Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2083 resultaten - Pagina 75 van 139

...  63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88  ...
[15] Wanneer geesten op de plaats komen waar hun liefde naar uitgaat en daar boosaardig optreden, dan pas wordt het tijd, maar alleen naar de aard van hun boosheid, straffend op te treden.
Hoofdstuk 105: Praktisch onderricht in de naastenliefde voor de leerlingen in het hiernamaals - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[13] De ontwikkeling van deze naastenliefde en haar loutering bestaat dus uit het doorvorsen en onderkennen van de geaardheid van de liefde in de geesten, om daarmee dan ook de wegen van de goddelijke ordening te herkennen en te begrijpen langs welke wegen en op welke manier deze geesten geleid moeten worden.
Hoofdstuk 105: Praktisch onderricht in de naastenliefde voor de leerlingen in het hiernamaals - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[11] Maar het is ook niet voldoende om geesten naar een en dezelfde hemel te brengen, want de hemel moet heel nauwkeurig overeenstemmen met de liefde van een geest. In elke andere hemel zal de hemelburger zich niet thuis voelen; het zal hem daarin vergaan als een vis op het droge.
Hoofdstuk 105: Praktisch onderricht in de naastenliefde voor de leerlingen in het hiernamaals - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[12] Uit deze steeds grotere vordering, die haar oorzaak vindt in de steeds grotere ontevredenheid, gaat dan de zo steeds meer wakker geworden geest over in een op wraak zinnend gevoel van zelfgenoegdoening. In dit gevoel wordt hij steeds meer een 'verachter van God' (duivel). Hij ziet ook steeds meer in, dat hij niet vernietigd kan worden en sterkt zich met het idee dat de geest zich door de intensivering van zijn denkbeelden en de verhoging van zijn eisen tot in het oneindige kan versterken. Vanuit dit gevoel ontstaat dan zelfs het satanische idee dat de godheid voor de steeds groeiende macht van zulke geesten bang zou zijn, zich daarom zou verbergen en haar machtige vijanden door bepaalde vreesachtige en zwakke spionagegeesten heimelijk in hun doen en laten zou laten bespieden. Als de situatie bedenkelijk wordt, dan zou de godheid zich weer verder terugtrekken en proberen om zich op alle mogelijke manieren tegen een overmachtige aanval van zulke krachtige geesten te beschermen.
Hoofdstuk 107: In de tweede hel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[6] Dit geloof stamt af van een volk in een deel van Azië dat aan zielsverhuizing gelooft en dat van mening is dat hun zielen van dag tot dag van het ene dier in het andere overgaan en hoogstens één dag in het lichaam van een mens wonen. Wanneer in diezelfde mens de volgende dag een andere ziel zich het verleden herinnert, dan zou dat te maken hebben met de inrichting van het lichaam. Iedere volgende ziel zou noodzakelijk in het bewustzijn moeten worden geplaatst dat door de inrichting van het lichaam zou worden opgewekt. Dat is dus hun filosofie, die tot gevolg heeft dat men ontzettend bang is voor de slaap, want men ziet daarin enkel het middel waarmee de oude ziel uit het lichaam wordt gewerkt om voor een andere plaats te maken. Om die reden proberen deze mensen dan ook om met allerlei middelen de slaap zo goed mogelijk te verdrijven. Dit heeft allemaal veel overeenkomst met de angst van de gewone aardse mensen voor de lichamelijke dood.
Hoofdstuk 107: In de tweede hel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[12] Want de geaardheid van de liefde van ieder mens is diens eigen karakteristieke levenselement. Vindt hij dit niet, dan is het spoedig met zijn leven gedaan. Daarom moet de naastenliefde in het rijk der zuivere geesten ook uiterst nauwkeurig en goed gelouterd en gevormd worden, voordat deze geesten echt in staat zijn om de nieuwkomers, evenals degenen die zich reeds langer in het geestenrijk bevinden, werkelijk bezielend en verlevendigend in de goddelijke ordening op te nemen.
Hoofdstuk 105: Praktisch onderricht in de naastenliefde voor de leerlingen in het hiernamaals - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[9] Daarom moeten de geesten, voordat zij hun naastenliefde in praktijk willen brengen, eerst de geaardheid van de liefde der geesten die naar hen toe geleid worden, doorgronden. Precies overeenkomend met de geaardheid van deze liefde moet er dan ook worden gehandeld.
Hoofdstuk 105: Praktisch onderricht in de naastenliefde voor de leerlingen in het hiernamaals - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[4] Maar hoe? Deze, zoals jullie zien, reeds volwassen leerlingen worden bij allerlei gelegenheden door de al meer volmaaktere geesten meegenomen en moeten vooral bij de nieuwkomers vanaf de aarde de ware naasten, de wat mindere naasten en dan ook de overigen leren onderscheiden. Zij moeten begrijpen, hoe zij zich ten opzichte van de naasten, de wat mindere naasten en de overigen behoren te gedragen.
Hoofdstuk 105: Praktisch onderricht in de naastenliefde voor de leerlingen in het hiernamaals - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[3] Hiermee is meer dan duidelijk aangetoond dat zonder praktijk het weten alleen nergens toe dient! Het is als een brandende kroonluchter in een lege zaal, welks licht alleen voor zichzelf brandt, maar niemand ten goede komt. Daarom is de daadwerkelijke uitoefening van hetgeen men heeft geleerd en wat men weet, onweerlegbaar de hoofdzaak. Aangezien het in het rijk van de zuiverste geesten altijd voornamelijk op het doen aankomt, en het handelen volgens de naastenliefde het voornaamste principe van al het geestelijke werken is, wordt juist dit gebod van de naastenliefde hier ook meer daadwerkelijk dan theoretisch geleerd.
Hoofdstuk 105: Praktisch onderricht in de naastenliefde voor de leerlingen in het hiernamaals - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[11] Overal zien we dat er door de Heer slechts arme tegenover welgestelde mensen worden geplaatst. Wat volgt daaruit? Niets anders dan dat door de Heer de arme mensen ten opzichte van de welgestelde mensen als de eigenlijke naasten worden aangeduid en door Hem als zodanig tegenover elkaar worden gesteld, en dus niet rijken tegenover rijken of armen tegenover armen. Rijken tegenover rijken kunnen zich alleen dan als naasten beschouwen, wanneer zij zich voor dezelfde goede, God welgevallige doeleinden verenigen. Arme mensen echter zijn onderling eveneens naasten wanneer ook zij zich zo goed mogelijk in geduld en in de liefde tot de Heer onder elkaar broederlijk verenigen.
Hoofdstuk 104: Waaruit bestaat de eigenlijke, ware naastenliefde? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[2] Dat dit gebod hier in het zuivere rijk der geesten en heel bijzonder in het rijk der kinderen zeker iedereen die wat meer nadenkt, wat vreemd in de oren klinkt, hoeft nauwelijks te worden vermeld. Ten eerste weten deze kinderen nog helemaal niet wat een gehuwde vrouw is en ten tweede is hier ook het huwelijk tussen beide geslachten helemaal niet gangbaar, zeker niet in het rijk van de kinderen. In het geestenrijk is dit gebod, zoals uit deze beschouwing blijkt, dus duidelijk niet van toepassing.
Hoofdstuk 93: Tiende zaal - tiende gebod - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[5] Jullie kunnen de taal der geesten in de harmonie der klanken horen of beter gezegd: jullie kunnen de geheime vormen van de meest innerlijke, geestelijke schepping reeds uiterlijk materieel met jullie vleselijke oren vernemen. Hoe ver staat het oog dan achter bij het oor!
Hoofdstuk 86: Wat is een vals getuigenis? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[8] Hieruit zien we echter dat dit gebod voor de geesten helemaal niet deugt, omdat hen de vaardigheid om te liegen geheel en al ontbreekt.
Hoofdstuk 85: Achtste zaal - achtste gebod. Het materiële omhulsel - het middel om te liegen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[9] Voor wie geldt dan dit gebod? Ik weet dat men met het antwoord gauw klaar zal zijn en zal zeggen: het geldt voor de met materie omhulde geesten en het gebiedt hun om hun omhulling alleen maar zodanig te gebruiken dat hun denken en hun daaruit voortvloeiende willen met hun zuiver geestelijke geaardheid in overeenstemming is.
Hoofdstuk 85: Achtste zaal - achtste gebod. Het materiële omhulsel - het middel om te liegen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[7] Zoals gezegd, is dat voor de zuivere geesten niet mogelijk. Zij kunnen zich weliswaar als ze zich aan aardse mensen openbaren, in overeenstemmingen uitdrukken en zeggen dan ook niet zelden iets heel anders dan hetgeen de innerlijke betekenis van hun spreken voorstelt, maar dat is geen liegen, maar de geestelijke waarheid in aardse beelden leggen die met deze waarheid precies overeenstemmen.
Hoofdstuk 85: Achtste zaal - achtste gebod. Het materiële omhulsel - het middel om te liegen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
...  63 - 64 - 65 - 66 - 67 - 68 - 69 - 70 - 71 - 72 - 73 - 74 - 75 - 76 - 77 - 78 - 79 - 80 - 81 - 82 - 83 - 84 - 85 - 86 - 87 - 88  ...