Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 75 van 1088

...  63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88  ...
[6] Ik zou de schatten wel allemaal in een oogwenk door Archiël hier kunnen laten brengen, maar er is hier nu te veel volk, en zo'n wonder zou te veel opzien baren; daarom doe ik dat niet. Maar Ik zal jullie toch in het geheim zo helpen, dat je dit werk -waarvoor je normaal gesproken zeker drie dagen nodig zou hebben - in één dag, dus vandaag, helemaal klaar krijgt. Treuzel nu echter niet, maar ga naar links en rechts!
Hoofdstuk 240: De afrekening. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Pilah moet hier blijven; want hij is al te goed voor dat soort zaken, waarmee kinderen van God zich zo weinig mogelijk moeten bezig houden. Ook behoef jij niet persoonlijk naar de twee aangeduide plaatsen mee te gaan, maar een commissaris is voldoende, als je hem de nodige volmacht geeft. Wij zullen ons intussen bezig houden met de verdeling van de panden en het teruggeven van de kinderen aan de betreffende ouders.'
Hoofdstuk 240: De afrekening. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[9] Wie anders dan Faustus is het meest tevreden over deze regeling!? Want hij heeft er op drie manieren voordeel aan: ten eerste blijft hij bij Mij, ten tweede bij zijn jonge echtgenote die hij nu buitengewoon liefheeft, en ten derde heeft hij nu tijd om aan de keizer een instructief schrijven en een geleide en bestemmingsbrief op goed perkament op te stellen en al de gelden en schatten reeds de volgende dag naar de plaats van bestemming te versturen.
Hoofdstuk 240: De afrekening. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[10] Als de beide commissarissen vertrekken om de bewuste schatten op te halen, beginnen wij meteen met de verdeling van de panden en de kinderen, die 's nacht al merendeels hun ouders gevonden hebben; maar er waren er toch een aantal, waarvan de ouders ziek thuis lagen van hartzeer en verdriet en daarom niet naar Kis konden komen om daar hun kinderen en andere zaken af te halen.
Hoofdstuk 240: De afrekening. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[11] Die ouders gaven dan hun buren opdracht om hun kinderen en hun eigendommen, als die na de bekendmaking nog aanwezig waren, in ontvangst te nemen; en zo werd daar bij de verdeling ook rekening mee gehouden, en iedereen kreeg exact wat hem toekwam. En iedereen kreeg van Kisjonah, uit het derde deel van de schat uit de grot, op grond van de nog komende afrekening zoals Ik die bepaald had, een som van honderd pond. Na dit werk en deze schenking mochten alle deelhebbenden, waar er natuurlijk een paar honderd van waren, weer uit Kis naar huis gaan nadat hen eerst nog door Faustus een goede les en vermaning werd gegeven.
Hoofdstuk 240: De afrekening. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[12] Kisjonah liet alle vrachtschepen klaarmaken, en de hele grote karavaan, die thuis hoorde in Chorazin, Kapérnaum en Nazareth, werd op die manier weer naar huis gebracht, en de verdeling en het naar huis sturen duurde nauwelijks iets meer dan zeven en een half uur.
Hoofdstuk 240: De afrekening. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[2] Hoe zit dat nu? Deze kinderen zouden, als ze hier niet opgevangen waren, als pand van de Farizeeën in hoogstens tien tot twaalf dagen, voor een deel in Sidon, Tyrus, Césaréa, Antiochië en zelfs in Alexandria door de vaste slavenhandelaars verkocht zijn. Misschien meer dan de helft daarvan waren toch wel kinderen met een goede opvoeding, en er staat nergens aangegeven, dat Ik hen als grote kindervriend bezocht of zelfs maar een woordje met hen sprak. In andere gevallen daarentegen liet Ik de kleinen toch meteen naar Mij toe komen om ze aan Mijn hart te drukken en te zegenen!
Hoofdstuk 241: Een woord voor onze tijd. (26.7.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Want er is een groot verschil tussen een rein en een heel onrein kind. Het eerste kan direkt door Mij geleid worden, maar het tweede kan slechts indirect op naar behoefte nodige doornige wegen geleid worden, zoals in dit waar beschreven geval duidelijk zichtbaar is.
Hoofdstuk 241: Een woord voor onze tijd. (26.7.1852) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[5] Ook de voor de ouders vaak bittere vroege lichamelijke dood van hun kinderen vindt hierin zijn oorzaak; daarom moeten vooral naar aardse maatstaven rijke ouders er goed op letten, dat hun kinderen doelmatig voedsel gebruiken.
Hoofdstuk 242: Ons dagelijkse voedsel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Maar in deze tijd, waar men zelfs naar de vreemdsoortigste lekkernijen op zoek gaat en er helemaal niet meer aan denkt, of iets rein of onrein is en men in menig land domweg alles naar binnen werkt wat maar eetbaar lijkt, is het toch wel een wonder dat de blinde mensen lichamelijk nog niet die dierlijke vorm aangenomen hebben, die hun ziel al helemaal heeft.
Hoofdstuk 242: Ons dagelijkse voedsel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[15] Maar nu eindig Ik deze noodzakelijke verklaring, en dus weer terug naar de hoofdzaak!'
Hoofdstuk 242: Ons dagelijkse voedsel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 1)
[8] Daarom moet iedere rechter volgens Gods orde zelfs de grootste misdadiger niet met de lichamelijke dood, die nergens goed voor is, straffen, maar altijd kastijden volgens de zwaarte van de misdaad. Als hij dat doet is hij een op de hemel gerichte mensenrechter, doet hij dat echter niet, -een op de hel gerichte rechter, waarvoor hij in der eeuwigheid nooit loon van God zal ontvangen. Hij zal zijn loon ontvangen van dat rijk waarop zijn rechtspraak gericht was! -Nu weet je genoeg, en laat nu de schatten zorgvuldig opbergen! Morgen komen die uit Chorazin ook aan, en dan zal meteen de verdeling en de verzending van dit duivelsvuil plaats vinden. -Nu gaan we echter naar de eetzaal, want de avondmaaltijd wacht al op ons! Heus, deze hele geschiedenis geeft Mij al té veeloverlast, en Mijn tijd roept Mij dringend naar Nazareth!"
Hoofdstuk 1: Het kastijden van misdadigers - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] JUDAS staat er ontzettend beschaamd bij en zegt: "Ik dacht er in de verste verte niet aan om het goud te stelen, maar ik wilde alleen maar bij een paar staafjes onderzoeken of ze echt zo zwaar zijn als er verteld wordt. Deze dwazen grepen me echter meteen en sleepten me als een gemene dief naar binnen! - Daarom verzoek ik u, Faustus, om intrekking van deze beschuldiging!"
Hoofdstuk 2: Het hart van een dief. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] IK zeg: "Ga heen, en zoek een slaapplaats! Want aan dit kwaad waaraan alle dieven door de hand van de satan sterven, zul ook jij in de naaste toekomst sterven; want je was, bent en blijft een dief! Zolang je bang bent voor de wettelijke gevolgen gedraag je je openlijk nog niet als een dief; maar in je hart ben je het allang! Als Ik nu alle wetten zou opheffen, dan zou jij als, eerste naar de schatten buiten grijpen, want je hart kent geen redelijkheid en rechtvaardigheid. Het is jammer voor je hoofd dat daaronder geen beter hart klopt! - Ga nu slapen en wees morgen nuchterder dan vandaag!"
Hoofdstuk 2: Het hart van een dief. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Met deze vermaning gaat Judas rood van schaamte de eetzaal uit naar zijn slaapvertrek en gaat liggen, en denkt ongeveer twee uur lang erover na hoe hij datgene, wat Ik hem heb voorspeld, zou kunnen ontlopen. Maar hij vindt in zijn hart geen oplossing omdat door het denken zijn gouddorst opnieuw oplaait, en zo slaapt hij in. - Wij gaan ook slapen omdat de twee voorgaande nachten zeer vermoeiend waren. De ochtend liet echter niet lang op zich wachten.
Hoofdstuk 2: Het hart van een dief. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88  ...