17481 resultaten - Pagina 75 van 1166
... 63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88 ...
[1] De spreker zegt: 'Vriend, we zien nu in dat de goddelijke leer van Christus wel een echte goddelijke leer kan zijn en ook zeker is, hoewel ze door Rome op de meest afschuwelijke manier is misbruikt. We zien echter nog niet in, hoe de Heer het dan kon toelaten dat deze kerk, die in de eerste tijden toch zuiver apostolisch was, de laatste eeuwen zo in diskrediet is gebracht, dat ze volgens de zuivere betekenis van het evangelie helemaal geen kerk meer is. Haar Latijnse gebrabbel, haar oorbiecht, haar misoffer en andere heilige nonsens, en vooral het tegen heel de natuur indruisende celibaat zijn toch verschijnselen, waar men zich in de huidige tijd zelfs al vrolijk over maakt, om maar niet te spreken over de andere, domme kerkelijke gebruiken. En zo'n enorm gekkenhuis wordt geduld door de Heer, wiens leer een centraal zonlicht zou moeten zijn voor de mensen op aarde! Kijk, dat is de omineuze kern van de zaak! Vriend, geef ons daarover nog een lichtstraaltje!'Hoofdstuk 116: Misvorming van de zuivere leer van God tengevolge van de vrije wil van de mens. Het einde van de lankmoedigheid van de Heer - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[10] Waarlijk, het winnen van geesten is het meest zegenrijk, als het geschiedt door een waar woord en een wijze leer! Jullie hebben deze kudde alleen door woord en leer gewonnen, wat volkomen met Mijn wil en Mijn ordening in overeenstemming is. Daarom is deze kudde nu volkomen vrij en geen wonderdaad houdt hun hart in een gericht gevangen. Zij is daarom ook in staat, om meteen al grotere genaden te ontvangen en dat verheugt Mij werkelijk zeer. Jullie loon zal daarom ook groot zijn!
Hoofdstuk 118: Bardo's eigenzinnigheid; Niklas' terechtwijzing. De duizendkoppige menigte, in de geest verenigd, mag de genade van de Heer ervaren - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[15] Ons werk is daarmee echter nog niet gedaan. Nu is het zaak om echt tot handelen over te gaan. Iedere handeling zal van nu af aan gemakkelijker en vlugger kunnen worden beëindigd, omdat jij, Mijn beste Robert, nu een volmaakte burger van het hemelrijk bent en niet alleen een onderwijzende macht hebt door de waarheid van het woord, maar ook een oordelende door de liefdewil uit Mij, die je echter alleen daar zult gebruiken, waar je met de eerste helemaal niets zou bereiken. Kniel dus neer bij deze zieke en blaas zacht je adem over hem heen, opdat hij zich ter genezing moge oprichten!'
Hoofdstuk 124: Roberts vreugde. De zorg van de Heer voor de monnik. Robert als heer des huizes krijgt Helena als helpster. Hemelse huwelijksvoltrekking - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[7] Ik moet openlijk toegeven dat de duivel zelfs nog zalig zou moeten worden, wanneer hij van zo'n leer doordrongen zou zijn. Zulk brood wordt in de hel zeker niet gebakken en zulke wijn niet geperst. Daarom komt alles uit de hemel: brood, wijn en leer, en ik wil ze aannemen! Maar als dat zo is, verheug je dan maar, jullie kardinalen en jij paus! Ik zal in jullie hersens heel eigenaardig beginnen te spoken. Ik wil Jezus zo lang daarom vragen, tot Hij mij dat zal toestaan. Goed, ik zal de roomse curie in het nauw drijven en haar een licht ontsteken waar ze van zal huiveren! Maar nu genoeg hierover. Nu is het zaak zich heel ernstig tot de Heer God Jezus te wenden. Dan pas zal al het andere daaruit voortvloeien.'
Hoofdstuk 126: De monnik hoort de heilige leer van Christus. De eens geestelijk blinde herkent de Heer en diens genade - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[17] Welke meer gewekte geest zou, als hij op de hoogte was van de rooms-katholieke theologie, ook maar in de verste verte op het idee kunnen komen zo'n leer voor zuiver goddelijk te houden? Ikzelf heb uit ouwels duizenden echte Christussen gemaakt en heb deze daarna grotendeels zelf opgegeten. Wat moet een eerlijk mens echter denken van een leer, waarom iedere Chinees zou schaterlachen? Hoe vaak heb ik na een mis gedacht, als ik een blik wierp op de zon, of 's avonds keek naar de myriaden sterren: 'Dus Hij, die je vandaag door de zogenaamde consecratie uit een ronde ouwel van zetmeel tot allerhoogste God maakte en daarna levend hebt opgegeten, zou dit allemaal hebben gemaakt?' O Heer, dat was voor het geloof van een sterveling toch een beetje te veel gevraagd! Wie dat kan geloven, is werkelijk niet te benijden, want hij kan niet het kleinste sprankje geest bezitten. Ik verrichtte wel volgens voorschrift de zogenaamde eredienst voor de ogen van de blinde wereld, maar ikzelf kon er nauwelijks in geloven, omdat de oertekst in mijn hart en in de hele schepping mij altijd wat anders leerde.
Hoofdstuk 126: De monnik hoort de heilige leer van Christus. De eens geestelijk blinde herkent de Heer en diens genade - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[2] De meedogenloze zegt: 'Beste heer graaf, u hebt u te veel opgewonden en daardoor kunt u deze zaak ook niet met de nodige rust en waardigheid beschouwen. Ziet u, ik, die toch zeker meedogenloos streng oordeel, denk heel anders over het punt van het herstel van onze verloren eer. Wat voor een eer zou het dan voor ons zijn om door zo'n schandelijke wereld geëerd te worden? Ik zeg u, deze aardse beesten hadden ons geen grotere eer kunnen bewijzen dan door de manier waarop zij met ons te werk zijn gegaan. Zou het dan een eer zijn door zulke gemene schurken te worden geëerd? Bij God, deze wens zij voor eeuwig verre van mijn hart!
Hoofdstuk 134: Troost betekent voor de terechtgestelden in de eerste plaats wraakzucht. Uitwerking van de vreemde stemmen. Nood leert bidden. De heilsstem - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[11] De franciscaan zegt: 'Ik trek me niets aan van uw minzame opmerking, want aan de echte Magyaarse domheid heeft het mij, zelf een klein edelmanneke, nooit ontbroken. Alleen bij mij was het zo, dat ik jammer genoeg enkele weken te laat begon in te zien, hoe het er in Hongarije eigenlijk voorstond. Toen stonden er al overal galgen en talrijke kanonnen en lansen opgesteld. Vriend, toen heeft ook mijn nieuw verworven inzicht mij geen uitweg meer kunnen bieden. Maar bij u lag de zaak heel anders. U kon op uw vingers narekenen hoe die geschiedenis tenslotte moest aflopen. Maar nee, uw echt Magyaarse, aristocratische wijsheid fluisterde u in het oor: overwinnen of sterven! Wat hebt u nu aan de heldendood aan de galg? Misschien zullen enkele vrienden in Noord-Amerika voor u een gedenkzuil oprichten, maar in de wereldgeschiedenis zult u bij 1848 een armzalig plekje innemen. Dat zal dan alles zijn, wat u voor uw heldendood op aarde mag verwachten.'
Hoofdstuk 135: Geheimzinnige wenken aan de ongelukkigen. Waanideeën van de graaf gehekeld door de meedogenloze. Hongaarse politiek van die tijd - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[2] De franciscaan zegt: 'Ja, dezelfde Jezus van wie de evangelische traditie zegt, dat Hij Gods Zoon is en blijft; voor eeuwig een Heer van hemel en aarde! Tijdens mijn leven op aarde geloofde ik weliswaar niet in deze traditie, omdat ze door Rome te zeer misbruikt werd. Daaruit moest ik de volgende conclusie trekken: als dit niet louter het werk van de vroegere heerszuchtige hiërarchen was, dan zou het toch onmogelijk zijn om van zo'n Godsleer zo schandelijk misbruik te maken. Want er zijn in de roomse hiërarchie in nauwelijks 1200 jaar tijd dingen gebeurd, waarvoor de hele hel diep respect moet hebben! Zou de zich vaag op de achtergrond houdende stichter van zo' n leer een Zoon van de Allerhoogste zijn? Werkelijk, heer graaf, het zou voor mijn geest geen geringe opgave zijn geweest zoiets te geloven.
Hoofdstuk 136: Gesprekken over Jezus. De religieuze ervaringen van de franciscaan. De graaf als bijbelkenner. Het eindvoorstel van de franciscaan - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[9] Ik ben weliswaar God, als het oereeuwige Wezen vol wijsheid, macht en kracht en jij alleen maar een schepsel voortgekomen uit Mijn wilskracht, maar jouw geest is desondanks geheel datgene, wat Ikzelf ben. Daarom blijft er voortaan tussen ons precies dezelfde verhouding bestaan als tussen vader en zoon of als tussen broeder en broeder. Wat jouw ziel betreft, die nu je uiterlijke wezen is, ben je voor Mij een zoon, en wat je geest betreft een broeder! De ziel kwam voort uit het oerlicht van Mijn wijsheid en is eindeloos veel minder dan dat scheppende oerlicht. Daarom is de ziel een zoon ten opzichte van Mij, omdat ik in diepste wezen een en al liefde ben. Jouw geest echter, die Mijn eigen liefde in jou en dus Mijn hoogsteigen geest is, is dientengevolge door en door Mijn broeder! Denk dus niet al te lang over deze zaak na, maar sta op en kom met Mij mee naar de andere broeders!'
Hoofdstuk 146: Het grote ogenblik voor de graaf. U bent het! Heerlijke lofrede. De Heer over de verhouding van de Vader tot Zijn kinderen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[10] Wanneer heeft Christus de Heer, die eigenlijk een levende kerk in de harten der mensen wilde oprichten, bevolen tot de bouw van gemetselde tempels, waarvan er nu op de gehele aarde al wel meer dan een miljoen te vinden zijn? Wanneer schreef Hij hun heidense inrichtingen voor, de geprivilegieerde altaren, de genadebeelden en het gewijde doopwater, evenals de heilige chrisma? De ware apostelen doopten toch met heel natuurlijk water, zoals God het heeft geschapen; of ze bij het dopen ook gebruik maakten van de heilige olie, daarover schijnt de geschiedenis eveneens te zwijgen! Wanneer gelastte Hij het gebruik van klokken, orgels, en misgezangen, de kostbare benodigdheden voor de mis; wanneer de uitvaartplechtigheden en de dure requiemmissen? En bij welke gelegenheid heeft Hij kapelaans, pastoors, dekens, kanunniken, proosten, prelaten, bisschoppen en kardinalen geïnstalleerd en hen van zulke grote inkomsten voorzien? Bij mijn weten heeft Hij het de apostelen, toen Hij ze voor het verbreiden van Zijn leer uitzond, zelfs
Hoofdstuk 149: De franciscaan houdt halsstarrig vast aan de roomse leer. Miklosch geneest hem hiervan door middel van scherpe vragen. Nu is ook bij deze verstarde ziel het ijs gebroken. Zalige verwondering over de hemelse waarheden - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[13] Alleen hier in de allerhoogste hemel ben Ik buiten de zon, hoewel ook in de zon. Buiten deze zon ben Ik zoals jullie allen Mij nu in jullie midden zien, maar in de zon ben Ik puur geestelijk in de kracht van Mijn wil, van Mijn liefde en wijsheid. Ikzelf ben in de grond van de zaak deze zon, maar toch is er verschil tussen Mij en haar. Ik ben de basis en deze zon is als een uitstraling van Mijn geest, die vanaf hier en vanuit Mij heel de oneindigheid in onverminderde kracht doorstroomt en alom Mijn eeuwige orde tot stand brengt.
Hoofdstuk 133: De bereikte hoogste hemelsfeer. Robert, Peter en drie vrienden begeleiden de Heer naar het heilige Jeruzalem; de stad der steden en de zon der zonnen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[1] Ik zeg: 'Nu jullie dit hebben begrepen, moeten jullie er ook naar handelen, anders zullen jullie geen profijt trekken van Mijn leer! Ik zal jullie nu het echte brood en de echte wijn laten geven. Het brood is ook hier als Mijn lichaam en de wijn als Mijn bloed. Dit voedsel zal jullie sterken en jullie zullen voortaan de dood niet meer smaken, maar het eeuwige leven zal in jullie zijn.' - (Tegen Robert:) 'Broeder Robert, ga jij nog maar eens brood en wijn halen.'
Hoofdstuk 130: Overeenkomstige betekenis van brood en wijn. Weten en doen. Een opdracht aan de lichtblauwen. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[2] Ik zeg: 'Jullie waren toch werkelijk achtenswaardige bisschoppen, maar nu praten jullie alsof jullie jarenlang bij een oude kwezel in de leer zijn geweest. Wie is dan voor Mij een heilige? Alleen God is heilig en goed; alle anderen zijn echter broeders en zusters en de geringste is steeds de grootste in Mijn rijk. Alleen aan God komt ere toe; alle anderen moeten elkaar slechts in en door de liefde blijven vasthouden.
Hoofdstuk 116: Bisschoppelijk waanidee over heiligheid. Alleen God is goed. Duistere geesten en arme zielen komen dichterbij en krijgen een heilzame behandeling. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[8] Zouden de mensen naar Mijn gemakkelijk te begrijpen leer leven en zouden er in hun borst waarachtige broederharten kloppen, dan zouden er op de gehele aarde geen grenspalen nodig zijn. Hebzucht, heerszucht, gierigheid, afgunst en hoogmoed zijn echter zeer slechte zaken; daarom moeten daaraan grenzen worden gesteld, opdat zij niet als een kankergezwel steeds verder om zich heen grijpen. Hieruit kun je gemakkelijk opmaken of jouw grenspalen goed of slecht waren. Ze zijn beide tegelijk, evenals een gericht en de reden voor een gericht, namelijk de wet. Maar noch de wet, noch het gericht zijn goed, omdat beide een gevolg zijn van het kwaad van het menselijk hart.
Hoofdstuk 106: Het heilige gezelschap verlaat Wenen en trekt in de richting van de Alpen. Bij de Semmering. De Heer over grenspalen en over het land en het volk van Stiermarken. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)
[7] Daarop zeg Ik: 'Amen! Zo is het goed, dat is het juiste begrip van het leven! Houden jullie je allen daaraan! Maar nu, al Mijn lieve vrienden, is het zaak om verder te trekken. Stellen jullie je een beetje geordend op! Robert, dit gebeurt allemaal nog in jouw huis; jij bent de heer des huizes. Daarom is het nu weer jouw beurt om dit hele grote gezelschap te leiden, maar neem vriend Peter met zijn Eljah evenals jouw Helena bij je; zij zullen je onderweg goede diensten bewijzen.'
Hoofdstuk 105: Slotwoord van de Heer: houd je aan de geest van de liefde! Uit liefde komt wijsheid voort, uit wijsheid liefde. De eeuwige ordening van het leven in God. - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 2)