Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 736 van 1490

...  724 - 725 - 726 - 727 - 728 - 729 - 730 - 731 - 732 - 733 - 734 - 735 - 736 - 737 - 738 - 739 - 740 - 741 - 742 - 743 - 744 - 745 - 746 - 747 - 748 - 749  ...
[30] Ja, lieve vriend, je hebt er goed aan gedaan dat je mij staande hield en uitnodigde om terug te keren; want zou ik met deze door mij nu pas ingeziene domheid bij de mijnen aankomen, - O, wat zou de ene domheid de andere hebben uitgelokt en tenslotte geheel de kop hebben ingedrukt!
Hoofdstuk 147: Abedams gesprek met Abedam, de onbekende - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[32] Echt waar, omdat ik mij door mijn grondbeginsel zalig voelde bij deze heilige Vader, beschouwde ik mijzelf ook al als een gewekte - en nu pas zie ik duidelijk in hoe weinig mijn hart al die heerlijke woorden uit de mond van de Vader begreep en als een heerlijke uitzaaiing van de eeuwige liefde en daarmee het eeuwige leven levend in zichzelf begroef!
Hoofdstuk 147: Abedams gesprek met Abedam, de onbekende - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] "Ja waarachtig", zei Abedam, de bekende, "daar is de ingestorte bergwand al! En zie, het komt mij voor dat allen daar nog bijeen zijn! En bovendien komt het mij voor dat Henoch net een afscheidsrede voor de kinderen van de middernacht houdt; ja, ja, hij houdt deze voor Jura, Ohorion en Bhusin!
Hoofdstuk 148: De aankomst van Abedam, de vreemdeling, bij de vaderen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[11] Ja, ja, je hebt gelijk: zo was het ook! Maar wat denk je, Mijn lieve vriend, wat de kleinere en zwakkere gestalte betreft?! Zie, Ik ben Mijnerzijds de volgende mening toegedaan: indien, zoals je ook zult weten, deze Vader in een enigszins vreemde gedaante voor Zijn kinderen verscheen om hen daarmee aan te duiden hoe het met hun harten was gesteld, dan zou immers ook heel gemakkelijk de betekenis van Zijn toenmalige zwakkere gestalte mede in aanmerking genomen kunnen worden!
Hoofdstuk 148: De aankomst van Abedam, de vreemdeling, bij de vaderen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[15] Zie, hoeveel malen jij nu weer wijzer bent dan ik! Waarlijk, deze door jou aangesneden, hoogst belangrijke omstandigheid zou zo goed als zeker aan mijn hart zijn ontglipt!
Hoofdstuk 148: De aankomst van Abedam, de vreemdeling, bij de vaderen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[18] Ik van mijn kant ben zeer gelukkig en moet je openlijk bekennen: als ik nu aan mijn liefde vraag: 'Van wie houd je meer, - van de Vader of van deze vriend?', dan antwoordt zij mij: 'Alles wat ik heb, heb ik weliswaar van de Vader, - maar dat wat ik aan de Vader en deze vriend geef is geheel aan elkaar gelijk en daartussen is geen onderscheid!'
Hoofdstuk 148: De aankomst van Abedam, de vreemdeling, bij de vaderen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[19] O Adam, o Henoch, o alle overige levenden, jullie zullen je heel erg verwonderen over deze wijsheid!
Hoofdstuk 148: De aankomst van Abedam, de vreemdeling, bij de vaderen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[22] En Abedam ging onmiddellijk naar de vaderen toe en vertelde hen alles wat hem was overkomen in de korte tijd dat hij deze plaats had verlaten; hierover waren allen zeer verrast, zelfs Henoch niet uitgezonderd, en wel zodanig dat hij hem meteen vroeg: "Geliefde Abedam, broeder in God Emmanuël Abba! Vertel me in het kort hoe zijn woorden op jouw hart inwerkten?"
Hoofdstuk 148: De aankomst van Abedam, de vreemdeling, bij de vaderen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[28] En Abedam, de vreemdeling, vroeg terstond aan Henoch: "Geliefde Henoch, zie het is avond geworden! Jullie staan op het punt vanaf deze zo buitengewoon geheiligde plaats de terugweg te aanvaarden; mogen Ik en Mijn naamgenoot niet ook met jullie meegaan naar de hoogte, bij jullie overnachten en dan morgen met je de sabbat van de Heer vieren? Want zie, toen Ik had vernomen wat zich hier allemaal afgespeeld had, kwam er een groot verlangen in Mij op om de gewekte, levende kinderen van de grote, heilige Vader te zien en dan ook uit hun levende harten levende woorden te vernemen!"
Hoofdstuk 148: De aankomst van Abedam, de vreemdeling, bij de vaderen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[31] En zij vertrokken. Toen ze nu bij de overige vaderen waren aangekomen, werden zij door deze verwelkomd en allen verdrongen zich om de twee Abedammen. Maar Adam draaide zich om, omdat Abedam achter hem langs liep en vroeg de onbekende Abedam:
Hoofdstuk 148: De aankomst van Abedam, de vreemdeling, bij de vaderen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[33] Bij deze vraag van Adam wenkte de bekende Abedam meteen Henoch en zei: "Geliefde broeder Henoch, spits je oren en open je hart!"
Hoofdstuk 148: De aankomst van Abedam, de vreemdeling, bij de vaderen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[34] En Henoch dankte hem voor deze aansporing. En de vreemdeling antwoordde Adam: "Luister Adam, wat je eerste vraag betreft, die heb je al met jouw vraag zelf beantwoord; en als je ook tot de gewekten behoort, moet hetgeen waarover je Mij bevraagt, je immers meer dan zonneklaar zijn! Of zou het je soms niet helemaal duidelijk zijn welke kinderen er kinderen van de morgen worden genoemd?!
Hoofdstuk 148: De aankomst van Abedam, de vreemdeling, bij de vaderen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[36] Maar wat jouw tweede vraag betreft, deze lijkt op een valstrik. Maar zie, Mij zul je niet zo makkelijk vangen; Ik zeg je, eerder vang je een vliegende adelaar hoog in de lucht dan Mij! Heil zij jou, omdat je liefde jou een dergelijke vraag ingaf; zonder deze zou je nu door een hard antwoord getroffen zijn!
Hoofdstuk 148: De aankomst van Abedam, de vreemdeling, bij de vaderen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] En Abedam, de bekende, antwoordde Henoch: "Geliefde broeder in Abba Emmanuël! Dat ik nog geenszins tot de gewekten gerekend kan worden, dat bespeur ik maar al te helder in mijzelf, - en heel openhartig gezegd, deze helderheid lijkt en is ook de helderste van mijn gehele leven.
Hoofdstuk 149: De vragen van de onbekende Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[3] Maar, zoals het de grote onnozelheid van mijn leven toeschijnt zachtjes onder ons gezegd -, dan heeft deze ook onze geliefde vader Adam reeds te pakken!"
Hoofdstuk 149: De vragen van de onbekende Abedam - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  724 - 725 - 726 - 727 - 728 - 729 - 730 - 731 - 732 - 733 - 734 - 735 - 736 - 737 - 738 - 739 - 740 - 741 - 742 - 743 - 744 - 745 - 746 - 747 - 748 - 749  ...