17481 resultaten - Pagina 741 van 1166
... 729 - 730 - 731 - 732 - 733 - 734 - 735 - 736 - 737 - 738 - 739 - 740 - 741 - 742 - 743 - 744 - 745 - 746 - 747 - 748 - 749 - 750 - 751 - 752 - 753 - 754 ...
[4] Van nu af aan ben Ik weer zoals ieder ander mensenkind, en dat moet Ik zijn, want ook Mijn Vlees moet groeien voor jullie aller welzijn!Hoofdstuk 226: De Godheid in het Kindje treedt terug. Laatste opdrachten voor Jozef en voor Cyrenius. De nachtrust. Jacob door het Kindje bijzonder begenadigd - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[6] maar Iaat je desondanks niet in de war brengen wat betreft jullie geloof en vertrouwen in Mijn macht en Mijn gezag;
Hoofdstuk 226: De Godheid in het Kindje treedt terug. Laatste opdrachten voor Jozef en voor Cyrenius. De nachtrust. Jacob door het Kindje bijzonder begenadigd - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[9] Jij Jozef, neem het bewind over dit huis weer van Mij over, en Iaat er recht en gerechtigheid geschieden in de naam van Mijn Vader, Amen!
Hoofdstuk 226: De Godheid in het Kindje treedt terug. Laatste opdrachten voor Jozef en voor Cyrenius. De nachtrust. Jacob door het Kindje bijzonder begenadigd - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[11] Mijn liefde en genade zijn met je, je kunt dus gerust zijn. Voor het overige moet je maar met Jozef overleggen; want nu is hij weer de heer des huizes!'
Hoofdstuk 226: De Godheid in het Kindje treedt terug. Laatste opdrachten voor Jozef en voor Cyrenius. De nachtrust. Jacob door het Kindje bijzonder begenadigd - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[14] Je mag best weten, dat mijn voorraadkamers nog propvol zijn; ik bezit zeker wel zo'n tweeduizend centenaar gerookte vis!
Hoofdstuk 227: Jozef heeft zorgen over het ontbijt. De provisiekamer leeg. Jonatha brengt uitkomst met een flinke partij vis - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[2] Cyrenius antwoordde: 'Ja, beste vriend en broeder, ik en heel mijn gevolg zijn dat inderdaad,
Hoofdstuk 228: Liefde wedijver tussen Jozef en Cyrenius. Jozefs onbaatzuchtigheid. Over ware en onechte Godsdienaars - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[4] Daarom zal ik vanochtend mijn personeel naar de stad sturen, om daar voor mij en voor jou levensmiddelen te gaan kopen!'
Hoofdstuk 228: Liefde wedijver tussen Jozef en Cyrenius. Jozefs onbaatzuchtigheid. Over ware en onechte Godsdienaars - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[8] want ten eerste staat het ontbijt al gereed, en ten tweede is er in mijn provisiekamer nog zoveel voorraad, dat jullie die met z'n allen in acht dagen nauwelijks aan zoudt kunnen
Hoofdstuk 228: Liefde wedijver tussen Jozef en Cyrenius. Jozefs onbaatzuchtigheid. Over ware en onechte Godsdienaars - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[20] Zelfs voor mijn acht kinderen wil je niets aannemen! ...als daaruit niet duidelijk blijkt hoe echte en zuivere Godsdienaars er uit zien!?'
Hoofdstuk 228: Liefde wedijver tussen Jozef en Cyrenius. Jozefs onbaatzuchtigheid. Over ware en onechte Godsdienaars - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[7] Je gelooft niet hoe lelijk Mijn moeder kan doen, als Ik iets doe, wat haar niet aanstaat!'
Hoofdstuk 230: Juist vanwege haar grote liefde doet Maria wel eens boos tegen Mij. - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[11] 'Maar mijn Leven, hemels Kind je van me. Als Je moeder dan zo lelijk doet, hoe kun Je dan toch zo veel van haar houden?'
Hoofdstuk 230: Juist vanwege haar grote liefde doet Maria wel eens boos tegen Mij. - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[13] Ik moet haar dus wel echt liefhebben! Is ze dan al eens boos zonder goede reden, dan meent zij het toch goed, en daarom verdient zij Mijn Liefde.
Hoofdstuk 230: Juist vanwege haar grote liefde doet Maria wel eens boos tegen Mij. - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[15] Het zou Me beslist geen kwaad doen, maar Zelf wil Ik nu niet tegen de goede bedoelingen van Mijn moeder ingaan.
Hoofdstuk 230: Juist vanwege haar grote liefde doet Maria wel eens boos tegen Mij. - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[18] En het maakt Me dan ook helemaal niets uit, als in zo'n geval Mijn moeder wat opspeelt.
Hoofdstuk 230: Juist vanwege haar grote liefde doet Maria wel eens boos tegen Mij. - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus
[24] Ik heb je toch al gezegd, dat Ik soms doe wat Ik wil, zonder te vragen of Mijn moeder dat goed vindt of niet...
Hoofdstuk 230: Juist vanwege haar grote liefde doet Maria wel eens boos tegen Mij. - Jakob Lorber - De jeugd van Jezus