Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 742 van 1490

...  730 - 731 - 732 - 733 - 734 - 735 - 736 - 737 - 738 - 739 - 740 - 741 - 742 - 743 - 744 - 745 - 746 - 747 - 748 - 749 - 750 - 751 - 752 - 753 - 754 - 755  ...
[2] Deze Ene - hier Abedam, de hoge, genoemd - was bijgevolg ook de eerste die op de been was en Hij wekte hier ook lichamelijk alle kinderen uit hun slaap. Eén enkele roep volstond: "Word wakker en sta op!" En allen ontwaakten dadelijk en stonden op, gingen toen meteen de woning uit en wasten hun voeten, hun handen, dan hun geslachtsdelen, dan hun borst en dan tenslotte hun gezicht; want een dergelijke wasbeurt was reeds van oudsher een dagelijks gebruik bij de kinderen.
Hoofdstuk 167: Het ware bidden. De richtende Godheid en de liefhebbende Vader in de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[12] Vanuit God moet alles sterven; maar dan komt het leven van de Vader over de doden. Wie God zoekt, die zal Hem verliezen en zichzelf en zijn leven; want God laat Zich niet aantaken. En de wijsheid van de mens die Hem zoekt, is voor Hem een gruwelijke, walgelijke dwaasheid en voor de zoekende slechts onvermijdelijk dodelijk. Want met de wijsheid raakt hij God aan; maar deze kan door geen geschapen wezen in wat voor een gemoedstoestand dan ook, aangeraakt worden en daarbij zijn leven behouden.
Hoofdstuk 167: Het ware bidden. De richtende Godheid en de liefhebbende Vader in de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[5] En Jura vroeg aan Seth: "Broer Seth, hoe moeten wij dat verstaan? Is misschien juist in deze nacht vol verschrikkingen de verheven, boven alles machtige Emmanuël bij jullie gekomen? Want zie, dat dachten wij allen toen de meest onverklaarbare - men kan wel zeggen - wereldomvattende vuurstorm plotseling een einde nam!
Hoofdstuk 168: Een terugblik op de stormnacht. Liefde verdrijft vrees - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[15] Waarbij er dan als tegenstelling wel heel nadrukkelijk de aandacht op gevestigd dient te worden, dat deze afgrijselijke taferelen, toen zij zich ongetwijfeld op hun hoogtepunt bevonden, opeens zodanig verstomden alsof zij er nooit waren geweest en dat ook de zee plotseling zo sterk terugweek, dat zij niet alleen weldra binnen haar vorige grenzen terugkeerde, maar zo geheel en al verdween, dat daarvan nu nergens meer een spoor te ontdekken valt, behalve een onafzienbare zich naar alle zijden uitstrekkende slijkbodem, die voordien de zee tot bedding had gediend.
Hoofdstuk 168: Een terugblik op de stormnacht. Liefde verdrijft vrees - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[10] Ik heb mij deze nacht grote zorgen om jullie allen gemaakt; dat kwam door de verschrikkelijk strijdende elementen. Maar nog veel groter was mijn vertrouwen in de Heer, de meest geliefde Vader van ons allen, die altijd heilig, heilig, heilig is en vervuld van de grootste macht en kracht, hulp en redding; want wij waren allemaal aan niets minder dan aan de grootste beproeving prijs gegeven en moesten een ware vuurproef doorstaan. Mijn oude woonstee werd een behuizing voor de meest wilde dieren. Slangen, hyena's, tijgers, leeuwen, wolven, beren en nog allerlei ander gedierte vulden deze woning en felle vlammen braken gloeiend uit de vloer omhoog. En toch mocht ons vertrouwen niet wankelen en wij allen ondervonden dan ook al spoedig de heerlijke uitwerking van Emmanuëls beschermende zegen!
Hoofdstuk 168: Een terugblik op de stormnacht. Liefde verdrijft vrees - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[13] Jura, als oudste, voerde het woord en sprak Hem als volgt aan: "Wees van harte vele malen gegroet, Abedam! Aartsvader Adam heeft ons naar jou verwezen omdat je ons een nadere opheldering zou geven over deze - alle lof en dank aan de Heer Emmanuël - afgelopen ongehoorde stormnacht. Want zie, wij drieën zijn zonen van Adam en lopen reeds meer dan achthonderd jaar op de aardbodem rond, wij waren aanwezig bij de vlucht uit het paradijs en hebben na die tijd veel treurige en verschrikkelijke dingen doorgemaakt, - maar iets dergelijks als deze nacht hebben wij nog niet meegemaakt! Zulke verschrikkingen zijn nog nooit over de aarde gekomen, tenminste niet zolang als wij haar betreden, waarlijk niet!
Hoofdstuk 168: Een terugblik op de stormnacht. Liefde verdrijft vrees - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[14] Ik wil niets zeggen over al die vurige taferelen, niets over de rondom ons nog geheel in vlammen staande en in rook gehulde bergen, niets over het voortdurende beven van de aarde, niets over de talloze bliksems, niets over de brandende en rokende wouden, vurige winden en meer van dergelijke dingen; want de donder blijft van jaar tot jaar gelijk en zo is het ook gesteld met andere verschijnselen die in de strijd tussen de elementen ons onder ogen komen en, niet minder vreesaanjagend, ook de andere zintuigen raken. Maar luister, goede man, wanneer de zee, de eindeloos grote zee ongehoord woedend buiten zijn oevers treedt, schuimend en bruisend hoger en schrikwekkend steeds hoger stijgt en tijdens dit vreselijke rijzen de ene berg na de andere begint te verslinden en tenslotte zelfs ons, de bewoners van middernacht, door de talloze voor de golven vluchtende dieren dwingt ijlings onze woningen te verlaten, ja tenslotte de golven zelfs zover begon op te stuwen dat deze onze woningen verslonden, de dieren van het woud ons najoegen en daarenboven nog nooit waargenomen vreselijk grote monsters, die waarschijnlijk evenals vele andere dieren in het water leven, en gruwelijk met elkaar strijdend en van hot naar haar wentelend, ons een huiveringwekkende aanblik bood, - zie, dat is iets, wat we misschien wel nooit kunnen vergeten!
Hoofdstuk 168: Een terugblik op de stormnacht. Liefde verdrijft vrees - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[16] Indien je het nu wilt en kunt, geef ons dan een verklaring voor al deze ongehoorde dingen!"
Hoofdstuk 168: Een terugblik op de stormnacht. Liefde verdrijft vrees - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] En toen de hoge Abedam dat tegen het drietal had gezegd, gebood Hij hen Hem te volgen. Hij ging voorop en liet Henoch en Lamech naast Zich lopen. Hem volgden op de voet de bekende Abedam met aan diens rechterzijde Jared en aan diens linkerzijde Methusalah. Achter deze drie volgden Enos, Kenan en Mahalaleël en achter dit drietal sloten zich pas Kaeam en Jura, Bhusin en Ohorion aan.
Hoofdstuk 169: Het ochtendmaal van de aartsvaderen op de sabbat - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[5] En zo werd er ook ditmaal volgens deze traditie het ochtendmaal gebruikt.
Hoofdstuk 169: Het ochtendmaal van de aartsvaderen op de sabbat - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[9] Maar genoeg nu over deze historische uiteenzetting; en derhalve gaan wij weer Adam's woonstee binnen en zien en horen daar wat er allemaal na het ochtendmaal gebeurde!
Hoofdstuk 169: Het ochtendmaal van de aartsvaderen op de sabbat - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[11] "Luister allen die hier aanwezig zijn en getuige waren van deze nacht en, slechts met uitzondering van Kaeam, ook bijna gedurende de hele dag van gisteren! Hierbij zul je je altijd herinneren wie Degene was, is en eeuwig zal zijn die tot je kwam en Zelf aan jullie de juiste weg van de liefde heeft geleerd en dus ook de ware, oneindige wijsheid uit haar, niet een wijsheid van de wereld als zeer schadelijk voor het hoofd en nog schadelijker voor het hart, maar een ware wijsheid in de geest van de liefde en alle waarheid uit haar, hetwelk alles het ware, vrije, eeuwige leven is.
Hoofdstuk 169: Het ochtendmaal van de aartsvaderen op de sabbat - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[12] Deze maaltijd moet je dus ook in het vervolg houden voor je een sabbatsoffer aan de Vader wilt brengen; want waarlijk, Ik zeg je: het offer zal niet eerder worden aangezien dan totdat jullie elkaar bij het ochtendmaal als ware broeders en zusters in Mijn liefde en dus ook als kinderen van een en dezelfde Vader in je hart goed hebben opgenomen!
Hoofdstuk 169: Het ochtendmaal van de aartsvaderen op de sabbat - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[22] Grif deze woorden diep in je hart en handel onveranderlijk daarnaar, dan zul je door en door levend zijn en niet vragen: 'Waar is de Vader?' en ook niet tot Hem roepen: 'Kom!'; want Hij zal bij je zijn en in je zijn zoals nu, dus ook voor eeuwig! Amen.
Hoofdstuk 169: Het ochtendmaal van de aartsvaderen op de sabbat - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] Na deze woorden stond Henoch onmiddellijk op met een van innige liefde en de diepe dank vervuld hart en vroeg de hoge Abedam:
Hoofdstuk 170: Een evangelie van het offer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  730 - 731 - 732 - 733 - 734 - 735 - 736 - 737 - 738 - 739 - 740 - 741 - 742 - 743 - 744 - 745 - 746 - 747 - 748 - 749 - 750 - 751 - 752 - 753 - 754 - 755  ...