Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 732 van 1112

...  720 - 721 - 722 - 723 - 724 - 725 - 726 - 727 - 728 - 729 - 730 - 731 - 732 - 733 - 734 - 735 - 736 - 737 - 738 - 739 - 740 - 741 - 742 - 743 - 744 - 745  ...
[25] Deze armoede echter is de grootste zaligheid van de Vader, doordat Hij nu alles weer bij Zich terug ziet komen en Hij alles weer, eindeloos vervolmaakt, in Zijn liefde kan omvatten.
Hoofdstuk 250: Henoch en de Heer als een Arme. Over het wezen van de almachtige Godheid en over de armoede van de Vader - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[27] Maar het kan niet blijven zoals het is; want alles is er vanwege de Vader, opdat Hij Zich eeuwig, eeuwig kan verrijken, omdat Hij vanuit Zichzelf een tijdlang arm wilde zijn.
Hoofdstuk 250: Henoch en de Heer als een Arme. Over het wezen van de almachtige Godheid en over de armoede van de Vader - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[2] En Henoch zei vol geestvervoering: 'O heilige Vader! Vele jaren hield mijn armzalige ziel zich bezig met U en vond in zichzelf, dat U de eeuwige, allerzuiverste en oneindige liefde bent.
Hoofdstuk 251: Henochs ontroering over de vrijwillige armoede van de Vader. De openbaring van de Heer over de grootte van Zijn vaderliefde voor Zijn kinderen. Aanduiding over de menswording en de offerdood van de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[3] Degenen die zich in de onmiddellijke nabijheid van ons voorname gezelschap bevonden merkten de Arme en Zijn grote, wijsheid op en zij wisten evenmin wat zij van Hem moesten denken.
Hoofdstuk 253: De twijfel en opvattingen van verschillende gasten omtrent de geheimzinnige Arme - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[7] Weer iemand anders voerde daartegen aan: 'Dat ben ik helemaal niet met jullie eens! Ik kan mij nauwelijks vergissen; want ik zie scherp en durf daarom heel stellig te beweren, dat juist deze Arme niemand anders is dan de nu verklede heerlijke Man, die zich vandaag omstreeks het midden van de dag aan de zijde van die wijze grijsaard van de hoogte bevond, toen Lamech de plaat met de naam van de God van Farak de tempel indroeg. Zijn trekken zijn op een haar na dezelfde; alleen zie je dat bijna niet meer door de buitengewoon schamele kleding.'
Hoofdstuk 253: De twijfel en opvattingen van verschillende gasten omtrent de geheimzinnige Arme - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[8] Iemand anders vond dat ook; alleen begreep hij niet waarom zo'n heerlijke man zich zo verkleed zou hebben, omdat daar toch geen reden voor te vinden was.
Hoofdstuk 253: De twijfel en opvattingen van verschillende gasten omtrent de geheimzinnige Arme - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[9] Nog een ander merkte op: 'Als hij diegene is - wat mij ook zo lijkt te zijn -, dan moet hij zich alleen ter wille van de verrassing zo hebben gekleed! Want Lamech had hem buitengewoon lief en hij schijnt zich in de tempel heimelijk uit de voeten te hebben gemaakt, zoals ik in het voorbijgaan heb vernomen - want er schijnt daarna een ware opstand geweest te zijn; om nu Lamech en de anderen des te meer te verrassen, heeft hij zich zo verkleed!'
Hoofdstuk 253: De twijfel en opvattingen van verschillende gasten omtrent de geheimzinnige Arme - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[11] Maar een van hen die zich het dichtst bij de spreker bevond, zei tegen hem: 'Het zou allemaal juist kunnen zijn wat je denkt; maar ik heb daarbij één omstandigheid opgemerkt, en die is van buitengewoon belang! Heb je dan niet gezien hoe daarstraks het hele verheven gezelschap voor hem neerviel en heeft geweend en hem letterlijk heeft aanbeden?!
Hoofdstuk 253: De twijfel en opvattingen van verschillende gasten omtrent de geheimzinnige Arme - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[3] Al deze gasten dankten ook de God van Farak; want zij wisten niet dat de heilige Gever Zich in hun midden bevond.
Hoofdstuk 254: Het wantrouwen van de arme gasten ten opzichte van Lamech. De goede raad van de I leer en Lamechs broederlijke woorden aan de arme gasten - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[5] Maar Lamech wendde zich tot de dankenden, wees hun dank af en duidde de arme gasten met zijn blikken aan, dat zij de arme man moesten danken en voegde daar enigszins verholen als een goedmoedige uitleg aan toe: 'Niet ik, maar Hij is de ware Gever van al deze en nog talloze andere goede gaven!'
Hoofdstuk 254: Het wantrouwen van de arme gasten ten opzichte van Lamech. De goede raad van de I leer en Lamechs broederlijke woorden aan de arme gasten - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[6] De arme gasten keken elkaar verbaasd aan en vroegen zich, geheel verbluft heimelijk af: 'Wat wil de verheven koning Lamech daarmee aanduiden? Die arme gast, die net als wij toch zelf niets heeft, zouden wij moeten danken?! - De koning heeft van oudsher al de vreemdste ideeën en dit is zeker ook weer zo'n inval van hem! Wie weet, laat hij ons allen vandaag nog zieden en braden! Laten wij daarom maar zien dat we zo snel mogelijk uit zijn al te gevaarlijke nabijheid te komen!'
Hoofdstuk 254: Het wantrouwen van de arme gasten ten opzichte van Lamech. De goede raad van de I leer en Lamechs broederlijke woorden aan de arme gasten - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[11] Het volk weet nog niet dat je nu geen koning meer bent, maar dat je door Mij en vanuit Mij enkel een leidinggevende opperpriester van het volk bent geworden; het volk vertrouwt je daarom ook nog niet, omdat het in jou nog de vreselijke tiran voor zich ziet.
Hoofdstuk 254: Het wantrouwen van de arme gasten ten opzichte van Lamech. De goede raad van de I leer en Lamechs broederlijke woorden aan de arme gasten - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[13] Maar Lamech vroeg aan de Vader of het nu wel gepast was de troon te bestijgen, omdat toch voordien de heilige naam zich daarop had bevonden.
Hoofdstuk 254: Het wantrouwen van de arme gasten ten opzichte van Lamech. De goede raad van de I leer en Lamechs broederlijke woorden aan de arme gasten - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[16] Dat liet Lamech zich geen tweemaal zeggen, hij ging op de stoel staan en predikte vandaar tot het volk en vertelde heel vriendelijk wat er allemaal met hem was gebeurd en wat hij nu voor hen was geworden, en dat hij voortaan ook onveranderlijk zou blijven.
Hoofdstuk 254: Het wantrouwen van de arme gasten ten opzichte van Lamech. De goede raad van de I leer en Lamechs broederlijke woorden aan de arme gasten - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[9] Nu begaven sommigen van zulke tegenstanders zich naar de Arme, en hun woordvoerder opende zijn mond en stelde de volgende vraag aan de arme Man:
Hoofdstuk 255: Lamechs troonrede over de zichtbare aanwezigheid van de heilige Vader in de gedaante van de arme Man. De dreigende woorden van de twijfelaars onder de gasten. De ernstige woorden van de Heer tot de twijfelaars - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
...  720 - 721 - 722 - 723 - 724 - 725 - 726 - 727 - 728 - 729 - 730 - 731 - 732 - 733 - 734 - 735 - 736 - 737 - 738 - 739 - 740 - 741 - 742 - 743 - 744 - 745  ...