Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 748 van 1490

...  736 - 737 - 738 - 739 - 740 - 741 - 742 - 743 - 744 - 745 - 746 - 747 - 748 - 749 - 750 - 751 - 752 - 753 - 754 - 755 - 756 - 757 - 758 - 759 - 760 - 761  ...
[7] Deze tijd bestaat en ontstaat uit de voortdurende beweging van alle fysiek geschapen dingen; want zouden deze niet bewegen, dan zouden zij mettertijd allemaal, zonnen en planeten en manen en alle levende wezens, over elkaar en door elkaar vallen tot een eindeloos chaotische massa, die tenslotte door het eindeloos sterke op elkaar drukken zeer spoedig geheel en al zou ontbranden en dan zichzelf ook zou verteren en tenslotte geheel vernietigen.
Hoofdstuk 184: Over het wezen van de tijd en de eeuwigheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[8] Maar omdat ter wille van de instandhouding alles van het grootste tot het kleinste zich op precies afgemeten, juiste afstanden moet bewegen en zelfs de delen van een samenhangend lichaam op zijn minst een voortdurende drang tot bewegen in zich moeten hebben, waardoor zij bij een eventuele hindernis meteen kunnen beginnen zich te bewegen, daarom bewerken de onophoudelijke, volgens dezelfde wetten steeds terugkerende bewegingen en de overeenkomstig de ordening wederzijdse ontmoetingen de tijdsverlopen, die te tellen zijn. En wat deze bestendigheid in de beweging bewerkstelligt, namelijk de slijtage van de zich door de beweging elkaar aanrakende delen en daardoor het langzame of snellere vergaan van de dingen, is de alles verterende tijd. Daarom is dan al het tijdelijke ook vergankelijk, omdat de dingen vergaan en weer andere in hun plaats komen en zo wordt dan de maat der tijd bepaald overeenkomstig het verdwijnen en wederkeren van de dingen.
Hoofdstuk 184: Over het wezen van de tijd en de eeuwigheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[16] Zie en begrijp dat bij al deze bewegingen in je droom aan jouw persoon niet de allergeringste beweging of verandering van plaats zou kunnen worden bespeurd!
Hoofdstuk 184: Over het wezen van de tijd en de eeuwigheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[18] Maar zoals Ik ook niet hoef te reizen om van de ene oneindigheid naar de andere te gaan, zo zullen ook Mijn geliefden het evenmin als Ik nodig hebben om zich persoonlijk overal naartoe te begeven, teneinde alle eindeloze wonderen te kunnen aanschouwen; maar zij zullen allemaal net zoals Ik in alle eeuwige rust het ware, eeuwige leven genieten, ofschoon zij zich deze rust nooit bewust worden, maar wel een eeuwige, allerzaligste levendigheid, die echter juist door deze in wezen geestelijk persoonlijke rust onverwoestbaar is en dus eeuwigdurend onderhouden wordt.
Hoofdstuk 184: Over het wezen van de tijd en de eeuwigheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[20] Wat de duur betreft, deze loopt gelijk met de duur van de tijd. Daardoor kunnen er evengoed eeuwigheden als tijden zijn; alleen wordt de duur van de eeuwigheid niet zo ondergaan als die van de tijd, omdat de tijd het verleden nooit terugbrengt, de eeuwigheid echter zelfs het voor jou meest ondenkbare verleden als een meest helder heden altijddurend bewaart, en ook niet minder de toekomst als zijnde reeds aanwezig voor zich heeft. - Begrijp je dat?"
Hoofdstuk 184: Over het wezen van de tijd en de eeuwigheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[7] Maar, O mijn enige, boven alles beminde Jehova, ik eis toch het licht niet van U, vat deze vraag slechts op als een allerdeemoedigst verzoek mijnerzijds en laat Uw boven alles heilige wil alleen dat doen wat hem behaagt en ik zal alles met de grootste dankbaarheid voor Uw grote erbarmen en onuitsprekelijk verheven en allergrootste Vaderliefde in het diepst van mijn hart aanvaarden!
Hoofdstuk 185: Het wezen van het leven. De beloften van de Heer aan Ghemela - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[17] Jou zal Ik zeer binnenkort een zoon geven door Mijn Lamech: deze zoon zul je Noach noemen en hij zal een redder van jouw volk worden.
Hoofdstuk 185: Het wezen van het leven. De beloften van de Heer aan Ghemela - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[18] Maar hoe en wanneer dat zal geschieden, zal jouw toekomstige zoon op het juiste moment rechtstreeks van Mij ontvangen, precies zoals jij nu deze belofte van Mijn erbarmen ontvangt. Onthoud dit goed en je zult dan ook weldra bevatten en voldoende begrijpen wat het leven is en hoe ieder mens zich daarvan bewust wordt en dan tijdens zijn leven vrij kan doen wat hij wil!
Hoofdstuk 185: Het wezen van het leven. De beloften van de Heer aan Ghemela - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[22] Als dan dit zichzelf bewuste leven niet alleen zichzelf, maar ook zijn eeuwige, heilige oorsprong in zich bewust wordt en Hem dank en eer, liefde en aanbidding schenkt en de wil van Degene erkent die het heeft geschapen, dan pas wordt het volkomen vrij en wordt dan door deze erkenning door de liefde een kind van de eeuwige liefde en van het eeuwige leven, door welk leven het pas dan tot het meest heldere bewustzijn van zichzelf zal geraken en tot het levende bewustzijn van Diegene die jou nu op Zijn handen draagt.
Hoofdstuk 185: Het wezen van het leven. De beloften van de Heer aan Ghemela - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[34] Indien jullie ogen Mij echter niet zien, maar - als iemand het serieus wil, zoals jij het nu wilt en het getrouw altijd zo gewild hebt - zijn hart Mij des te beter en vertrouwelijker kent, dan is nochtans iedereen ondanks de harde slavernij van de zonde volkomen vrij. Hij kan deze slavernij vol verachting met voeten treden en kan zich tot Mij wenden, Mij in de liefde van zijn hart zoeken en vrij zelf Mij omvatten, waarop hij dan dadelijk naar mate van zijn liefde door Mij wordt opgenomen en naar zijn wil tot liefde behouden en bewaard wordt; dat alles is dan pas het verwerven van het eeuwige leven.
Hoofdstuk 185: Het wezen van het leven. De beloften van de Heer aan Ghemela - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[43] Tengevolge van deze voortdurende strijd van jou kan Mijn zichtbaarheid en zelfs Mijn aanraking je geen schade berokkenen en wel zo, dat Ik daarom ook alleen aan jou dingen kon laten zien, waarvan de aanblik zeer velen, die niet zoals jij reeds van tevoren de zege der liefde hadden bevochten, zou hebben gedood.
Hoofdstuk 185: Het wezen van het leven. De beloften van de Heer aan Ghemela - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[8] Met deze woorden drukte Abedam haar nog eenmaal aan Zijn hart en zette haar toen heel zacht op de grond neer en wel naast Zijn voeten. En kort daarop kwamen reeds de uitgezonden aankondigers van het offer en de verlichten volgens het woord van Abedam naderbij en vielen neer voor Abedam en aanbaden hem vanuit het diepst van hun hart; en achter hen volgden onafzienbare scharen hun goede voorbeeld.
Hoofdstuk 186: Onschuld en schaamte. Terugkeer en ontvangst van de boden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[12] Zie, wij hebben in U immers al het hoogste loon voor onze, alleen U boven alles liefhebbende harten ontvangen in een dermate onmetelijke overvloed dat wij dit buitengewoon heilige loon zeker niet in het geringst verdienden, ook al zouden wij eeuwigheden achtereen U dagelijks nog onuitsprekelijk meer kunnen dienen dan deze morgen! Ja, zelfs onze eeuwigheden lange, allervlijtigste dienst zou toch slechts een puur ijdel niets zijn ten opzichte van de oneindige grootte van deze onuitsprekelijke, allerheiligste vooruitbetaling, die daaruit bestaat dat U Zelf, meest liefdevolle, heilige Vader, hebt besloten naar ons, wormen in het aardse stof, neer te dalen en ons allen hebt vervuld met Uw liefde en Uw allerheiligste genadelicht, hoewel wij voor dat alles volledig onwaardig waren en het nog zijn!
Hoofdstuk 186: Onschuld en schaamte. Terugkeer en ontvangst van de boden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[16] Om wat zouden wij dan nog kunnen vragen?! Ja, daarom kunnen wij U vragen, dat U ons nooit zult verlaten! Wordt deze wens van ons ingewilligd, dan hebben wij oneindig maal meer dan onze vurigst wensende harten in alle eeuwigheden der eeuwigheden zouden willen en kunnen bedenken! Dus alleen daarom vragen wij U, - maar niet als loon vanwege onze armzalige verdienste, maar alleen vanwege Uw erbarmen en Uw Vaderliefde!
Hoofdstuk 186: Onschuld en schaamte. Terugkeer en ontvangst van de boden - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[2] Maar opdat, wat betreft zuiver geestelijke zaken, jullie nog zeer onverstandige hart niet nog langer het zwakke verstand als een blinde jager zal uitzenden als verkenner in het geestelijke domein, wat hem nog nooit enige vette buit opgeleverd heeft, maar altijd slechts een halfvergaan aas, wil Ik je nochtans met de onder deze tien letters aangeduide symbolische vrienden nader bekend maken; luister dus en begrijp het goed!
Hoofdstuk 187: Aanhangsel: Zie, Ik wil je hen allen bij hun naam noemen: Hl B VI T Z L GD Z G (hoofdstuk 3:12) - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  736 - 737 - 738 - 739 - 740 - 741 - 742 - 743 - 744 - 745 - 746 - 747 - 748 - 749 - 750 - 751 - 752 - 753 - 754 - 755 - 756 - 757 - 758 - 759 - 760 - 761  ...