Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 743 van 1088

...  731 - 732 - 733 - 734 - 735 - 736 - 737 - 738 - 739 - 740 - 741 - 742 - 743 - 744 - 745 - 746 - 747 - 748 - 749 - 750 - 751 - 752 - 753 - 754 - 755 - 756  ...
[7] En om uiteindelijk door een andere poort naar buiten te gaan, zou toch juist voor deze huidige, eeuwig incest verheven gelegenheid niet betamelijk zijn!
Hoofdstuk 236: De ondoordringbare volksmenigte voor de uitgangspoort van het paleis. Lamechs verlegenheid. Liefde en geduld als de voornaamste sleutel bij hindernissen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[16] Nu ging Lamech naar de mensen die in de poort stonden en zei tegen hen: 'Broeders, als het enigszins mogelijk is, maak dan zoveel plaats voor ons, dat wij er een voor een door kunnen komen; maar niemand van jullie zal tegen zijn buurman geweld gebruiken!
Hoofdstuk 236: De ondoordringbare volksmenigte voor de uitgangspoort van het paleis. Lamechs verlegenheid. Liefde en geduld als de voornaamste sleutel bij hindernissen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[3] Maar in een brede straat, die zij nu hadden bereikt, begon een steeds grotere volksmenigte zich naar voren te dringen; dat werd Lamech toch te veel.
Hoofdstuk 237: Lamech opnieuw in verlegenheid wegens de voor hem uittrekkende volksmenigte. Over vrolijk zijn en over zaligheid als de bestemming van de mens - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[29] En Mura opende de deur en de stoet bewoog zich naar de tempel, maar het volk waagde het niet meer een voet over deze drempel te zetten en bleef heel rustig buiten de muur.
Hoofdstuk 237: Lamech opnieuw in verlegenheid wegens de voor hem uittrekkende volksmenigte. Over vrolijk zijn en over zaligheid als de bestemming van de mens - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[2] Toen hij enigszins over zijn verbazing heen was, viel het hem pas op dat door iedere rij vensters een ander licht in de tempel viel, en wel door de onderste rij een zeer rozerood licht, door de middelste rij groen licht, dat naar beide kanten van de laatste vensters in geel overging, en door de bovenste rij een blauw licht, dat naar beide kanten in violet overging.
Hoofdstuk 238: De pracht en de inrichting van de tempel. De orde van de tempeldienst - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[1] Na deze woorden ging Lamech naar de rechterkant van het altaar, ging daar staan met de plaat in zijn hand en keek buitengewoon bedenkelijk, wat blijk gaf van grote angst en vrees.
Hoofdstuk 239: Lamechs bange en droevige gedachten bij het altaar. De geruststellende verklaring van de Heer over het doel van de tempelorde. De zegening van het altaar - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[14] O heerlijke, heilige plaat, juichend droeg ik je naar buiten, - maar weeklagend zal ik weer naar huis terugkeren; want je bent ons armen niet tot zegen gegeven, maar tot een onverbiddelijk gericht!
Hoofdstuk 239: Lamechs bange en droevige gedachten bij het altaar. De geruststellende verklaring van de Heer over het doel van de tempelorde. De zegening van het altaar - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[19] Ik kwam immers alleen naar jullie, die geestelijk dood waren, om jullie het leven datje had verspeeld, vrijwillig vanuit Mijn grote erbarming weer geheel nieuw te brengen en jullie hier ook een gebouw te geven waarin je het verloren leven altijd weer kunt verkrijgen.
Hoofdstuk 239: Lamechs bange en droevige gedachten bij het altaar. De geruststellende verklaring van de Heer over het doel van de tempelorde. De zegening van het altaar - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[8] De Heer echter keek Henoch aan en zei door zijn hart tegen hem: 'Henoch, zie, hier de naam, boven de Drager ervan; hier een teken, boven de Gever van het teken; hier Mijn schijn, boven Mijn Zijn; hier de pracht van het teken, boven de macht van de Vader; hier alles van edelsteen en goud van de aarde, boven de levende liefde en mildheid van de Vader!
Hoofdstuk 240: Het altaar met de twee cherubijnen en de wolkenzuil. Henochs verwondering over de majestueuze altaarschikking in de laagte en de verklaring van de Heer. De Heer wordt weer onzichtbaar - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[18] Wanneer Henoch bij je zal komen, of jij bij hem, dan moet je altijd voor jou en je hele volk naar hem luisteren.
Hoofdstuk 240: Het altaar met de twee cherubijnen en de wolkenzuil. Henochs verwondering over de majestueuze altaarschikking in de laagte en de verklaring van de Heer. De Heer wordt weer onzichtbaar - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[19] Richt je dus allemaal naar Henoch; want uit zijn mond zal Ik tot jullie spreken.
Hoofdstuk 240: Het altaar met de twee cherubijnen en de wolkenzuil. Henochs verwondering over de majestueuze altaarschikking in de laagte en de verklaring van de Heer. De Heer wordt weer onzichtbaar - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[1] Toen allen zich enigszins van hun grote weemoed hadden hersteld, stond Henoch op, ging naar Lamech toe en sprak de volgende woorden:
Hoofdstuk 241: Henochs woorden over de nutteloosheid van een opgelegd geloof en een door de zichtbare aanwezigheid van God afgedwongen liefde tot de Heer. Het wezen van de deemoed - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[4] Ongetwijfeld geloven jullie nu wel dat het de Heer is; maar zie, aan dit geloof van jullie noch aan deze liefde tot Hem hebben jullie iets, omdat jullie niet anders konden dan aan de Zichtbare te geloven en de Tastbare lief te hebben, omdat je er onmogelijk omheen kon, aangezien jullie allemaal door Zijn almachtige aanwezigheid werden gedreven die jullie onweerstaanbaar naar Hem toe heeft getrokken.
Hoofdstuk 241: Henochs woorden over de nutteloosheid van een opgelegd geloof en een door de zichtbare aanwezigheid van God afgedwongen liefde tot de Heer. Het wezen van de deemoed - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[11] Maar gebruiken wij dat niet zo, dan brengt het ons al gauw het gericht, dat reeds de eerste dood van de geest is, en brengt ons dan van deze dood, die namelijk het gericht is, naar de werkelijke en eeuwige dood.
Hoofdstuk 241: Henochs woorden over de nutteloosheid van een opgelegd geloof en een door de zichtbare aanwezigheid van God afgedwongen liefde tot de Heer. Het wezen van de deemoed - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
[17] `O Heer en Vader, zie genadig neer op ons, luie en trage knechten, en kijk naar onze arbeid alsof het iets voor zou stellen voor U! Want wij zien in en bekennen werkelijk voor U, dat al het goede dat aan onze arbeid kleeft, een daad van U is; en dat wij met onze onbekwame handen U slechts hinderden bij Uw werk. Neem daarom onze wil in plaats van ons werk aan, en laat altijd Uw heilige wil geschieden!'
Hoofdstuk 241: Henochs woorden over de nutteloosheid van een opgelegd geloof en een door de zichtbare aanwezigheid van God afgedwongen liefde tot de Heer. Het wezen van de deemoed - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 2)
...  731 - 732 - 733 - 734 - 735 - 736 - 737 - 738 - 739 - 740 - 741 - 742 - 743 - 744 - 745 - 746 - 747 - 748 - 749 - 750 - 751 - 752 - 753 - 754 - 755 - 756  ...