Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 736 van 1088

...  724 - 725 - 726 - 727 - 728 - 729 - 730 - 731 - 732 - 733 - 734 - 735 - 736 - 737 - 738 - 739 - 740 - 741 - 742 - 743 - 744 - 745 - 746 - 747 - 748 - 749  ...
[15] Daarop begaven allen zich naar de troonzaal, loofden en prezen daar de allerheiligste naam en begaven zich toen ter ruste, en de zeven boden verbleven in Lamechs voorvertrek.
Hoofdstuk 208: Lamechs gelofte en liefdesverbond met de Heer. Kisehels getuigenis over de satan, de onzichtbare, grootste vijand - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[1] Bij het aanbreken van de volgende dag en nog ver voor zonsopgang gingen allen naar de troonzaal en brachten daar God de eer.
Hoofdstuk 209: Het bezoek aan de tempelplaats. De door de Heer gezegende ijver van de goudbewerkers van Thubalkaïn. Bezigheid als middel tot instandhouding en versterking van het leven - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[2] Allen eerden en aanbaden de allerheiligste naam totdat de zon geheel was opgegaan. Daarna begaven allen zich weer naar de eetzaal waar reeds een rijkelijk ochtendmaal op de gasten wachtte.
Hoofdstuk 209: Het bezoek aan de tempelplaats. De door de Heer gezegende ijver van de goudbewerkers van Thubalkaïn. Bezigheid als middel tot instandhouding en versterking van het leven - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[4] En na de dank voor dit goede ochtendmaal zei Kisehel: 'Nu, mijn broeders, laat ons naar buiten gaan, naar onze arbeiders om te zien wat zij reeds allemaal tot stand hebben gebracht!
Hoofdstuk 209: Het bezoek aan de tempelplaats. De door de Heer gezegende ijver van de goudbewerkers van Thubalkaïn. Bezigheid als middel tot instandhouding en versterking van het leven - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[6] Hierna gingen allen naar het werkterrein. Daar aangekomen, verwonderden Lamech en Thubalkaïn zich zeer, omdat zij ten eerste niet alleen een hoop glanzende goudklompen ontdekten, bijna zo hoog als een berg, maar ook zagen zij een massa plethamers die reeds in vol bedrijf waren en voorts een grote hoeveelheid van de mooiste, sterk glanzende platen van bladgoud, te en ten tweede konden zij wijd en zijd geen enkel spoor meer ontdekken van de plassen en moerassen !
Hoofdstuk 209: Het bezoek aan de tempelplaats. De door de Heer gezegende ijver van de goudbewerkers van Thubalkaïn. Bezigheid als middel tot instandhouding en versterking van het leven - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[8] Met de allergrootste moeite kan ik me dat erts nog voorstellen; maar het opdrogen van de plassen, modderpoelen en moerassen, die zich meerdere uren naar alle kant uitstrekken, is volkomen onbegrijpelijk voor mij!
Hoofdstuk 209: Het bezoek aan de tempelplaats. De door de Heer gezegende ijver van de goudbewerkers van Thubalkaïn. Bezigheid als middel tot instandhouding en versterking van het leven - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[11] Jij zegt dat zoiets onbegrijpelijk voor je is; en toch zegt dat oneindig veel meer dan het uitdrogen van die poelen, - en naar dat grotere zal niemand vragen!
Hoofdstuk 209: Het bezoek aan de tempelplaats. De door de Heer gezegende ijver van de goudbewerkers van Thubalkaïn. Bezigheid als middel tot instandhouding en versterking van het leven - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[11] Een van hen kwam naar mij toe en zei tegen mij: `Mura! Jij bent mijn man; trek naar Hanoch, want je bent een bouwmeester, en je zult daar een heerlijk bouwwerk uitvoeren!
Hoofdstuk 210: De aankomst van de arbeiders die voor de bouw van de tempel opgeroepen zijn. Het visioen van Mura, de bouwmeester. Hij wordt door Lamech beloond en aangesteld als tempelbouwmeester - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[15] En verder zei hij nog tegen mij: `Ik echter, die je dit nu in je droom aankondig, kom samen met deze zes broeders uit de hoogte, als afgezant van de Heer naar de kinderen van de laagte en mijn naam is Kisehel!'
Hoofdstuk 210: De aankomst van de arbeiders die voor de bouw van de tempel opgeroepen zijn. Het visioen van Mura, de bouwmeester. Hij wordt door Lamech beloond en aangesteld als tempelbouwmeester - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[25] En Lamech riep Kisehel bij zich en deze ging naar Lamech toe en zei tegen hem: 'Wel, hoe bevalt jou de bouwmeester uit Farak?'
Hoofdstuk 210: De aankomst van de arbeiders die voor de bouw van de tempel opgeroepen zijn. Het visioen van Mura, de bouwmeester. Hij wordt door Lamech beloond en aangesteld als tempelbouwmeester - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[6] Ik wil mij echter schikken naar de wil van de Heer! Is het juist en werkelijk goed voor mij, dan zal ik het op de juiste tijd ervaren; maar is dat niet zo, dan zal het mij verder ook helemaal niet verontrusten.
Hoofdstuk 211: Mura's dorst naar licht. Lamech raadt hem aan om geduld te hebben. Het markeren van de plaats waar de tempel gebouwd wordt - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[11] Zie, het is zinloos om dat te willen! Laat het daarom rusten, en voeg je naar Gods wil; al het andere zal wel komen als het de Heer behaagt!
Hoofdstuk 211: Mura's dorst naar licht. Lamech raadt hem aan om geduld te hebben. Het markeren van de plaats waar de tempel gebouwd wordt - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[13] Laten wij ons daarom liever naar de bouwplaats begeven, daar alles precies volgens het ontwerp uitzetten en dan het werk onder de arbeiders verdelen! - Ben je het daar mee eens?'
Hoofdstuk 211: Mura's dorst naar licht. Lamech raadt hem aan om geduld te hebben. Het markeren van de plaats waar de tempel gebouwd wordt - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[17] Daarna riep hij zijn opzichters bij zich en droeg hen op om hem en de verlichte koning te volgen naar de bouwplaats, die de koning hen zou aanwijzen.
Hoofdstuk 211: Mura's dorst naar licht. Lamech raadt hem aan om geduld te hebben. Het markeren van de plaats waar de tempel gebouwd wordt - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[25] Nu dankte Lamech Kisehel voor dit licht en ging met de hoogst verbaasde Mura naar een mooie, vrije plek en zette daar met Mura het plan uit zoals het een meester betaamt.
Hoofdstuk 211: Mura's dorst naar licht. Lamech raadt hem aan om geduld te hebben. Het markeren van de plaats waar de tempel gebouwd wordt - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
...  724 - 725 - 726 - 727 - 728 - 729 - 730 - 731 - 732 - 733 - 734 - 735 - 736 - 737 - 738 - 739 - 740 - 741 - 742 - 743 - 744 - 745 - 746 - 747 - 748 - 749  ...