15542 resultaten - Pagina 732 van 1037
... 720 - 721 - 722 - 723 - 724 - 725 - 726 - 727 - 728 - 729 - 730 - 731 - 732 - 733 - 734 - 735 - 736 - 737 - 738 - 739 - 740 - 741 - 742 - 743 - 744 - 745 ...
[8] Daarop zond Lamech een bode naar Muthaël in de streek van de morgen en liet hem bij zich roepen.Hoofdstuk 127: Het begin van de legermacht. Het uitsterven van Lamechs stam met de dood van Thubalkaïn. Muthaëls en Purista's zoon Uraniël als koning in Hanoch. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[11] Lamech zei echter: 'Muthaël, je weet dat ik altijd naar Gods raad handel, maar nooit naar die van mijzelf! En als dat nu duidelijk is gebleken, hoe kun je mij dan iets vragen wat nergens toe leidt en nergens goed voor is?
Hoofdstuk 127: Het begin van de legermacht. Het uitsterven van Lamechs stam met de dood van Thubalkaïn. Muthaëls en Purista's zoon Uraniël als koning in Hanoch. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[14] Toen de zoon gezegend en gezalfd was, sprak Lamech tot de gevolmachtigde bodem 'Zie, deze jonge man van de hoogte heeft de Heer bestemd tot leider, leraar en bestuurder! Hij zal, door de Heer geleid, jullie naar de stad Hanoch volgen en er daar voor zorgen dat jullie altijd op de hoogte zijn van de wil van de Heer!'
Hoofdstuk 127: Het begin van de legermacht. Het uitsterven van Lamechs stam met de dood van Thubalkaïn. Muthaëls en Purista's zoon Uraniël als koning in Hanoch. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[15] Hierop vielen de boden voor de nieuwe koning neer en bewezen hem de eerste eer en stonden toen op, God lovend, en begaven zich met de nieuwe koning naar de stad Hanoch, waar hij door talloze volksmenigten onder groot gejuich werd ontvangen en de grote en heerlijke residentieburcht werd binnengeleid.
Hoofdstuk 127: Het begin van de legermacht. Het uitsterven van Lamechs stam met de dood van Thubalkaïn. Muthaëls en Purista's zoon Uraniël als koning in Hanoch. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[12] Hun haar verguldt de randen van de wolken; hun hals is de ziel van de bloemen; hun boezem doet de aarde opleven, en zij ontsteekt en drijft vurige bergen op naar de hemelen om de hemelse dochters te eren!
Hoofdstuk 128: De bewoners van Hanoch verafgoden de twee mooie dochters van de gestorven Thubalkaïn. Uraniëls besluiteloosheid. De afwijzing van de Heer. Uraniëls huwelijk met de twee dochters van Thubalkaïn. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[21] Neem ik hen beiden van de wereld weg, dan zal het volk je overvallen en je wurgen; laat Ik hen leven, dan zal het nog erger worden dan nu; geef Ik hen jou tot vrouw, dan zal men weldra jou en de vrouwen als goden eren; vlucht je naar de hoogte, dan zal men hen beiden uit jaloezie over en weer aan stukken scheuren en men zal elkaar wurgen.
Hoofdstuk 128: De bewoners van Hanoch verafgoden de twee mooie dochters van de gestorven Thubalkaïn. Uraniëls besluiteloosheid. De afwijzing van de Heer. Uraniëls huwelijk met de twee dochters van Thubalkaïn. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[10] Nu ervoeren in de loop van ongeveer dertig jaar de vreemde, machtig geworden volkeren ook dat in Hanoch de allermooiste vrouwen werden voortgebracht, en zij zonden er verkenners naar toe.
Hoofdstuk 130: Nadere bijzonderheden over het schoonheidsinstituut voor vrouwen. Begin van de vrouwenhandel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[11] Deze kwamen bij de koning en wilden de instelling bezichtigen. Zij werden erheen gebracht, en toen zij de mooie vrouwen zagen werden ze gewoon razend begerig naar hen.
Hoofdstuk 130: Nadere bijzonderheden over het schoonheidsinstituut voor vrouwen. Begin van de vrouwenhandel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[13] Toen ijlden de verkenners naar hun land en vertelden wat zij hadden gezien. En weldra trokken duizend mannen beladen niet schatten van allerlei aard naar Hanoch en kochten tweeduizend vrouwen.
Hoofdstuk 130: Nadere bijzonderheden over het schoonheidsinstituut voor vrouwen. Begin van de vrouwenhandel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] In deze tijd had de hoogte zich redelijk gereinigd, want alles wat ook maar enigszins verkeerde neigingen had, trok geleidelijk naar de laagte.
Hoofdstuk 131: De reiniging van de hoogte. Lamechs woorden tot de tienduizend vrouwen die naar de laagte trekken. Lamechs en Muthaëls verdriet en Noachs woorden van troost. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] Vooral het mannelijke geslacht werd steeds meer aangetrokken door de laagte vanwege de mooie vrouwen; en wie eenmaal de zoetheid van de vrouwen in de laagte had geproefd, kwam niet meer terug naar de hoogte naar zijn broeders en zusters, maar bleef heel behaaglijk in de schoot van de vrouwen in de laagte zitten.
Hoofdstuk 131: De reiniging van de hoogte. Lamechs woorden tot de tienduizend vrouwen die naar de laagte trekken. Lamechs en Muthaëls verdriet en Noachs woorden van troost. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] Want de Heer wilde niet spreken over de toestand van de laagte. Boden die Muthaël op verkenning naar de laagte had uitgezonden kwamen nooit terug, - want zij vonden tot nu toe in de laagte altijd een zeer gastvrije ontvangst en te veel genoegens, dan dat zij ooit weer de behoefte voelden op de harde en ijzige hoogten terug te keren.
Hoofdstuk 131: De reiniging van de hoogte. Lamechs woorden tot de tienduizend vrouwen die naar de laagte trekken. Lamechs en Muthaëls verdriet en Noachs woorden van troost. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Lamech riep nu meer dan tienduizend vrouwen bijeen, die zonder mannen op de hoogte leefden en zich heimelijk hadden voorgenomen hun mannen naar de laagte te volgen, en zei met een machtige stem tegen hen:
Hoofdstuk 131: De reiniging van de hoogte. Lamechs woorden tot de tienduizend vrouwen die naar de laagte trekken. Lamechs en Muthaëls verdriet en Noachs woorden van troost. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[12] Toen de vrouwen dat hadden gehoord, begonnen zij te juichen, gingen weg om eten te halen en begaven zich naar de laagte.
Hoofdstuk 131: De reiniging van de hoogte. Lamechs woorden tot de tienduizend vrouwen die naar de laagte trekken. Lamechs en Muthaëls verdriet en Noachs woorden van troost. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[15] En Noach zei daarom tegen Muthaël: 'Is het zo, dan zij het zo; de Heer kijkt alleen naar de Zijnen en niet naar de vreemden! In het begin heeft Hij toch ook niet meer dan één paar geschapen en de aarde is nu vol mensen! Zie, als wij, die in Hem blijven, toch nog altijd meer dan één paar zijn, dan ben ik ervan overtuigd dat de hoogten wel weer vol zullen worden!'
Hoofdstuk 131: De reiniging van de hoogte. Lamechs woorden tot de tienduizend vrouwen die naar de laagte trekken. Lamechs en Muthaëls verdriet en Noachs woorden van troost. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)