17481 resultaten - Pagina 733 van 1166
... 721 - 722 - 723 - 724 - 725 - 726 - 727 - 728 - 729 - 730 - 731 - 732 - 733 - 734 - 735 - 736 - 737 - 738 - 739 - 740 - 741 - 742 - 743 - 744 - 745 - 746 ...
[5] 'Man van mijn allerhoogste achting, ik ben zojuist terug van een mars, die ik zelf met een heel legioen heb gemaakt tot op bijna een derde van de weg naar Jeruzalem om toch maar iets van die Perzen gewaar te worden.Hoofdstuk 29: Jozefs angstig gebed tot de Heer. De Perzische karavanen voor de grot. De hoofdman verbaasd. Goede getuigenis van de drie wijzen over het Kind, en de waarschuwing voor Herodes (14 september 1843) - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[2] Daarom wendde Jozef zich tot de Heer met deze woorden: 'Mijn God en mijn Heer, ik bid U, maak mij toch niet zo bang, want ik ben aloud en zwak in al mijn ledematen.
Hoofdstuk 29: Jozefs angstig gebed tot de Heer. De Perzische karavanen voor de grot. De hoofdman verbaasd. Goede getuigenis van de drie wijzen over het Kind, en de waarschuwing voor Herodes (14 september 1843) - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[13] Toen deze maaltijd beëindigd was, zei Maria tegen Jozef: , Jozef Iaat mij even mijn bed opmaken; ik ben erg moe van de reis en daarom wil ik graag rusten. ,
Hoofdstuk 27: Terugkeer van de H. Familie naar Bethlehem. Hartelijke ontvangst in de grot door de thuisblijvers. Een voederkribbe als kinderbedje. Een rustige vriesnacht (11 september 1843) - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[8] ' Jozef, had ik maar een plekje om het Kindje neer te kunnen leggen, dan kon ik mijn armen een beetje rust gunnen. Mijn laatste probleem zou daarmee zijn opgelost, en ook het Kindje zou dan beter kunnen uitrusten tijdens Zijn slaap.'
Hoofdstuk 27: Terugkeer van de H. Familie naar Bethlehem. Hartelijke ontvangst in de grot door de thuisblijvers. Een voederkribbe als kinderbedje. Een rustige vriesnacht (11 september 1843) - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[16] Maar, wat staat mij nu met dit-mijn-huis te doen? En wat staat mijzelf te wachten, nu ik Gods Heerlijkheid zo heb miskend?'
Hoofdstuk 26: Verwijt van de herbergier Nicodemus aan het adres van Jozef. Jozefs zelfverdediging. Het getuigenis van de vroedvrouw. Een genadige wenk aan Nicodemus, die daarop de Heer erkent (9 september 1843) - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[9] Ga maar naar de Tempel op doe daar navraag bij de Hoge Raad, dan zul je over mijn huis een juist getuigenis krijgen!'
Hoofdstuk 26: Verwijt van de herbergier Nicodemus aan het adres van Jozef. Jozefs zelfverdediging. Het getuigenis van de vroedvrouw. Een genadige wenk aan Nicodemus, die daarop de Heer erkent (9 september 1843) - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[8] Jozef wierp hem nu tegen: Ja, nu herken ik jou ook; jij bent Nicodemus, een zoon van Benjamin, van de stam Levi. Hoe haal jij het in je hoofd mij uit te horen? Dat komt jou helemaal niet toe! De Heer Zelf heeft mij onderzocht, zowel in de Tempel als op de Berg der Vervloeking! Hij heeft mij voor de Hoge Raad onschuldig bevonden; wat zoek jij mij en mijn zoons dan nog te beschuldigen?
Hoofdstuk 26: Verwijt van de herbergier Nicodemus aan het adres van Jozef. Jozefs zelfverdediging. Het getuigenis van de vroedvrouw. Een genadige wenk aan Nicodemus, die daarop de Heer erkent (9 september 1843) - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[3] Jozef ging naar hem toe en zei: 'Vriend, ik bezit geen geld; neem dus iets van mijn bezit dat U een drachme waard is als tegenwaarde.'
Hoofdstuk 26: Verwijt van de herbergier Nicodemus aan het adres van Jozef. Jozefs zelfverdediging. Het getuigenis van de vroedvrouw. Een genadige wenk aan Nicodemus, die daarop de Heer erkent (9 september 1843) - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[15] Jozef zei: ' Ja, ik ben van Davids stam. Ik was vandaag in de Tempel om te offeren aan de Heer; het vroeg invallen van de avond heeft mij overvallen, en nu kan ik geen onderdak vinden. Ik ben in zorgen vanwege mijn vrouwen mijn Kind. ,
Hoofdstuk 25: De profetes Hanna in de Tempel en haar getuigenis over het Kindje Jezus. Hanna's waarschuwing aan Maria. Het noodonderkomen bij een rijke en gierige Israëliet (7 september 1843) - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[7] Daarna gaf ze het Kindje aan Maria terug en zei tot haar: 'Gelukkig en gezegend zijt Gij, Jonkvrouwe, omdat U de Moeder bent van mijn Heer.
Hoofdstuk 25: De profetes Hanna in de Tempel en haar getuigenis over het Kindje Jezus. Hanna's waarschuwing aan Maria. Het noodonderkomen bij een rijke en gierige Israëliet (7 september 1843) - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[14] Want mijn ogen hebben het Heil aanschouwd, dat Gij aan onze Vaders en Profeten beloofd hebt.
Hoofdstuk 24: Besnijdenis van het Kindje en zuivering van Maria. Opdracht van het Kindje in de Tempel. De vrome Simeon en het Jezuskind (6 september 1843) - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[11] Voor deze goedbedoelde aanbieding moest Jozef echter bedanken met de woorden: 'Ik kan helaas van Uw nobel aanbod geen gebruik maken, want het is de Wil van de Heer mijn God, dat ik op dezelfde wijze naar Jeruzalem trek als waarop ik hierheen kwam.
Hoofdstuk 23: Het zesdaagse verblijf in de grot. Aanzegging van de Engel aan Jozef om op te breken en naar Jeruzalem te gaan voor de opdracht in de Tempel. Maria's droom. Jozef heeft er moeite mee om alle liefdevolle aanbiedingen van de hoofdman te accepteren. Een militaire wacht voor de grot (5 september 1843) - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[17] "Zie, Mijn dienaars zullen welgemoed juichen, maar jullie zullen schreeuwen uit diepe smart en wenen van ellende!"?' Zijn zonen antwoordden hem: ' Ja, vader , deze passage komt hier volledig en begrijpelijk van pas!'
Hoofdstuk 22: Cornelius bij de H. Familie in de grot. De herders en de hoofdman. De nieuwe eeuwige geesteszon. Afscheid van Cornelius. Jozefs waardering voor de goedheid van de heidense hoofdman (4 september 1843) - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[9] Nu wil ik mij echter, samen met mijn hospita, voor slechts zo korte tijd verwijderen, als nodig is om maatregelen te nemen dat jullie allen hier -zij het dan ook slechts in deze grot - beter gehuisvest zult zijn!'
Hoofdstuk 21: Jozefs uitleg van de menselijke vrije wil; zijn raad aan Cornelius. De overste neemt maatregelen ten behoeve van de H. Familie (2 september 1843) - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[6] Ook U bent dus met geen enkele vezel van Uw wezen ook maar in het minst gebonden, zodat U kunt doen wat U wilt! Wilt U vandaag mijn gast blijven, dan kunt U blijven; wilt U niet of durft U niet, dan bent U daartoe net zo vrij!
Hoofdstuk 21: Jozefs uitleg van de menselijke vrije wil; zijn raad aan Cornelius. De overste neemt maatregelen ten behoeve van de H. Familie (2 september 1843) - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus