15542 resultaten - Pagina 738 van 1037
... 726 - 727 - 728 - 729 - 730 - 731 - 732 - 733 - 734 - 735 - 736 - 737 - 738 - 739 - 740 - 741 - 742 - 743 - 744 - 745 - 746 - 747 - 748 - 749 - 750 - 751 ...
[10] Want het ziet er niet uit als zomaar een wandeling, en nog minder als een reis naar andere landen, want bij dergelijke gelegenheden trokken er immers altijd hele legioenen wapendragers mee!'Hoofdstuk 153: De emigratie van de zeshonderdvijftig raadsleden naar Boven-Egypte. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] 'Luister naar mij, jullie raadslieden die zoals ook ik het juiste willen doen! Uit het bericht dat ons door de poortwachters werd overgebracht hebben wij opgemaakt dat onze zeshonderdvijftig broeders zonder het minste probleem het land uit zijn getrokken; niets heeft hun schreden belemmerd.
Hoofdstuk 154: De beraadslaging van de achtergebleven raadsheren. De emigratie van nog eens tweehonderdvijftig raadsheren. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Wanneer we ons zo realistisch uitlaten zal het volk ons alleen maar lof moeten toezwaaien en zeker niet naar stenen of roeden grijpen! Dit middel is nu het onschuldigste en onschadelijkste van de wereld, en het doel komt volkomen met de wil van de oude God overeen; wat willen wij nog meer? – Laten we het zo doen, dan moet alles goed gaan!'
Hoofdstuk 154: De beraadslaging van de achtergebleven raadsheren. De emigratie van nog eens tweehonderdvijftig raadsheren. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[14] En zij zeiden: 'Met jullie verlof vertrekken wij naar waar de wereld een einde heeft! - Liegen mogen wij niet, en dus kunnen we er beter snel vandoor gaan dan in de problemen te komen!'
Hoofdstuk 154: De beraadslaging van de achtergebleven raadsheren. De emigratie van nog eens tweehonderdvijftig raadsheren. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[15] En het tiental liet hen ongemoeid verder trekken en keek niet meer naar hen om.
Hoofdstuk 154: De beraadslaging van de achtergebleven raadsheren. De emigratie van nog eens tweehonderdvijftig raadsheren. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Maar de Heer zei tegen de tien boden: 'Ga nu naar de honderd raadsheren die er nog over zijn, verhoor hen en stel hen dan Mijn zaak voor!
Hoofdstuk 155: De woorden van de Heer tot de tien boden en hun ultimatum aan de honderd achtergebleven raadsheren. De raadsheren in het nauw. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] Zo sprak de Heer tegen de tien, en dezen begaven zich ijlings naar de honderd raadsheren die er nog over waren.
Hoofdstuk 155: De woorden van de Heer tot de tien boden en hun ultimatum aan de honderd achtergebleven raadsheren. De raadsheren in het nauw. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Dapper verkondigde onze raadsheer met zijn honderd helpers drie dagen lang in de gehele stad de opening van de beide tempels; ten behoeve daarvan wierf hij in de stad nog andere sprekers, zond hen naar de verre voorsteden en liet daar eveneens verkondigen wat er in Hanoch te gebeuren stond.
Hoofdstuk 157: De goede resultaten van de dappere raadsheer als boeteprediker onder het volk. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] Al het ambtelijk personeel van de straten en alle poortwachters maakte hij meteen tot pure apostelen en zond verschillende van hen die goed onderwezen waren zelfs uit naar de verre provincies en liet hen, dat wil zeggen de bewoners van de provincies en heel in het bijzonder de vazalvorsten, de opening van de tempels aankondigen, alsmede streng de bekering tot de oude God bevelen.
Hoofdstuk 157: De goede resultaten van de dappere raadsheer als boeteprediker onder het volk. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] Is dat gebeurd, dan trekt de Heer Zijn strafgericht weer heel rustig en hoogst geduldig terug en ziet dan weer lange tijd lankmoedig en geduldig toe hoe de mensen Hem langzaam maar zeker weer beginnen te vergeten en zich naar buiten keren naar de wereld en de dood.
Hoofdstuk 158: De opening van de tempelpoort door Ohlad, de goede raadsheer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[17] En de tien kwamen intussen naar Ohlad en zegenden hem en legden hem meteen hun handen op.
Hoofdstuk 158: De opening van de tempelpoort door Ohlad, de goede raadsheer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[11] Deze woorden verzwakten het gerechtvaardigde voornemen van Ohlad niet in het minst; integendeel, hij antwoordde de tien alleen maar: 'Jullie machtige vrienden van God kunnen wel gelijk hebben! Als ik een mens mijn trouw en liefde had gezworen, dan viel er wellicht met mij te praten, maar ik heb ze God gezworen, en eerder verslindt een vurige afgrond mij dan dat ik ook maar het minst van mijn aan God gewijde voornemen afwijk! - Hier is de heilige sleutel! En nu naar de heilige poort ermee! Amen.'
Hoofdstuk 159: De vurige wolk op de koepel van de tempel. Ohlads waardige woorden. De bespreking van de tien boden met Ohlad. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Nu liet Ohlad zich niet meer ophouden en ging snel naar de tempel, die steeds meer door de meest hevige vlammen omhuld werd.
Hoofdstuk 160: Ohlad in de beproeving door het vuur. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] Daarmee keerde Ohlad om en ging met zeer snelle passen terug naar waar de tien boden stonden.
Hoofdstuk 160: Ohlad in de beproeving door het vuur. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] Kijk naar de grote bedekte hemel, die vurige wolken waaruit steeds duizenden bliksems neerschieten! Weet jij waar het einde ervan is?
Hoofdstuk 161: Ohlad wordt door een van de tien boden onderricht. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)