Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3934 resultaten - Pagina 75 van 263

...  63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88  ...
[6] IK zei tegen hem: 'Vriend, spreek zoveel je maar wilt, maar Ik zegje wel, dat Ik toch al woord voor woord weet wat je Mij wilt zeggen en waarom je Mij wilt vragen, en daarom kun je je de moeite wel besparen over zoiets onbelangrijks je mond open te doen!
Hoofdstuk 102: De listige vrouwen van de heidense priesters - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[4] IK zei: 'Bepaald niet, want Ik houd nergens minder van het gezelschap van zulke super intelligente vrouwen dan juist bij een maaltijd, want als hun tong eenmaal los komt, vergeten ze te eten en te drinken, en iemand zoals wij zou zeker niet aan het woord komen zonder eerst hun tong voor een poosje verlamd te hebben. Deze vijf vrouwen zouden werkelijk meer dan voldoende in staat zijn iemand letterlijk dood te praten.
Hoofdstuk 105: Het misnoegen van de Heer over de hoogmoedige, kritische vrouwen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Ten derde tenslotte zijn zij vrouwen van priesters en in zekere zin zelf priesteressen, en moeten daarom ex officio* (* Beroepshalve) zo verstandig en wijs zijn, dat geen enkel ander mens hen op een of andere wijze kan benaderen, -daarom gaan dan ook hun kinderen en bedienden hun als lichtende herauten, als uithangborden van hun wijsheid voor, zodat de mensen uiteindelijk zich zo moeten voelen dat ze zullen zeggen:'ja, als die al zo wijs zijn, hoe wijs zullen dan wel de priesters en priesteressen zelf zijn!' ja, Mijn vriend, bij die innerlijke levensgesteldheid verwaardigt de geest van hun mentor zich natuurlijk niet om bij hen zijn belofte in te lossen!
Hoofdstuk 105: Het misnoegen van de Heer over de hoogmoedige, kritische vrouwen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] Juist het niet begrijpen van deze geschriften houdt de geest in de mens wakker en laat hem zien wat en hoeveel er nog mankeert aan de eigenlijke levensvervolmaking. Hij zal die geschriften daarom vaker ter hand nemen en daar zijn gedachten over laten gaan, waarbij hem zo nu en dan toch een en ander wat duidelijker wordt. Wanneer hij zo door zijn moeite en zijn ijver een glimp van de geest heeft opgevangen, zal hij wel steeds ijveriger gaan speuren naar de innerlijke, geestelijke waarheden en op die wijze steeds meer licht krijgen en ook een inniger verbinding krijgen met zijn innerlijke geest van gene zijde, en dan zal hij ook zijn naasten meer licht kunnen geven, wat heel heilzaam voor hen is.
Hoofdstuk 101: De Heer verklaart de geschiedenis van Daniël - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] Dat is tot op heden zo onze opvatting over het bestaan en over de bestemming van de mens, die door de ervaring van alle volkeren der aarde goed gefundeerd is en tot op heden de enig ware is. Dat er buiten deze enig ware levensbeschouwing bij alle volkeren nog een aantal prachtige fantasieën bestaat over een eeuwige levensbestemming van de mensenzielen na de lichamelijke dood, weten we heel goed; maar wat staat voor hun waarheid in? Soms de beelden uit de dromen van de mensen, of de fantomen van een koortsig verhitte fantasie? O, dat zijn allemaal slechts producten van de verschillende levensstadia van de mens, zolang zijn hart klopt! Als dat niet meer klopt, zijn ook de dromen en koortsverhitte fantomen opgehouden, en hiermee het bestaan van de mens en zijn verwachtingen die vaak zo mooi zijn! -Ik heb nu gesproken, neemt u nu het woord, meester uit het rijk der goden, en geef ons iets beters!'
Hoofdstuk 108: De atheïstische toespraak van de welbespraakte vrouw van de priester - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[2] HIJ bezon zich en zei: 'N u, nou, beste vriendin, zo heb ik het toch immers niet gemeend; ik bedoelde alleen maar dat het je, omdat je helemaal niets weet over een ziel en over een verder leven daarvan ook na de lichamelijke dood, en ook niet over een enige, waarachtige God, en je ons alleen maar de eeuwige dood predikt, niet past zo te spreken alsof jij alleen alle wijsheid van de hele wereld zou bezitten, en alsof je ons, die het tienduizend maal beter weten, met jouw oude Diogenes kraam de les kunt lezen alsof wij daar nog nooit iets over gehoord zouden hebben. Wij willen jullie arme blinden nu alleen maar iets beters geven; en dat maakt dat wat jij deed helemaal niet paste wat ons nu ten opzichte van jullie wel past! Jullie moeten naar ons luisteren, maar wij niet naar jullie, omdat wij maar al te goed weten hoe het met jullie gesteld is en waaruit jullie innerlijke Diogenes wijsheid bestaat die wij bij jullie moeten wegnemen. En zo ongeveer moetje de betekenis van mijn spreekwoord zien.'
Hoofdstuk 109: Gedachtenwisseling tussen de schriftgeleerde en de vrouw van de priester - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[7] Jullie hebben je aan het volk voorgedaan als de ware dienaren en onsterfelijke vrienden van de goden en jullie eisten vaak grote en soms zelfs gruwelijke offers van het arme, door jullie door en door belogen en bedrogen volk; daarom heeft God jullie het innerlijke, overtuigende gevoel van het zieleleven ontnomen en het gevoel van de eeuwige dood in jullie gelegd, en jullie grote wijsheid bestaat er nu in dat jullie voelen en duidelijk beseffen dat de eeuwige dood in jullie huist!
Hoofdstuk 109: Gedachtenwisseling tussen de schriftgeleerde en de vrouw van de priester - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] DE SCHRIFTGELEERDE zei: 'Dit doorjou verlangde bewijs kan niemand anders dan alleen maar jij jezelf geven, - ook God kan dat niet; want het moet pas door het handelen volgens de ware, geopenbaarde wil van God in jezelf duidelijk worden! Want juist dat is, als een levende, waarachtige bevestiging voor het bereiken van het eeuwige leven, het herkenningsteken dat aantoont dat de aan de mens geopenbaarde wil van God niet het woord van een mens is, maar het woord van de eeuwig ware, levende God, dat in zichzelf leven, liefde, kracht en wijsheid is. -Meer kan ik je niet zeggen, omdat dit op zichzelf voldoende is voor ieder die daarnaar wil leven en handelen; met het uitoefenen van allerlei kritiek bereik j e echter nooit iets voor het leven van je ziel. Wil je echter nog meer weten, wend je dan maar tot onze Heer en Meester, die zal.ie wel verder kunnen informeren! ,
Hoofdstuk 110: De uiteenzetting van de schriftgeleerde over het wezen van God - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[11] Als een mens daar echter over nadenkt, zal een innerlijke stem hem zeggen dat dit alles niet zo maar vanzelf en uit zichzelf kon ontstaan, maar dat er een zeer wijze, liefdevolle en almachtige Schepper geweest moet zijn die dit alles geschapen en geordend heeft, het nu nog steeds in stand houdt en op een steeds meer veredelde en volkomener wijze eeuwig verder in stand zal houden, omdat Hij het sinds voor het mensenverstand onvoorstelbare tijden tot op heden onderhouden heeft.
Hoofdstuk 111: De weg om God te Ieren kennen en lief te hebben - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] Wie zich zo een God en Schepper voorstelt, moet toch ook wel een steeds grotere achting voor Hem en liefde tot Hem in zich wakker roepen. Als die er eenmaal is, begint ook het innerlijke levend worden van de ziel in haar geest, dat toeneemt naarmate de liefde tot God toeneemt, welke toename des te gemakkelijker plaatsvindt omdat de liefdegeest de ziel steeds meer verlicht waardoor zij over het wezen van God steeds meer duidelijkheid krijgt.
Hoofdstuk 111: De weg om God te Ieren kennen en lief te hebben - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[17] Wie echter door de overvloed van zijn innerlijke leven ook buiten zijn lichaam een levensatmosfeer krijgt, kan de zielen van gestorven mensen zien en zich met hen over de belangrijkste levenszaken onderhouden, wanneer en hoe vaak hij maar wil. Maar daarvoor is vanzelfsprekend een innerlijke, bijna algehele levensvervolmaking nodig.
Hoofdstuk 111: De weg om God te Ieren kennen en lief te hebben - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[10] IK zei: 'Ben Ik dan het IK, of is het Mijn innerlijke geest? Ik heb jullie immers gezegd dat die bij jullie blijft, en als jullie iets nodig hebben, dan zal hij het jullie zonder voorbehoud geven. Mijn persoon is voor jullie verder van geen nut, maar alleen de geest, die jullie nooit verlaten zal als jullie hem niet verlaten.'
Hoofdstuk 122: De Heer waarschuwt voor de terugval in het materiële. Het wezen van de materie. De oneindigheid van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[5] DE MALAYESEN zeiden: 'Dat zou normaal gesproken niet mogelijk zijn; maar U, o Heer, is niets onmogelijk! Want wij hebben aan den lijve al ondervonden dat Uw woord en wil direct vaste vorm aannemen.'
Hoofdstuk 126: De betekenis van het joodse volk ten opzichte van de heidenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[12] Kijk eens wat voor tekenen hier gedaan moesten worden om deze heidenen te laten geloven! De tekenen waren krachtige mest, zodat de leer als levenstarwe op hun gemoedsveld kon ontkiemen en tot een toekomstige vrucht kon opgroeien. Toen Ik echter anderhalf jaar geleden bij jullie Joden kwam, was slechts een woord voldoende en jullie volgden Mij, zonder dat jullie precies wisten wie je volgde. Jullie gemoedsbodem was wel begroeid met veelonkruid, en menige doornstruik omringde jullie hart, -maar daarnaast was er toch ook nog veel ruimte op het veld voor de tarwe.
Hoofdstuk 126: De betekenis van het joodse volk ten opzichte van de heidenen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
[14] Als jullie dat vanaf het begin gedaan zouden hebben - toen jullie je juist door je mentor, die een volgeling van Plato was, op een heel goede weg bevonden -, dan zouden jullie ons nu niet met jullie Diogenes volledig de mond willen snoeren; want dan zouden jullie zelf al van leven vervuld geweest zijn. Maar jullie Diogenes en jullie heimelijke, grote hoogmoed hebben jullie helemaal veranderd, en daarom zullen jullie nu je innerlijke leven helemaal van voor af aan volgens Mijn hier gegeven leer moeten gaan vormen. Met veel ijver en liefde zul je weldra grote vorderingen maken; maar als je eigenzinnig blijft, zul je ook in je innerlijke doodblijven. - Hebben jullie dat goed begrepen?'
Hoofdstuk 111: De weg om God te Ieren kennen en lief te hebben - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 6)
...  63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88  ...