15542 resultaten - Pagina 741 van 1037
... 729 - 730 - 731 - 732 - 733 - 734 - 735 - 736 - 737 - 738 - 739 - 740 - 741 - 742 - 743 - 744 - 745 - 746 - 747 - 748 - 749 - 750 - 751 - 752 - 753 - 754 ...
[4] Toen het hele, grote gezelschap bij de voorhof aankwam, sloegen er onmiddellijk talloze bliksemschichten van het gouden dak van de tempel in de grote voorhof. Tegelijkertijd echter wenkten de tien ministers naar al de omliggende vuurspuwende bergen, en op hetzelfde ogenblik dreven deze hemelhoge vlammenzuilen uit hun kraters; en de met de vlammen ontsnappende reusachtige rookmassa's bedekten al spoedig het zichtbare uitspansel.Hoofdstuk 180: Alle honderd en tien gaan naar de tempel om de zegen te ontvangen. De vuurzee en Ohlads wijze woorden ter geruststelling. Het betreden van de tempel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] Maar Ohlad zei tegen Danel: 'Maak je geen zorgen over zulke dwaze dingen! Het is immers de ernst die de Heer jou, evenals ook al je metgezellen nu toont; en zou de Heer jullie deze ernst niet hebben getoond, dan zou je niet waardig zijn geweest hier de machtige zegen te ontvangen waardoor jullie de volkeren zullen trekken naar het licht van het leven uit God!
Hoofdstuk 180: Alle honderd en tien gaan naar de tempel om de zegen te ontvangen. De vuurzee en Ohlads wijze woorden ter geruststelling. Het betreden van de tempel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[12] Ohlad liet daarop meteen de poort van het voorhof openen en trad toen zelf met de grootste eerbied met het gehele, grote gezelschap naar binnen, bracht daar lof aan de Heer en ging vervolgens de tempel in, waar alleen de tien hem mochten volgen. Alle anderen van het gezelschap moesten in de voorhof blijven, want alleen de ingewijden mochten de tempel betreden.
Hoofdstuk 180: Alle honderd en tien gaan naar de tempel om de zegen te ontvangen. De vuurzee en Ohlads wijze woorden ter geruststelling. Het betreden van de tempel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] De vrouwen daarentegen snakken letterlijk naar bezoeken van mannen; hoe vaker en hoe meer van dergelijke bezoeken er zijn, des te vrolijker en belachelijk vriendelijker zij worden.
Hoofdstuk 181: Ohlad bij het altaar voor de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[16] Ga daarom naar buiten en verkondig Mijn wil aan je negenennegentig broeders, en die zullen hetzelfde doen bij hun afgestompte vrouwen en kinderen; en zeg dat Ik niemand eerder met Mijn genade zal zegenen dan dat hij zijn huis zo zal hebben geordend!
Hoofdstuk 181: Ohlad bij het altaar voor de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[17] Waar mensen elkaar echter bezoeken omwille van wat voor werelds vermaak dan ook, daar zal Satan in hun midden zijn en zal naar hartelust zijn kinderen wurgen!
Hoofdstuk 182: Ohlads dwaze verzoek aan de Heer. Belangrijke wenken van de Heer voor gezelschappen. 'Waar twee of drie bijeen zijn in Mijn naam ben Ik in hun midden!' - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Na deze woorden sloeg Ohlad zich op zijn borst, boog diep voor het altaar en ging onmiddellijk naar buiten naar de negenennegentig wachtende broeders, riep Danel bij zich en vertelde hem alles wat hij van de Heer had gehoord.
Hoofdstuk 183: Ohlad brengt de wil van de Heer over aan Danel en de raadsheren. Danels verwondering over de schijnbare kleingeestigheid van God. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[20] O de Heer zal Zich in eeuwigheid niet naar onze grote dwaasheid richten; maar het is wel aan ons, Zijn schepselen, dat wij ons naar Zijn wil richten, - want alleen Hij weet immers wat ons ten goede komt!
Hoofdstuk 183: Ohlad brengt de wil van de Heer over aan Danel en de raadsheren. Danels verwondering over de schijnbare kleingeestigheid van God. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] En Danel dacht diep na en zei vervolgens: 'Luister dan naar mij; ik wil met de genade van de Heer, die ginds vanuit Zijn heiligdom mij ten zeerste verlicht, jullie alles zo helder voor ogen stellen als de zon op het hoogste punt van de dag schijnt, en die nu uiteraard niet schijnt omdat zij bedekt is door de dichte rookwolken die uit de brandende bergen walmen!
Hoofdstuk 184: De vrouwen vragen Danel om opheldering. Danels verlichtende antwoord over roddelvisites en hun verderfelijke invloed op de ziel en de geest in de mens. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] En dat doet zij allemaal omdat zij ten gevolge van de verlamming van de vergiftigde geest geen ladder naar boven meer heeft en zich tenslotte zelf als het heersende levensprincipe beschouwt, en dat is nu juist uitermate verkeerd om de weliswaar geheime, maar toch hoogst belangrijke reden, dat onze zielen als levende substantie van onze lichamen van beneden afkomstig zijn. Enkel en alleen de geest is van boven afkomstig om de gevallen ziel van haar oude slakken te verlossen gedurende dit aardse leven!
Hoofdstuk 184: De vrouwen vragen Danel om opheldering. Danels verlichtende antwoord over roddelvisites en hun verderfelijke invloed op de ziel en de geest in de mens. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[12] Evenmin als men in staat zal zijn een machtige brand met één druppel water te blussen, zal ook een goede waarschuwing bij een werelds verdorven mens iets uit kunnen richten! Ga naar een bergbrand en blus die met één druppel water als je het kunt!
Hoofdstuk 184: De vrouwen vragen Danel om opheldering. Danels verlichtende antwoord over roddelvisites en hun verderfelijke invloed op de ziel en de geest in de mens. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Daarop ging Danel weer terug naar Ohlad en zei tegen hem: 'Broeder, jij gezalfde, ware koning vervuld van macht en genade vanuit de Heer, die als enige God heerst en alle dingen en wezens regeert, sinds eeuwigheid heilig, meer dan heilig, - jijzelf was nu oog- n oorgetuige hoe ik ongetwijfeld, voorzover het mij maar mogelijk was, de wil van de Heer aan onze vrouwen en kinderen met luide stem heb verkondigd! Of dat enig nut zal hebben, daar kan ik onmogelijk borg voor staan!
Hoofdstuk 185: Ohlad looft Danel voor zijn goede woorden en draagt hem op de Heer daarvoor te danken. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] Maar ga nu met mij mee naar de poort van de tempel en val daar voor de allerheiligste aanwezigheid van de Heer neer en dank Hem uit de grond van je hart voor de genade waardoor je in staat was zo wijs te spreken en vraag de Heer ook om het goede gevolg van je woorden!
Hoofdstuk 185: Ohlad looft Danel voor zijn goede woorden en draagt hem op de Heer daarvoor te danken. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[5] Sta dus op en ga naar de poort en zeg in Mijn naam tegen Danel dat hij hetzelfde moet doen! Zodra hij is opgestaan, leid hem dan hierheen de tempel in, en Ikzelf zal hem openbaren wat hij allemaal in Mijn naam dient te doen!'
Hoofdstuk 186: De woorden van de Heer aan Ohlad en Danel over de ware verering van God. Ohlad en Danel als nakomelingen van Kisehel. De opdracht van de Heer om aan alle volkeren boete te prediken. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] De derde generatie na Kisehel trok tegen Mijn wil naar de laagte en jij bent een lid van de zevende generatie na Kisehel.
Hoofdstuk 186: De woorden van de Heer aan Ohlad en Danel over de ware verering van God. Ohlad en Danel als nakomelingen van Kisehel. De opdracht van de Heer om aan alle volkeren boete te prediken. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)