15542 resultaten - Pagina 740 van 1037
... 728 - 729 - 730 - 731 - 732 - 733 - 734 - 735 - 736 - 737 - 738 - 739 - 740 - 741 - 742 - 743 - 744 - 745 - 746 - 747 - 748 - 749 - 750 - 751 - 752 - 753 ...
[1] Thuis in de oude burcht van Lamech aangekomen, wees hij de tien ministers dadelijk hun woningen toe en begaf zich toen weer met de tien naar de nieuwe, grote, gouden residentie van de voormalige duizend raadsheren om daar de nog overgebleven negenennegentig raadsheren hun ontslag te geven als zij zich niet aan de goddelijke wet wilden onderwerpen.Hoofdstuk 170: De ontmoeting van koning Ohlad met de negenennegentig raadsheren van Hanoch. De eigenwijze woorden van een raadsheer en het krachtige antwoord van Ohlad. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Toen Ohlad die woorden van de woordvoerder van de negenennegentig raadsheren had gehoord, wendde hij zich tot zijn ministers en vroeg hen wat er met deze hardnekkige tegenstander moest gebeuren. Moest men hem misschien met zijn medestanders zonder de leer van de goddelijke plicht laten vertrekken, of moest men hem er met geweld van vuur toe dwingen om naar de bijzonder welgemeende leer van de plicht te luisteren?
Hoofdstuk 173: Het overleg van Ohlad met zijn ministers. De doeltreffende woorden van de minister-president tot de negenennegentig raadsheren. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] En Ohlad sprak: 'Je hebt gelijk, dat zou wel de veiligste weg zijn, maar dan zou ik een betere tong moeten hebben! In mijzelf hoor ik wel heel helder en duidelijk wat ik deze goed van de tongriem gesneden held moet antwoorden, - maar omdat ik nog zo weinig oefening heb om mijn innerlijke gedachten naar buiten uit te spreken, heb ik daar enigszins moeite mee. Jij hebt daarin reeds grote vaardigheid verworven; daarom vraag ik jou, beste broeder, om in mijn plaats een krachtig woord te spreken dat deze halsstarrigen vast en zeker binnen de kortste tijd zal doen buigen!'
Hoofdstuk 173: Het overleg van Ohlad met zijn ministers. De doeltreffende woorden van de minister-president tot de negenennegentig raadsheren. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Daarop wendde de woordvoerder van de tien zich weer tot Ohlad en zei tegen hem: 'Nu, broeder, kun je de negenennegentig de wil van de Heer gaan meedelen; zij zullen naar je luisteren!
Hoofdstuk 174: Het verschil tussen dode en goddelijke wetten. Ohlads woorden tot de negenennegentig raadsheren over de goddelijke wil. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] Deze woorden begreep Ohlad heel goed en daarom hij ging hij dadelijk naar de negenennegentig toe en richtte de volgende woorden tot de woordvoerder van de negenennegentig:
Hoofdstuk 174: Het verschil tussen dode en goddelijke wetten. Ohlads woorden tot de negenennegentig raadsheren over de goddelijke wil. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] 'Nu ik van mijn minister vernomen heb dat jullie naar mij willen luisteren, wil ik dan ook in naam van de Heer van hemel en aarde voor jullie mijn mond opendoen en je met heel weinig woorden verkondigen wat de Heer van jullie verlangt en wat jullie allen nodig hebben voor je tijdelijke, maar ook in de toekomst voor je eeuwige welzijn. En daarom verzoek ik jullie als je broeder dat je mij geduldig en gelaten wilt aanhoren!
Hoofdstuk 174: Het verschil tussen dode en goddelijke wetten. Ohlads woorden tot de negenennegentig raadsheren over de goddelijke wil. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] Aldus luidt de goddelijke wil voor mij, voor jullie en voor ieder mens: `Ken en heb God lief boven alles, en al je broeders en zusters zoals iedereen zijn eigen leven liefheeft; mijdt overbodige genoegens van het vlees en bedenk dat er slechts één Heer is, en dat wij mensen louter broeders onder elkaar zijn, - dan zul je rechtvaardig zijn en rein in de ogen van God en de hele wereld, waar je ook mag zijn, en de Heer zal je overal zegenen en leiden naar je eeuwige geluk!'
Hoofdstuk 174: Het verschil tussen dode en goddelijke wetten. Ohlads woorden tot de negenennegentig raadsheren over de goddelijke wil. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] Opdat je echter inziet dat ik je in naam van mijn broeders geen boosaardige bedoeld antwoord heb gegeven, wil ik je het duidelijk toelichten! Als je het kunt weerleggen, dan nemen wij ogenblikkelijk iedere wet van je aan; maar kan je dat niet, hetgeen volkomen zeker is, dan trekken wij weg en schenken jou je leer en dit gouden paleis! Wees dus zo goed om naar mij te luisteren:
Hoofdstuk 175: De tegenwerping van de woordvoerder der negenennegentig raadsheren en zijn rationele bedenkingen. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] Vandaar dan ook dat de woordvoerder zich omdraaide en de volgende woorden tot zijn broeders richtte: 'Luister naar mij, broeders! De woorden van deze machtige bode, die nu eerste minister is van Ohlad, die God Zelf tot koning over ons heeft gezalfd, heeft me mijn verkeerde zienswijze getoond.
Hoofdstuk 177: De zelfkennis van de negenennegentig raadsheren. De eenvoud van Gods woord ergert de verstandshelden. De bekeerde Danel en Ohlad als broeders. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] Wie van ons zal zich niet de geschiedenis herinneren van de beide raadslieden die van de hoogte als dagloners naar ons toe kwamen en al gauw uitvoerders van al onze grote bouwwerken werden. Toen ze ons tenslotte verlieten en naar God, de enige, almachtige Heer van hemel en aarde, gingen, waarschuwden ze ons?!
Hoofdstuk 177: De zelfkennis van de negenennegentig raadsheren. De eenvoud van Gods woord ergert de verstandshelden. De bekeerde Danel en Ohlad als broeders. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[6] Danel merkte dat wel en stond al klaar om enkele bliksemschichten naar het hoofd van de schijnkoning te slingeren; maar een van de tien ministers ging naar Danel en zei:
Hoofdstuk 178: De succesvolle bewerking van de zevenennegentig raadsheren door Danel. De weerstand van de schijnkoning, zijn vernedering en bekering, - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] 'Nu, vriend en broeder, zie, ook Midehal is vast en zeker bekeerd doordat de minister door Gods kracht in hem zijn oren heeft verlengd en daardoor diens innerlijke domheid naar buiten heeft gekeerd; en zo hebben wij volgens de wil van de Heer weer een belangrijk doel bereikt!
Hoofdstuk 179: Koning Ohlads broederlijke woorden tot Danel. De eensgezindheid onder de honderd en tien verzamelden. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] De geest van de Heer zal over ons komen en ons met nieuwe kracht zalven en in ons de ware geest van de liefde wekken en al het levenslicht daaruit; en met dat licht zullen wij dan naar de volkeren gaan en hen met het licht van de levende genade uit God verlichten en hen met een nieuwe geest tot kinderen van de enige heilige Vader zalven, die ons vanaf het eerste begin reeds tot Zijn kinderen heeft uitverkoren!
Hoofdstuk 179: Koning Ohlads broederlijke woorden tot Danel. De eensgezindheid onder de honderd en tien verzamelden. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] De volgende morgen kwam Ohlad reeds twee uur voor zonsopgang met zijn ministers naar de negenennegentig toe en vond tot zijn grote vreugde allen reeds feestelijk voorbereid om de tempels binnen te gaan.
Hoofdstuk 180: Alle honderd en tien gaan naar de tempel om de zegen te ontvangen. De vuurzee en Ohlads wijze woorden ter geruststelling. Het betreden van de tempel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] En toen nu alles gereed was, werd ook meteen de weg naar de eerste tempel ingeslagen.
Hoofdstuk 180: Alle honderd en tien gaan naar de tempel om de zegen te ontvangen. De vuurzee en Ohlads wijze woorden ter geruststelling. Het betreden van de tempel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)