17481 resultaten - Pagina 738 van 1166
... 726 - 727 - 728 - 729 - 730 - 731 - 732 - 733 - 734 - 735 - 736 - 737 - 738 - 739 - 740 - 741 - 742 - 743 - 744 - 745 - 746 - 747 - 748 - 749 - 750 - 751 ...
[30] Nu nam Jozef Maria tot zich en zei: 'De enig-heilige Wil van mijn God en mijn Heer moet dus altijd geschieden! Heer, wat Gij geeft is immers altijd goed; ik neem deze gave dan ook graag en gewillig aan uit Uw Hand! Maar Heer, zegen haar nu voor mij, en mi j voor haar, opdat ik haar voor altijd waardig moge zijn in Uw Ogen! Heer, Uw wil geschiede! Amen.'Hoofdstuk 1: Het beroep van Jozef. Maria wordt in de Tempel verloot. Gods getuigenis over Jozef. Jozefs gebed. Maria in Jozefs gezin opgenomen - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[25] 'Maak jij die man, dien Ik Mij heb uitverkoren, toch niet zo báng! Want er is in héél Israël geen rechtvaardiger man te vinden dan hij. ..zelfs op de hele wéreld niet!. ..en óók niet voor Mijn Troon in de Hemel der Hemelen! (zie noot 7).
Hoofdstuk 1: Het beroep van Jozef. Maria wordt in de Tempel verloot. Gods getuigenis over Jozef. Jozefs gebed. Maria in Jozefs gezin opgenomen - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[17] Maar Jozef, dit alles horende, gaf nu de priester ten antwoord: ' Ach, gezalfde dienaar van de Heer. .., volgens de Wet van Mozes. .., die trouwe dienaar van God, de Heer der Heerscharen. .., ach weet U: ik ben al een grijsaard met thuis volwassen zonen! Ik ben alreeds geruime tijd weduwnaar (zie noot 5), zodat ik moet vrezen een mikpunt te zullen worden voor de spot van de zonen van Israël, ...als ik dit meisje opneem in mijn huis!
Hoofdstuk 1: Het beroep van Jozef. Maria wordt in de Tempel verloot. Gods getuigenis over Jozef. Jozefs gebed. Maria in Jozefs gezin opgenomen - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[35] De lichamelijke dood van Jezus is feitelijk de diepste afdaling van de Godheid tot in de staat, waartoe alle materie veroordeeld is, waardoor de totaal nieuwe verhoudingsmogelijkheid tussen Schepper en schepping pas volledig tot stand kwam. Eerst door de dood van Jezus wordt God-Zelf volledig mens, en door en vanuit die hoogste goddelijke genade-ingreep wordt de geschapen mens tot nieuw verwekt Kind Gods tot god dus! Daardoor kan die mens een schepsel! -als volkomen evenbeeld tegenover zijn Schepper staan! Daarin kan hij nu zijn God zien, zijn Schepper en Vader schouwen, Hem spreken, Hem erkennen en boven alles liefhebben! En daardoor alleen ook is hij in staat het volmaakte onvergankelijke leven in God, uit God en met God te beërven Daardoor is echter ook Satans heerschappij ( of beter: diens drijven) in zoverre doorbroken, dat hij niet langer bij machte is deze meest intensieve toenadering van de Godheid naar de mensen toe, en omgekeerd die van hen naar de Godheid, te verhinderen. Nog korter gezegd: Door de dood van Jezus kan de mens zich nu volop ,met God verbroederen, terwijl het voor Satan onmogelijk is geworden dat nog te beletten, en dat is dan ook de reden, waarom tot de vrouwen, die het heilig graf kwamen bezoeken, wordt gezegd: 'Gaat heen en zegt het Mijn broeders' ...Satans wroeten in de uiterlijke dingen moge dan nog steeds merkbaar zijn, ...nooit meer zal hij in staat zijn het eenmaal verscheurde voorhangsel tussen God en de mensen opnieuw aan te brengen; noch ooit opnieuw een onoverbrugbare kloof te doen ontstaan tussen enerzijds de Godheid en anderzijds de mensheid. Door deze korte uiteenzetting van deze stof nu, kan voortaan iedereen, die bereid is innerlijk, geestelijk te denken en te mediteren, heel gemakkelijk en duidelijk het grenzeloze nut inzien, dat de lichamelijke dood van Jezus voor hem of haar betekent. Amen!
Hoofdstuk 0: Voorwoord van de vertaler. Inleiding door de Heer Zelf. Aanhef. - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[22] 'Over het goddelijke Woord, respectievelijk hoe men dat verneemt, kan ik slechts voor wat mijzelf betreft dit zeggen, dat ik het Allerheiligste Woord verneem in de streek van mijn hart, en wel zo, als ware Het een allerhelderst uitgesproken Gedachte,even duidelijk als waren het uitgesproken woorden. Weliswaar kan niemand ander iets wat op een stem lijkt horen, maar voor mij klinkt die Stem niettemin duidelijker dan de luidste en krachtigste materiële toon!'
Hoofdstuk 0: Voorwoord van de vertaler. Inleiding door de Heer Zelf. Aanhef. - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[19] "Wie met Mij wil omgaan, die moet zelf toenadering tot Mij zoeken dan zal Ik hem de antwoorden in zijn hart leggen. -Maar alleen de zuiveren, wier harten nederig zijn, zullen de klank van Mijn Stem kunnen verstaan! -Met hem, die aan Mij de voorkeur geeft boven alles ter wereld, ...met hem zal Ik in innige vriendschap omgaan. -Hij zal Mij dan ook steeds kunnen beschouwen als zijn Broeder zoals de ene broer het de andere doet; en zoals Ik hem al kende vóór alle eeuwigheden, ja, reeds van voor hij bestónd!" ,
Hoofdstuk 0: Voorwoord van de vertaler. Inleiding door de Heer Zelf. Aanhef. - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[18] 'Op 15 maart 1840 te zes uur in de morgen -ik had juist mijn ochtendgebed beëindigd hoorde ik plotseling in mijn borst ter hoogte van de hartstreek zeer duidelijk een Stem spreken, Die mij toevoegde: "Neem je pen en schrijf op." Ik kon niet anders dan onmiddellijk gehoorzamen aan deze mystieke opdracht, ...nam mijn pen en schreef woord na woord op, hetgeen mij woordelijk werd gedicteerd.Nu herkende ik ook van Wie die Stem-in-mij feitelijk was; de zeer merkwaardige openingszinnen -van wat later bleek een enorm dictaat te zijn geworden luidden namelijk als volgt:
Hoofdstuk 0: Voorwoord van de vertaler. Inleiding door de Heer Zelf. Aanhef. - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[21] maar, het fatale aan deze zaak is het feit, dat u die Vader van alle Heerlijkheid, tot wie u bidt helemaal niet kent!
Hoofdstuk 212: Straf voor Jacob en het Kindje voor het niet bidden aan tafel. Over het tafelgebed. Het Kindje loopt weg - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[33] Door de Heer Zelf medegedeeld als voorwoord op de geschiedenis van Zijn jeugd, en wel door dezelfde spreekbuis, die Hij voor de weergave van dit werk uitkoos in de periode van 22 juli 1843 tot 9 mei 1851 - Zoals bekend is, leefde Ik in de tijd tot mijn dertigste jaar zoals iedere andere welopgevoede jongen, jongeman en man leeft; ook Ik moest, door mijn leven in te richten volgens de Wet van Mozes, eerst het goddelijke in Mij opwekken, net als iedere mens Mij in zichzelve tot leven moet wekken. Zo goed als ieder ander ordentelijk mensenkind, moest ook Ikzelf beginnen met aan een God te geloven, waarna Ik Hem in alle denkbare zelfverloochening steeds meer en meer heb moeten omhelzen, en met steeds sterker wordende liefde Mij aldus geleidelijk aan volkomen aan de Godheid heb moeten onderwerpen. Op die wijze was Ik, als de Heer Zelf, een levend voorbeeld voor iedere mens, en daarom kan iedere mens Mij nu dus ook op precies dezelfde wijze aantrekken als Ikzelf in Mij de Godheid heb aangetrokken, en kan hij door de liefde en het geloof zelfstandig evenzo volledig één worden met Mij, als ikzelf als Godmens in alle grenzeloze volmaaktheid één ben met de Godheid.
Hoofdstuk 0: Voorwoord van de vertaler. Inleiding door de Heer Zelf. Aanhef. - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[32] Niettemin bevestigen de huidige resultaten van het gedane onderzoek alreeds wel vele geografische gegevens van dit evangelie, en o.i. is dit bijbel-historisch nieuws van grote importantie! Immers tijdens de jaren 1843-1844, toen dit evangelie werd teruggegeven aan (resp. via) Jakob Lorber, was van de tell van Ostracine niets bekend, ook al niet doordat de mozaïek kaart van Madaba eerst in 1884 herontdekt werd door patriarch Gerasimos van Jeruzalem, resp. namens deze patriarch door een Griekse monnik. Niettemin blijken thans vele 'onmogelijke' details ervan op geografisch gebied tóch te kloppen met de historische werkelijkheid! Voor ons betekenen deze bevestigingen impliciet een bevestiging van talrijke 'onmogelijkheden' op religieus gebied, waartegen nog menige christenen, veelal om 'gevoelsredenen' opponeren. Zo heeft een bekende Belgische uitgever (Hovine) na een aanvankelijke overeenkomst achteraf toch geweigerd dit evangelie uit te geven omdat hij niet kon geloven dat Jozef eerder getrouwd was geweest en als weduwnaar reeds vijf zonen had! Wellicht geloofde hij een aantal traditionalistische vaste klanten te verliezen! De 'maagdelijkheid' van Jozef moet dan ook uitsluitend geestelijk worden verstaan, zoals héél de christelijke leer een puur geestelijke leer is, en zoals de Kerk van Christus eigenlijk een puur geestelijke Kerk zou moeten zijn!
Hoofdstuk 0: Voorwoord van de vertaler. Inleiding door de Heer Zelf. Aanhef. - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[17] Werkelijk, ditmaal zal ook ik geen hap door mijn keel krijgen voordat het Kindje met Zijn Jacob Zich hier naast mij zal hebben gezet!
Hoofdstuk 213: Hevige berisping van Maria en Cyrenius aan Jozef. Jozef in het nauw gedreven begint het Kindje te roepen - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[2] ' Jullie moeten mij helpen het Kindje en Jacob te zoeken; ik ben mij tegen het Kind te buiten gegaan en grote angst bekruipt mijn hart!'
Hoofdstuk 214: Jozefs zonen op zoek naar het Kindje. De geheime stem en haar troostvolle woorden tot Jozef. Jozef op het goede spoor. De maaltijd aan de tafel des Heren op de berg. Over het juiste gebed - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[25] Nee hoor, daar heeft de Heer geen behoefte aan! Maar kom nu maar aan Mijn tafel en eet met Mi j mee: maar dan ditmaal zonder je aangeleerd gebed
Hoofdstuk 214: Jozefs zonen op zoek naar het Kindje. De geheime stem en haar troostvolle woorden tot Jozef. Jozef op het goede spoor. De maaltijd aan de tafel des Heren op de berg. Over het juiste gebed - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[2] 'Mijn Heer en mijn God: Ik arme oude grijsaard, smeek U mij te vergeven, als ik tegen U gezondigd heb, en met mij terug te keren naar huis!
Hoofdstuk 215: Jozef draagt een kruis. Evangelie van het Kindje over het kruis - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[12] O Jozef, draag toch Mijn lichte last zonder te rusten, dan zul je straks in Mijn Rijk je gerechte loon krijgen.
Hoofdstuk 215: Jozef draagt een kruis. Evangelie van het Kindje over het kruis - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus