15542 resultaten - Pagina 742 van 1037
... 730 - 731 - 732 - 733 - 734 - 735 - 736 - 737 - 738 - 739 - 740 - 741 - 742 - 743 - 744 - 745 - 746 - 747 - 748 - 749 - 750 - 751 - 752 - 753 - 754 - 755 ...
[10] Waarlijk, stamde jij niet evenals Ohlad van Kisehel af, dan zou de weg naar de tempel nooit voor jullie geopend zijn; maar omdat jullie zonen van Mijn getrouwe Kisehel zijn en als zodanig goed herkenbaar aan jullie aanvankelijk weerspannige geest, zoals dat eens bij Kisehel het geval was, heb Ik Mij alleen ter wille van jullie nog een keer over het hele volk erbarmd en wil het door jullie nog eenmaal luid en duidelijk tot Mij laten roepen.Hoofdstuk 186: De woorden van de Heer aan Ohlad en Danel over de ware verering van God. Ohlad en Danel als nakomelingen van Kisehel. De opdracht van de Heer om aan alle volkeren boete te prediken. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[13] Trek daarna uit naar alle streken van de aarde, en predik overal ernstige boetedoening! Vindt die plaats, trek dan verder en doe weer hetzelfde; maar vindt de boetedoening niet plaats, verkondig dan Mijn toorn en Mijn toegezegde gericht, dat niet uit zal blijven wanneer niet overal een volledige ommekeer zal plaatsvinden! - Ontvang nu Mijn zegen!'
Hoofdstuk 186: De woorden van de Heer aan Ohlad en Danel over de ware verering van God. Ohlad en Danel als nakomelingen van Kisehel. De opdracht van de Heer om aan alle volkeren boete te prediken. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] In de voorhof aangekomen dankten allen de Heer uit de diepste grond van hun hart en loofden Zijn onuitsprekelijke goedheid; en Ohlad sloot de tempel weer en ging met Danel en de tien ministers naar de achtennegentig en verkondigde aan hen de wil van de Heer.
Hoofdstuk 187: De zegening van de achtennegentig boden. Het weeklagen van de vrouwen en de geruststellende woorden van een van de tien boden. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[3] Terwijl ze de Heer zo machtig loofden en prezen, begaven zij zich uit de voorhof naar buiten, waar hun vrouwen en kinderen op hen wachtten, en maakten ook hen bekend met de wil van de Heer.
Hoofdstuk 187: De zegening van de achtennegentig boden. Het weeklagen van de vrouwen en de geruststellende woorden van een van de tien boden. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[15] Daarop begaven allen zich naar huis, en reeds de volgende dag vertrokken onze negenennegentig onder veel zegeningen; alleen Midehal bleef thuis - vanwege zijn lange oren.
Hoofdstuk 187: De zegening van de achtennegentig boden. Het weeklagen van de vrouwen en de geruststellende woorden van een van de tien boden. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[9] Na deze triomftocht, waarvan de indrukwekkende, rijke pracht al het tot op heden denkbare ver overtrof, begaf Ohlad zich met de tien ministers en met de andere negenennegentig naar de tempel en bracht de Heer eerst in zijn hart een werkelijk levend dankoffer.
Hoofdstuk 188: Het driejarige zendingswerk van de negenennegentig boden. De grote triomfboog uit dank. De terechtwijzing van de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[10] Ohlad en al zijn ministers zagen weliswaar dit kwaad, maar zij konden er niets tegen doen, want het volk dat van alle streken van de wereld naar de nieuwe tempel ter bedevaart ging, was zeer vroom en altijd zeer bewogen en loofde daar de naam van de enige God buitengewoon. Daarom moest hij de strijd tussen de drie partijen rustig aanzien, want oppervlakkig bezien beweerde iedereen het juiste.
Hoofdstuk 189: De nieuwe tempel over de triomfboog. De voorstad van herbergen. Het beginnende heidendom. Het verschil van inzichten uit eigenbelang. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[13] Zo kwam hij eens bij Mij toen Ik wegens de enorm toenemende hoererij een kleine pest naar de stad zond, die in een week tweehonderdduizend mensen doodde, evenwel alleen in een deel van de stad (met de voorsteden erbij had Hanoch toen een bevolking van twaalf miljoen mensen) en zei:
Hoofdstuk 190: Het handhaven van de orde in Hanoch tot de dood van Ohlad en de tien ministers. Ohlads zoon Dronel als koning en zijn morren tegen de Heer. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] Maar nu ben ik oud, zwak en moe geworden en heb een groot verlangen naar rust.
Hoofdstuk 191: Dronels zoon Kinkar neemt de regering over. De woorden tot de Heer bij Dronels afreden. Het antwoord van de Heer. De valse eed van Kinkar. De gevaren van het naturalisme. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[8] Jij hebt volgens jouw raad je zoon tot koning gemaakt! Daarom zal hij ook koning zijn zonder de minste tegenspraak van Mij, want jij luisterde immers nooit naar Mijn raad omdat je alles beter wist dan Ik, de Schepper van alle dingen!
Hoofdstuk 191: Dronels zoon Kinkar neemt de regering over. De woorden tot de Heer bij Dronels afreden. Het antwoord van de Heer. De valse eed van Kinkar. De gevaren van het naturalisme. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[1] Na een jaar had Kinkar een gesprek met zijn vader Dronel en zei: 'Vader, luister naar mij; er is mij een goede gedachte door het hoofd gegaan!
Hoofdstuk 192: Kinkar als verzamelaar van de wetten van God en schrijver van de beide boeken: 'De heilige schrift en jullie heil' en 'De heilige geschiedenis van God'. Dronels lof over Kinkars werk. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[4] Ja, ik heb zelfs boden naar de hoogte gestuurd! Die hebben daar buitengewoon oude mensen aangetroffen, - ik zeg je: mensen die de fabelachtige eerste mensen op aarde werkelijk gekend hebben, naar zij zeggen! Ja, er zou nog een oeroude man leven die een tijdgenoot is van dezelfde Lamech die beide tempels heeft gebouwd!
Hoofdstuk 192: Kinkar als verzamelaar van de wetten van God en schrijver van de beide boeken: 'De heilige schrift en jullie heil' en 'De heilige geschiedenis van God'. Dronels lof over Kinkars werk. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[7] Hij, Japell namelijk, stond daarom alles toe, maar onder bepaalde wetten. Zo mocht men onder hem stelen, - maar slechts tot een zeker bedrag! Maar men moest bij het stelen gewiekst te werk gaan, want als de dief zich liet betrappen, dan had de bestolene het recht om de dief te straffen en kon dat naar believen doen.
Hoofdstuk 195: Hanochs enorme rijkdom en de natuurlijke gevolgen daarvan. Kinkars dood. Kinkars zoon Japell als opvolger. Japells politiek en wetten. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[11] Wie tien jaar achtereen de kleine adellijke titel had gekocht kon in het elfde jaar dingen naar de hoge adellijke titel, maar deze kostte dan ook het tienvoudige van de kleine.
Hoofdstuk 195: Hanochs enorme rijkdom en de natuurlijke gevolgen daarvan. Kinkars dood. Kinkars zoon Japell als opvolger. Japells politiek en wetten. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)
[2] De ministers raadden het gebruik van militair geweld aan, maar de priesters adviseerden heel sluw dat men afgezanten moest sturen naar zulke volkeren.
Hoofdstuk 197: De veroveringspolitiek van Japell, zijn ministers en priesters. Een glansrijke zege door listige priesters. Noach en de zijnen blijven de Heer trouw. Japells loon voor de priesters. Invoering van het kastenstelsel. - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 3)