Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 740 van 1490

...  728 - 729 - 730 - 731 - 732 - 733 - 734 - 735 - 736 - 737 - 738 - 739 - 740 - 741 - 742 - 743 - 744 - 745 - 746 - 747 - 748 - 749 - 750 - 751 - 752 - 753  ...
[39] Jij bent weliswaar gelukkig omdat je de vrees met liefde overwon - zij het ook slechts in de tijd van de verzoeking - en toen de verzoeking kwam, liet je de liefde niet varen, maar je liet je sterkere liefde tot Mij door je vrees aandrijven, - maar in de toekomst zullen slechts diegenen gelukkig zijn die met steeds gegronder vrees voor God in de liefde tot de Vader zullen ontwaken! En zo zal de eerste plicht van de mensen tegenover God een vrijwillige gehoorzaamheid zijn, die echter een vrucht van de terechte godvrezendheid is. Pas in deze gehoorzaamheid zullen de mensen dan opnieuw als kinderen van God worden geboren en zij zullen de meest liefdevolle, heilige Vader in Hem herkennen en dan aanschouwen.
Hoofdstuk 158: De vreze Gods en de liefde tot God - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[21] Seth, wat zou je ervan zeggen als wij weer terugkeren naar de grote en heilig machtige Abedam, Wiens wonderlijke licht nog steeds deze woning verlicht, want wij kunnen onmogelijk ergens doorheen breken! Ik geloof dat Hij ons niet af zal wijzen.
Hoofdstuk 159: Adam en Seth in het nauw gedreven en hun beproeving - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[22] Seth antwoordde Adam: "Ik geloof, aangezien wij reeds een keer bij hem waren, dat wij ons niet meteen hadden moeten laten wegsturen, maar bij hem hadden moeten blijven of hem op zijn minst verzoeken met ons mee te gaan; dan hadden wij ons al deze moeite bespaard! Daarom is het nu zeker de hoogste tijd om naar hem terug te keren; want anders kon ook de terugweg naar hem wel eens heel gemakkelijk afgesneden worden, - en dan zou het tweede kwaad groter zijn dan het eerste!"
Hoofdstuk 159: Adam en Seth in het nauw gedreven en hun beproeving - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[26] "O Emmanuël, o Abba, o Abedam, aanschouw genadig onze grote nood! Leid ons niet verder in nog grotere verzoekingen, maar verlos ons en bevrijd ons van deze en alle andere noden die op wat voor manier dan ook met Uw genadige toestemming ons nu reeds hebben bezocht en ons nu nog boven het hoofd hangen en ons ook verder nog willen teisteren en onze harten in de war brengen!
Hoofdstuk 159: Adam en Seth in het nauw gedreven en hun beproeving - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[2] En hij zei tegen zichzelf: "Eva heeft nu geen behoefte meer aan mijn toch al machteloze bescherming; want hoe zou ik iemand anders kunnen helpen, terwijl ik immers in het geheel niet bij machte was mijzelf te helpen?! Omdat dus nu mijn oude woning door het grote erbarmen van de Heer bevrijd is van alle verschrikkingen, wil ik mij ook daarheen wenden en mijn bevrijde voeten daarheen laten gaan waar deze heilige redding van ons vandaan kwam!"
Hoofdstuk 160: Gods hulp en de zorgen van de mens - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[4] Maar Deze kwam hen al tegemoet. En daar beider harten van grote dankbaarheid overvloeiden en daarom geen van beiden in staat was ook maar een woord over zijn lippen te krijgen, was ook hier Abedam hen voor en zei tegen hen:
Hoofdstuk 160: Gods hulp en de zorgen van de mens - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] Na deze warme woorden van dank wendde de hoge Abedam zich liefdevol tot Seth en zei tegen hem: "Seth, Mijn zoon, kom hierheen, hier aan deze borst, die je al heeft liefgehad eer er nog ergens een zon de baan van haar aarde verlichtte!
Hoofdstuk 162: De hoge Abedam in de kring van Zijn zalige kinderen. Het einde van het onweer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[14] Blijf daarom hier en sla acht op deze woorden!"
Hoofdstuk 162: De hoge Abedam in de kring van Zijn zalige kinderen. Het einde van het onweer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[15] Na deze woorden verlieten zij meteen de woning. Het vijftal begon echter nadat de zes de woning verlaten hadden elkaar te ondervragen: "Wie is deze vreemdeling eigenlijk? Waar komt hij vandaan?
Hoofdstuk 162: De hoge Abedam in de kring van Zijn zalige kinderen. Het einde van het onweer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[19] Laat dat begrijpen, wie het kan en wil; maar wij, die toch allemaal Emmanuël Abba gezien en gehoord hebben en getuige waren van al Zijn wonderdaden en door Hem gewekt en gezegend zijn, kunnen deze woorden niet begrijpen!
Hoofdstuk 162: De hoge Abedam in de kring van Zijn zalige kinderen. Het einde van het onweer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[25] Luister, de storm is geheel gaan liggen; aangename rust heerst nu weer boven de hard beproefde vlakten van de aarde; van de bladeren van de bomen vallen de laatste druppels van de doorstane grote angst en een koele dauw heelt menige wond die de bliksem zeker in de gezonde stammen heeft geslagen; en een verkwikkende slaap zal zich al meester gemaakt hebben van de kleine bange kindertjes; en allen die dit lange uur van verschrikking wellicht tot vertwijfeling bracht, zullen neergevallen op de grond met door wroeging verteerde harten en badend in tranen van berouw, God voor deze redding danken.
Hoofdstuk 162: De hoge Abedam in de kring van Zijn zalige kinderen. Het einde van het onweer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[32] Deze woorden van Eva nam het vijftal zeer ter harte, zodat zij ook onmiddellijk dankbaar deden wat Eva vanuit haar moederliefde zeer terecht van hen verlangde.
Hoofdstuk 162: De hoge Abedam in de kring van Zijn zalige kinderen. Het einde van het onweer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[2] "Beste Seth! De tijd van de beproeving is afgelopen. Deze vuurstorm, die diende om de aarde overeenkomstig de goede ordening te versterken, is uitgewoed en daarom kun je hem nu door de aan jou verleende macht bevelen geheel te gaan liggen en stil te zijn en dat de hemel ook dadelijk zal opklaren. Laat alleen de verder gelegen ons omringende bergen die nog branden hun noodzakelijke en geheel onschadelijke werkzaamheid voortzetten! Amen."
Hoofdstuk 163: Seths wonderlijke kracht brengt de vuurstorm tot bedaren. Kaeams zoeken en vermoeden; zijn liefde tot Abedam, de hoge - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[17] Kaeam dankte voor deze hoogst wijze les en zei vervolgens: "O jij, wiens woorden nu als een ademtocht vol leven mijn hele wezen vervullen, wil je mij dan niet toestaan dat wanneer ik de mijnen naar de woonstee, die mij al zo lang tot rustplaats dient, zal hebben begeleid, ik onmiddellijk hier weer terugkeer, alleen maar om in jouw mij zo uitzonderlijk weldoende aanwezigheid, al zij het ook buiten de woning van Adam, de nacht door te brengen?"
Hoofdstuk 163: Seths wonderlijke kracht brengt de vuurstorm tot bedaren. Kaeams zoeken en vermoeden; zijn liefde tot Abedam, de hoge - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[13] Maar toen het viertal deze woorden van Abedam had gehoord, werden zij bang en een van hen vroeg aan Abedam: "Wie ben je dan wel dat ons hart bij de klank van je woorden zo geweldig beefde? Wat verbindt ons met jou?"
Hoofdstuk 164: Kaeams lied van troost - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  728 - 729 - 730 - 731 - 732 - 733 - 734 - 735 - 736 - 737 - 738 - 739 - 740 - 741 - 742 - 743 - 744 - 745 - 746 - 747 - 748 - 749 - 750 - 751 - 752 - 753  ...