van middernacht heeft succes - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[6] En alle drie dankten Adam en begonnen daarna alles te overdenken, maar zij konden niets passends vinden waarmee zij hun harten tevreden konden stellen. De ene hield het op de engel die na de vlucht in het land Euehip aan Abel het vlammende zwaard overhandigde, de andere hield het op de geest van Abel zelf en de derde twijfelde welke mening hij zou onderschrijven. En zo was er een grote stilte ingetreden onder allen die hier bijeen waren, - deels omdat iedereen in voldoende mate met zichzelf bezig was en deels in afwachting om misschien iets van Asmahaëls roep op te kunnen vangen door zeer ingespannen te luisteren. Maar daarop wachten was ijdel en geheel vergeefs; want Asmahaël wist wel wat Hij deed en ook hoe, en het was voor Hem niet nodig om als een balkende ezel te schreeuwen, want Hij hoefde Zijn machtige woord alleen maar in de harten van degenen die zich uit angst hadden verstopt, te laten weerklinken. En zij die zich hadden verborgen hoorden deze heerlijke roep heel goed in zichzelf, zodat er niet één achterbleef, maar allen, groot en klein, oud en jong haastten zich naar de grote innerlijke roepstem en ieder van hen herkende Hem als Diegene die hen tevoren in stilte in hun harten had geroepen.
Hoofdstuk 130: Asmahaëls Vaderroep tot de kinderen van middernacht heeft succes - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[9] Zelfs Henoch kwam deze buitengewone expeditie zo overweldigend wonderbaarlijk voor, dat hij zichzelf helemaal niet meer kon beheersen. Daarna zei hij bij zichzelf: "Zijn er dan zoveel kinderen in de middernacht?!
Hoofdstuk 130: Asmahaëls Vaderroep tot de kinderen van middernacht heeft succes - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[8] "Machtige jongeling! Kun je mij niet zeggen wie je bent en vanwaar je komt? Is Adam ook jouw vader? Of is er soms op deze wijde aarde een nog machtiger hoofdstamvader dan onze vader Adam, aan wiens woord eens ook de zon en de maan gehoorzaamden?
Hoofdstuk 131: Adams vreugde en dank. De vraag van de weetgierige Jura aan Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[8] Toen Asmahaël deze verontschuldiging had gehoord, sprak hij tot het viertal: "Jullie hebben juist gesproken en de zin van je woorden heeft Mijn hart goed gesmaakt; ieder van jullie woorden was terecht en jouw uiteenzetting, Abedam, is waar tot in eeuwigheid: maar, Mijn lieve vrienden, nu zijn jullie nog op de aarde en je hebt een lichaam dat aan de aarde toebehoort; daarom is het ook nodig om je met mate met spijs en drank te versterken!
Hoofdstuk 132: Het gemeenschappelijke maal. De uit eerbied en bescheidenheid vastende vaderen. Henochs liefde voor Asmahaël. Het ware gebed - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[12] En toen het viertal deze woorden had gehoord, bogen zij voor de vaderen, prezen God en gingen tenslotte vol vreugde en zaligheid naast Asmahaël zitten en aten en dronken.
Hoofdstuk 132: Het gemeenschappelijke maal. De uit eerbied en bescheidenheid vastende vaderen. Henochs liefde voor Asmahaël. Het ware gebed - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[13] Samen met Adam verheugden zich ook alle stamvaderen; behalve Jared, Mahalaleël en Enos, want zij waren zo aangedaan door de edele daad van Asmahaël, dat zij niet bij machte waren zich nu te verheugen. Zij wisten niet of zij iets aten of dronken; wie er had gesproken en wat, dat hoorden zij ook niet; en dat het viertal mee at, zagen zij niet; want deze grote daad van Asmahaël had, zoals nog geen vroegere, hen zo te zeggen volslagen stom gemaakt, - in welke verstomming zij lang bleven.
Hoofdstuk 132: Het gemeenschappelijke maal. De uit eerbied en bescheidenheid vastende vaderen. Henochs liefde voor Asmahaël. Het ware gebed - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[19] En toen Henoch deze woorden had gehoord, brak zijn hart en wel zodanig dat hij niet in staat was ook maar enig geluid over zijn lippen te krijgen.
Hoofdstuk 132: Het gemeenschappelijke maal. De uit eerbied en bescheidenheid vastende vaderen. Henochs liefde voor Asmahaël. Het ware gebed - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] Na deze woorden kwam Henochs tong weer los, en wel zodanig dat hij zonder moeite de navolgende woorden tot allen begon te richten:
Hoofdstuk 133: Asmahaëls belofte aan Henoch - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[11] Na deze woorden van Henoch stond Asmahaël nog eens op en sprak de volgende woorden tot alle vaderen en kinderen:
Hoofdstuk 133: Asmahaëls belofte aan Henoch - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[12] "Luister, zo is het; Henoch bewandelt de juiste weg! Wie aldus wandelt, zoekt de kortste weg om bij het voorwerp van zijn liefde te komen. Waarlijk, degene die niet zo wandelt, zal moeilijk tot Mij geraken en Ik zal hem niet tegemoetkomen! Maar wanneer iemand de liefde heeft en deze zijn hart in haar macht heeft, zal hij dan niet de dagen tellen die nodig zijn om bij het voorwerp van zijn liefde te komen, of zal hij niet ieder ogenblik voor geheiligd houden om meteen op het voorwerp dat zijn liefde opgewekt heeft, toe te snellen?!
Hoofdstuk 133: Asmahaëls belofte aan Henoch - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[15] Jullie hebben het verschil tussen Mij en jezelf slechts vaag herkend; maar Henoch heeft Mij herkend. Daarom zegen Ik het offer van je hart en wijd het altaar dat je voor Mij opricht, geliefde Henoch! Zie, op deze plek zal eens je geslacht worden gered van de vloedgolven der zonde en een nakomeling van jou zal dit altaar weer oprichten en Mij daarop een dankoffer brengen! En wees daarom gezegend voor alle tijden! Amen."
Hoofdstuk 133: Asmahaëls belofte aan Henoch - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  720 - 721 - 722 - 723 - 724 - 725 - 726 - 727 - 728 - 729 - 730 - 731 - 732 - 733 - 734 - 735 - 736 - 737 - 738 - 739 - 740 - 741 - 742 - 743 - 744 - 745  ...