Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 738 van 1490

...  726 - 727 - 728 - 729 - 730 - 731 - 732 - 733 - 734 - 735 - 736 - 737 - 738 - 739 - 740 - 741 - 742 - 743 - 744 - 745 - 746 - 747 - 748 - 749 - 750 - 751  ...
[9] Als ik een steen in mijn hand neem en deze dertig manslengten van mij afslinger, maar een sterker en vaardiger iemand slingert hem honderd manslengten van zich af - zeg me, wie zal zich daarover verbazen?! En toch is zoiets een even groot wonder als wanneer Abedam in plaats van dit eenvoudige licht door een machtig 'Er zij!' een tweede zon ter verlichting van de nacht zou hebben geschapen!
Hoofdstuk 152: Over de eenvoud. Het wonder van Gods liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] En Seth, tot wie deze woorden van Abedam zo geheel persoonlijk waren gericht, zette buitengewoon grote ogen op, evenals bijna alle overigen, hoewel deze woorden hen ook slechts zijdelings aangingen. Maar Seth noch iemand anders durfde Abedam om een nadere uitleg te vragen; want Abedams grote wijsheid had hen allen als het ware bijna verpletterd. Alleen bij Abedam, de bekende, bleef de tong op de juiste plaats en zijn hart in rust, waardoor zijn spraaklustige tong dan ook spoedig bij de vaderen en bij Abedam, de andere, toestemming vroeg om hier, nu toch allen zwegen, uit eigen beweging iets te mogen zeggen; want tot nu toe had hij toch alleen maar gevraagd of geantwoord op vragen van anderen.
Hoofdstuk 152: Over de eenvoud. Het wonder van Gods liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[13] Zie, daarover verbaas ik mij niet en zal er mij ook eeuwig niet over verbazen; maar wat mij wel hogelijk verbaast is, dat volgens hetgeen wij nu weten, deze almachtige God ook tegelijk ons aller meest liefdevolle, heilige Vader is! En zo erken ik slechts één wonder uit alle wonderen en dat is de liefde en wel de oneindige liefde in God voor ons nietigen ten opzichte van Hem en dan ook de liefde in ons tot Hem, hetgeen een omvatten van het Oneindige door het eindige is!
Hoofdstuk 152: Over de eenvoud. Het wonder van Gods liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] Na deze woorden van Abedam, de bekende, zetten allen nog grotere ogen op en geen van hen wist hem te antwoorden.
Hoofdstuk 153: De ware broederschap tussen Henoch en Abedam, de bekende - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[5] Het is voor jezelf beter, dat je uit liefde tot je broeders de armste onder hen bent in plaats van de rijkste; want als je je gaven met hen hebt gedeeld en er is nog een gedeelte voor je overgebleven, dan heb je nog voor jezelf gezorgd en eerbiedigt niet de zorg van je Vader in de hemel. Maar heb je uit ware naastenliefde voor je broeders alles aan je broeders weggegeven en hield je niets voor jezelf achter, dan heb je jezelf geheel vrij gemaakt en hebt alle zorg voor jezelf aan de Vader in de hemel overgelaten; zal deze machtige, uitermate goede, heilige Vader zo'n kind gebrek laten lijden?!
Hoofdstuk 154: Over de ware naastenliefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[10] Jullie moeten je aldus tegenover elkaar gedragen: indien je broeder iets voor je heeft gedaan, laat hem dan niet vertrekken zonder een goede beloning; maar heb jij je broeder een dienst bewezen, dan moet het zelfs niet in je dromen opkomen dat je broeder je iets verschuldigd zou zijn, maar laat je eigen broederliefde jouw grootste beloning zijn. Dat zal jouw Vader in de hemel met welgevallen aanzien. Maar als de liefde van je broeder hem noopt je een beloning te geven, neem deze dan niet als zodanig aan, maar als een liefdesgave van je broeder en dank hem en kus hem daarvoor; want je moet iedere gave als een zuiver geschenk beschouwen, dan zul je een echte broeder voor je broeders zijn en de heilige Vader zal eeuwig een groot welgevallen hebben aan zulke kinderen! Amen."
Hoofdstuk 154: Over de ware naastenliefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] Na deze woorden van Abedam, de andere, ging ook Lamech, de getrouwe bewonderaar van Emmanuël, aan Abedams zijde staan en bekeek hem van hoofd tot voeten; want deze laatste woorden hadden ook hem uit de verdoving tengevolge van zijn liefdesverdriet gewekt en deden zijn hart versteld staan. Omdat hij in zijn liefdesverdriet om de verdwenen Emmanuël van de eerder gesproken woorden nagenoeg niets opgevangen had, was het nu heel duidelijk dat deze onverwachts uit Abedams goddelijke mond opgevangen woorden van licht en liefde op zijn opnieuw ontwaakte hart een verbijsterende uitwerking moesten hebben en dat nog des te meer op de zieke liefde van Lamech, omdat Hij, uit Wiens mond en hart deze woorden kwamen, de opnieuw verborgen Emmanuël Zelf was!
Hoofdstuk 155: Lamech vraagt naar de naam van Abedam, de onbekende - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[8] En Lamech volgde onmiddellijk deze raad op; maar wat schrok hij, toen hij in plaats van het verwachte avondrood zag dat de gehele aarde reeds overal in de dichtste duisternis gehuld was, die alleen door de voortdurende bliksemflitsen van het reeds zeer dichtbij gekomen grote onweer telkens huiveringwekkend uiteen werd gescheurd!
Hoofdstuk 155: Lamech vraagt naar de naam van Abedam, de onbekende - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[10] "O lieve, goede man, jij zult zeker hebben geweten welk uur van de nacht het reeds is; waarom heb je me dan naar buiten gestuurd om naar deze verschrikkelijke, ijzingwekkende nacht te kijken, waarin de avondschemering allang uitgedoofd is en waar in plaats daarvan nu geweldige bliksems en dof rollende donder met de dichte, hardnekkige nacht een vreselijke strijd schijnen aan te gaan?
Hoofdstuk 155: Lamech vraagt naar de naam van Abedam, de onbekende - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[11] Kijk, ik beef nog over mijn hele lichaam van grote angst! O Emmanuël, was U nu maar hier! Met U zou ik het wel graag aandurven deze vreselijke nacht aan te zien; want voor U zou dit hevig en verschrikkelijk dreigende, op verwoestende strijd beluste vurige noodweer gehoorzaam moeten wijken!
Hoofdstuk 155: Lamech vraagt naar de naam van Abedam, de onbekende - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[12] Het is maar goed dat Henoch tenminste nog bij ons is; anders was het zeker met ons gedaan! Jij schijnt je echter ook helemaal niet veel van het op ons afkomende noodweer aan te trekken?! Maar dat is je ook te vergeven omdat je hier nog vreemd bent en waarschijnlijk het verschrikkelijke van een dergelijk nachtelijk noodweer op de hoogte nog nooit hebt beleefd; maar je hoeft er maar één keer een mee te maken zoals het deze nacht zeker het geval zal zijn, dan zul je bij een volgend naderend onweer, 0 geloof me, zeker nog banger zijn dan ik het nu reeds zo erg ben!
Hoofdstuk 155: Lamech vraagt naar de naam van Abedam, de onbekende - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[13] O Gij mijn Emmanuël Abba, was U alleen nog maar deze nacht zichtbaar in ons midden gebleven!"
Hoofdstuk 155: Lamech vraagt naar de naam van Abedam, de onbekende - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[14] En Abedam keek Lamech heel vriendelijk aan, greep zijn hand en vroeg hem: "Lieve Lamech, zie, nu je buiten zo'n uitermate dichte nacht hebt aangetroffen, zou jij Mij dan niet willen vertellen waar het licht in deze woning vandaan komt?"
Hoofdstuk 155: Lamech vraagt naar de naam van Abedam, de onbekende - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[15] Pas na deze vraag bemerkte Lamech het licht; en omdat hij nergens iets wat licht gaf kon ontdekken, keerde hij zich meteen weer tot Abedam en zei:
Hoofdstuk 155: Lamech vraagt naar de naam van Abedam, de onbekende - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[17] Heb jij het misschien zo gemaakt, of moet het mogelijk aan het grote onweer worden toegeschreven?! Want ik heb bij zulke zeer hevige onweersbuien ook al eens gezien dat in de meest duistere nacht dikwijls de bomen, het gras en de stenen door een blauw lichtende substantie omgeven waren; maar hun oplichten was toch op zichzelf maar zeer zwak, in vergelijking met deze helderheid was het toch maar barre duisternis!
Hoofdstuk 155: Lamech vraagt naar de naam van Abedam, de onbekende - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  726 - 727 - 728 - 729 - 730 - 731 - 732 - 733 - 734 - 735 - 736 - 737 - 738 - 739 - 740 - 741 - 742 - 743 - 744 - 745 - 746 - 747 - 748 - 749 - 750 - 751  ...