Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 746 van 1490

...  734 - 735 - 736 - 737 - 738 - 739 - 740 - 741 - 742 - 743 - 744 - 745 - 746 - 747 - 748 - 749 - 750 - 751 - 752 - 753 - 754 - 755 - 756 - 757 - 758 - 759  ...
[3] Ik, Abedam Jehova de Eeuwige, Ik, je goede heilige Vader, ben Zelf tot je gekomen om je op te helpen! Sta daarom zonder vrees op; want zie, Ik heb voor eeuwig jouw zonden uitgeroeid omdat je Mij zo met de liefde van je hart hebt opgenomen als tot nu toe nog geen van al Mijn kinderen op deze aarde! Daarom sta dus op, zoals nog niemand is opgestaan! Sta op, toegerust met grote wijsheid, die je verkregen hebt vanuit je liefde en toegerust met een grote macht, die je verkregen hebt door je liefde, waardoor zelfs alle levenloze en levende dingen je moeten gehoorzamen, en tenslotte ook toegerust met het eeuwige leven; want waarlijk, jij zult voortaan eeuwig de dood niet smaken omdat je door jouw liefde tot Mij je vlees in alle opzichten waarachtig gedood hebt!
Hoofdstuk 179: Het wezen van de zonde en hoe haar te overwinnen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[4] Wie zo sterft, zoals jij nu gestorven bent in de liefde tot Mij en tot wie Ik dan zal komen en hem opwekken, waarlijk, die is niet opgewekt voor deze tijd, maar om voor eeuwig te leven!
Hoofdstuk 179: Het wezen van de zonde en hoe haar te overwinnen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[11] Dat is zonde, als iemand in zichzelf een neiging ontwaart waarin hij voordeel ziet en deze neiging dan najaagt en met zijn begeerte aangrijpt, haar dan maakt tot iets van hemzelf en vervolgens handelt om haar ten eigen bate te benutten. Uit het zich eigen maken van zo'n neiging, die schuilging in de eigenliefde, ontstaat een boze geest, die de gehele mens dan doordringt en verduistert, zodat hij niet meer in staat is het ware van het valse en het goede van het slechte te onderscheiden.
Hoofdstuk 179: Het wezen van de zonde en hoe haar te overwinnen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[13] Zie, wanneer ik een dergelijke deemoed bij een mens aan zal treffen, denk je dat Ik dan deze aandrang van Mijn kracht van hem weg zal nemen?!
Hoofdstuk 179: Het wezen van de zonde en hoe haar te overwinnen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[14] O neen, zeg Ik jullie, maar Ik zal deze aandrang in hem zegenen en hem, die mens namelijk, met diezelfde aandrift zelfs opwekken tot. het eeuwige leven! En zo zal dan deze mens nu juist door hetzelfde middel, waardoor hij door eigenmachtig optreden een grove zondaar had kunnen worden, voor eeuwig met Mij levend en verenigd worden en zal dan duizendvoudig hetzelfde uit Mij kunnen doen, en hij zal daardoor nooit kunnen zondigen; want wat hij nu doet, dat doet hij niet meer uit zichzelf, maar uit Mij!
Hoofdstuk 179: Het wezen van de zonde en hoe haar te overwinnen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[18] Stel dat iemand geweldig boos zou worden door een handeling van zijn broeder, zelfs zodanig dat hij daarom zijn broeder, net als Kaïn dat deed, zou willen doden; maar hij bedenkt zich snel en weet waar deze aanvechting vandaan gekomen is. Maar, dat hij het herkent is nog niet voldoende, maar de deemoedige herkenning van deze vreemde machtige neiging zal hem ook spoedig doen inzien dat alleen Ik Heer ben over leven en dood. Met dit inzicht zal de aldus door Mijn kracht aangeraakte voor Mijn, hem zo nabij gekomen heiligheid neerknielen en zal Mij met een eerlijk en hoogst dankbaar hart het Mijne weer teruggeven.
Hoofdstuk 179: Het wezen van de zonde en hoe haar te overwinnen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[19] Maar Ik zal dan Mijn kracht die hem greep, niet meer terugnemen, maar hem met deze kracht zegenen en hem opwekken tot het eeuwige leven.
Hoofdstuk 179: Het wezen van de zonde en hoe haar te overwinnen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[12] Maar indien iemand een of andere neiging in zich bespeurt, maar dan meteen in zichzelf denkt: 'O Heer, ik erken, dat U mij hebt aangeraakt! De aandrift is van U afkomstig, o Vader! Uw oneindige goedheid heeft zich over mij ontfermd en wil mij, onwaardige, standvastig maken in de ware deemoed en ook in de ware liefde tot U. o Vader, ik ben het niet waard datgene te doen wat U mij door de aandrift, die mij op de proef stelde, te kennen gaf! Aan U is alle macht, aan U alle kracht, U alleen bent de Heer van de hemel en de gehele aarde. Laat mij slechts datgene doen wat mij voor U, o heilige Vader, betaamt, namelijk alleen U kinderlijk liefhebben! Neem deze hogere aandrift tot handelen weer genadiglijk van mij weg, zoals U mij haar gegeven hebt; want het is een goddelijke kracht! Zou ik, arm en nog zwak schepsel en kind daarnaar handelen, dan zou ik toch immers een wezen zijn dat zich op dit punt met U gelijk zou moeten voelen, omdat ik meteen zou willen werken met alleen Uw kracht, en daarmee te werken komt alleen U toe. Neem daarom Uw heiligdom weg van mij, onwaardige, en laat mij alleen in de kinderlijke liefde tot U blijven, o heilige Vader!'
Hoofdstuk 179: Het wezen van de zonde en hoe haar te overwinnen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[9] Door zo'n goede leer geleid, beminden deze vijf meisjes Jehova hoe langer hoe meer, ondanks hun voor de oertijd nog zeer prille jeugd.
Hoofdstuk 180: De vijf dochters van Zuriël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[13] In het bijzonder als zij een of andere nieuw, heel bijzonder bloemetje vonden, moest dat al zeer beslist door Mij voor hen bestemd zijn geweest! Maar dan raakten zij ook weer helemaal buiten zichzelf; onmiddellijk plukten zij dan met grote, van liefde sidderende eerbied het bloempje en repten zich daarmee vol vreugde naar hun vader en lieten hem zien wat voor een wonderschoon geschenk hun heilige Geliefde hen alweer geschonken had. Daarover verheugde hun vader zich dan ook in hoge mate en dankte Mij ook altijd diep in zijn hart, dat Ik zijn lieve kinderen voor menig onkuise benadering door mannelijke wellust behoed had. En na de volbrachte dank droeg hij hen wederom aan Mij op en bad Mij vurig om vol genade en erbarmen met Mijn liefde de harten van zijn dochters nog meer tot Mij te trekken, welk verzoek Ik onder deze omstandigheden zeker niet onvervuld voorbij heb laten gaan.
Hoofdstuk 180: De vijf dochters van Zuriël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[14] En zo groeiden deze vijf meisjes zuiver in Mijn liefde op en werden daardoor ook steeds mooier en verrukkelijker en lieflijker, zowel geestelijk als lichamelijk. Ja, hun schoonheid was zo groot, dat alle huidige aardse schonen ten opzichte van hen niet eens een klein dauwdruppeltje uit zouden maken, ook al zouden zij tot één geheel verenigd kunnen worden; want vanwege hun grote liefde tot Mij liet Ik hen ook, voorzover dat lichamelijk maar mogelijk is, echt volslagen hemels mooi worden, daarom werden zij ook door iedereen 'De mooie kinderen van de liefde' (Allurahelli) genoemd.
Hoofdstuk 180: De vijf dochters van Zuriël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[15] Na deze voorafgaande mededeling kan een ieder zich enigermate een idee vormen hoe het deze vijf meisjes te moede was, toen zij in Abedam hun zo vurig beminde Jehova zagen.
Hoofdstuk 180: De vijf dochters van Zuriël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[21] Zie, degenen die ik U reeds vanaf hun kindsheid ieder uur heb opgedragen en wier harten ik met Uw genade tot U heb geleid, O Jehova, deze geschenken aan mij breng ik U, ik de meest onwaardige, nu weer terug als een naar mijn beste weten zo rein mogelijk offer, gepaard met de innigste dank uit mijn hart, omdat U mij, de meest onwaardige, waardig hebt bevonden mij een dergelijke heerlijke gave toe te vertrouwen!
Hoofdstuk 180: De vijf dochters van Zuriël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[27] Ik zeg je: in het rijk van het licht der liefde zul jij eens met al de jouwen de mooiste woning hebben, waarlijk, nog mooier dan alle zichtbare hemelen en groter dan deze; maar blijf met de jouwen nu bij Mij! Amen."
Hoofdstuk 180: De vijf dochters van Zuriël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[7] Zie, de aarde is vrij in zijn bewegingen, evenals de maan, de zon en ook de talloze sterren, die allen niets dan louter voor jou niet te begrijpen verschillend gevormde werelden zoals deze aarde zijn, en zonnen zoals deze zon zijn, - vele nog onvergelijkbaar groter en hier en daar ook vele kleiner en verschillend van licht!
Hoofdstuk 181: De bezorgdheid van de deemoedige Zuriël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  734 - 735 - 736 - 737 - 738 - 739 - 740 - 741 - 742 - 743 - 744 - 745 - 746 - 747 - 748 - 749 - 750 - 751 - 752 - 753 - 754 - 755 - 756 - 757 - 758 - 759  ...