Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 742 van 1110

...  730 - 731 - 732 - 733 - 734 - 735 - 736 - 737 - 738 - 739 - 740 - 741 - 742 - 743 - 744 - 745 - 746 - 747 - 748 - 749 - 750 - 751 - 752 - 753 - 754 - 755  ...
[23] Daarom geef Ik jullie nu ook geen wet, maar zeg als Vader alleen tegen je, dat jullie Mij boven alles moeten liefhebben en elkaar zoals ieder zichzelf liefheeft! Dat is Mijn wil; maar doe al het andere vanuit de wijsheid die jullie in Mijn liefde ten deel valt, dan zullen jullie leven zoals het Mij het meest welgevallig is!
Hoofdstuk 230: Lamechs dwaze behoefte aan wetten. De verklaring van de Heer over het gericht in de wet en de vrijheid in de liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[24] Onthoud dat en handel ernaar, dan zullen jullie altijd Mijn liefde hebben, en Mijn grote vaderhuis zal eeuwig niet voor jullie gesloten worden! Amen!'
Hoofdstuk 230: Lamechs dwaze behoefte aan wetten. De verklaring van de Heer over het gericht in de wet en de vrijheid in de liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[9] En Ik zeg je, Lamech, dat je vraag van het grootste belang is; want werkelijk, er is alles aan gelegen, hoe jullie Mij liefhebben!
Hoofdstuk 232: Hoe de juiste liefde tot God er uitziet. De gelijkenis van de vorst en zijn kinderen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[4] 'Thans louter broeders en zusters! Samen met mij hebben jullie het nu in je hart ontvangen, hebt het met eigen oren gehoord en met eigen ogen gezien, dat de Heer, die alleen de enige ware, almachtige God is, de Schepper van alle dingen, voor ons allen een ware, heilige, liefdevolle Vader wil zijn en ons nu Zelf heeft duidelijk gemaakt dat wij Hem mogen liefhebben zoals welopgevoede kinderen met al de gloed van hun hart hun ouders liefhebben.
Hoofdstuk 233: Lamechs goede toespraak tot zijn volk over het ware offer van het hart en zijn verzoek aan de Heer om inlichtingen over zijn beide vermiste zonen Jubal en Jabal. De troostende woorden van de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[9] Bereiden jullie allen je nu echter goed voor in je hart, opdat wij allen waardig zullen zijn aan Zijn zijde te mogen gaan als het Hem, de heilige, liefdevolle Vader welgevallig zal zijn, Zijn allerheiligste, levende naam in de nieuwgebouwde tempel te laten brengen!
Hoofdstuk 233: Lamechs goede toespraak tot zijn volk over het ware offer van het hart en zijn verzoek aan de Heer om inlichtingen over zijn beide vermiste zonen Jubal en Jabal. De troostende woorden van de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[14] 'O Heer en heilige Vader, zie genadig neer op mij, ik ben een grote dwaas! Ik, een allergrootste domkop, wilde zonder U Uw heiligdom optillen en het volgens Uw genadige opdracht hierheen brengen; maar toen ik, armzalige sukkel, dat probeerde en omdat hij zo oneindig zwaar was, niet in staat was de heilige plaat van zijn plaats te krijgen, werd het mij pas duidelijk dat men zonder U niets kan - en wel het allerminst wat U rechtstreeks betreft -, maar met U, in U en door U, wel alles, o heilige, liefdevolle Vader!
Hoofdstuk 234: Lamechs vergeefse poging om de voor hem te zware heilige tafel te dragen. 'Zonder Mij zijn jullie tot niets in staat, maar met Mij werkelijk tot alles!' - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[18] Wie is er in staat zelf zijn lichaamslengte met ook maar een tiende deel van een handbreedte te verlengen?! Wie kan zeggen: dit of dat geschiede, en dat het dan ook gebeurt volgens zijn wil?!
Hoofdstuk 234: Lamechs vergeefse poging om de voor hem te zware heilige tafel te dragen. 'Zonder Mij zijn jullie tot niets in staat, maar met Mij werkelijk tot alles!' - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[2] 'Luister nu, Lamech, en jullie allen, ook kinderen van Kaïn! Jij, Lamech, hebt Mij over wetten aangesproken, en zie, Ik heb jullie geen wet gegeven, opdat er geen gericht over jou en je hele volk komt!
Hoofdstuk 235: De woorden van de Heer over de zware last van de wet. Waarom een mens een goddelijke wet nooit geheel kan vervullen. Het gebod van de liefde en de deemoed van het hart - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[8] Maar als zij die moeilijkheden zouden krijgen, wat dan, als Ik Mij niet zoals nu zichtbaar in jullie midden zou bevinden, en bij de latere nakomelingen ook het vaste, onwankelbare geloof aan Mij verloren mocht gaan en met dat geloof de noodzakelijke liefde tot Mij. Dan zou ook niemand zoals jij nu, naar Mij toe kunnen gaan en zeggen: `Heer, nu zie ik in dat men zonder U tot niets in staat is; kom daarom en help me met het dragen en verplaatsen van de grote, zware last!'
Hoofdstuk 235: De woorden van de Heer over de zware last van de wet. Waarom een mens een goddelijke wet nooit geheel kan vervullen. Het gebod van de liefde en de deemoed van het hart - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[12] Maar wanneer de mens alles volgens Mijn geopenbaarde wil heeft gedaan en daarvoor tegenover Mij gerechtvaardigd wil zijn, dan moet hij in zijn deemoedige hart zeggen:
Hoofdstuk 235: De woorden van de Heer over de zware last van de wet. Waarom een mens een goddelijke wet nooit geheel kan vervullen. Het gebod van de liefde en de deemoed van het hart - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[15] Wanneer iemand zo Mijn wil doet, moet hij het doen alsof hij dat op eigen kracht doet, weliswaar steeds in het volste vertrouwen op Mijn krachtige ondersteuning; maar als hij iets heeft uitgevoerd volgens Mijn wil, dan moet hij wel beseffen dat hij niets, maar alleen Ik alles door middel van hem heb uitgevoerd!
Hoofdstuk 235: De woorden van de Heer over de zware last van de wet. Waarom een mens een goddelijke wet nooit geheel kan vervullen. Het gebod van de liefde en de deemoed van het hart - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[18] Om echter jou en je volk zoveel mogelijk voor het gericht te sparen, omdat het vervullen van Mijn wet te zwaar, ja voor jullie geheel en al onmogelijk is, geef Ik jullie ook geen gebod dan alleen dat van de liefde - wat eigenlijk geen gebod is, omdat de liefde eigenlijk ieders geheel eigen leven is -, en dat jullie Mijn naam niet ijdel gebruiken - want het is de naam van God, die eeuwig heilig, heilig, heilig is! -, en dat jullie altijd geloven dat Ik alleen de enige God en Schepper van hemel en aarde ben en van nog talloze zonnen en werelden in Mijn oneindigheid!
Hoofdstuk 235: De woorden van de Heer over de zware last van de wet. Waarom een mens een goddelijke wet nooit geheel kan vervullen. Het gebod van de liefde en de deemoed van het hart - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[19] Dus bemin, eer Mij altijd boven alles, en geloof dat Ik jullie God en allerbeste Vader ben, die dit nu aan jullie bekendmaakt; dan hebben jullie meer gedaan dan wanneer je tienduizend wetten tot in de puntjes vervuld zou hebben!
Hoofdstuk 235: De woorden van de Heer over de zware last van de wet. Waarom een mens een goddelijke wet nooit geheel kan vervullen. Het gebod van de liefde en de deemoed van het hart - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[20] Laat deze plaat jullie altijd aan Mij herinneren en jullie hart vullen met liefde, eerbied en geloof aan Mij, dan zal Ik ook in de geest altijd bij jullie zijn en jullie zullen in Mij het eeuwige leven hebben en vinden!
Hoofdstuk 235: De woorden van de Heer over de zware last van de wet. Waarom een mens een goddelijke wet nooit geheel kan vervullen. Het gebod van de liefde en de deemoed van het hart - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[21] En laat ons dan nu deze plaat optillen en hem naar de plaats van zijn hoge bestemming dragen tot jullie eeuwigdurende heil! Amen.'
Hoofdstuk 235: De woorden van de Heer over de zware last van de wet. Waarom een mens een goddelijke wet nooit geheel kan vervullen. Het gebod van de liefde en de deemoed van het hart - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
...  730 - 731 - 732 - 733 - 734 - 735 - 736 - 737 - 738 - 739 - 740 - 741 - 742 - 743 - 744 - 745 - 746 - 747 - 748 - 749 - 750 - 751 - 752 - 753 - 754 - 755  ...